Zoeken in collecties

In 1897 kocht de Osse Vincentiusvereniging het Hoog Huis in Oss, die het inrichtte ’tot verpleging van achterlijke kinderen’. Omdat zij het Hoog Huis daarvoor ongeschikt achtten, houden Liefdezusters van de H. Carolus Borromeus na een proefperiode de verpleging van vorenbedoelde pupillen voor gezien. Het bestuur van de Vincentiusvereniging wendde zich toen tot de Congregatie van de Broeders Penitenten met het verzoek om van voormelde pupillen de verpleging van twintig jongens op zich te nemen. Daartoe konden zij het Hoog Huis om niet van de Vincentiusvereniging overnemen. De broeders startten hier in november 1901 met de verpleging van hun pupillen. Al spoedig bleek dat het Hoog Huis ook daarvoor ongeschikt was. Om die reden verhuisden de broeders in 1902 met hun pupillen naar Huize Padua in Boekel. Het Hoog Huis werd toen verkocht. In 1925 werd tot sloop daarvan overgegaan.