Het wapen van de congregatie is ontworpen in 1936 ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de congregatie door zr. Carmela Lambooy in overleg met de kunstenaar Herman Walstra uit Utrecht. In het wapen is de tekst "Ora et Labora" (Bid en werk) opgenomen. Het wapen is in vieren vlakken verdeeld. In het midden een hartschild met de beeltenis van de Moeder van Goede Bijstand, de patrones van de congregatie. Het gouden wierookvat in het rode vlak linksboven verwijst naar een leven van gebed. Beide kleuren, zowel het goud als het rood, zijn de symbolen van de liefde, waaruit het gebed en de liefdewerken moeten voortkomen. In het rode vlak daarnaast is het regelboek afgebeeld op een rood veld, indachtig de bijbelse uitspraak "Zo gij mij lief hebt, onderhoud mijn geboden". Bovenin het blauwe vlak dat de onderste helft van het wapen beslaat zijn twee gouden bijen afgebeeld die zich richten naar de waterlelie onder in het blauwe vlak. Dit symboliseert dat de zusters als 'bezige bijen' hun ijver, in de geest van geloof, moeten richten op de naastenliefde, hopende op Gods almachtige bijstand. Het geheel wordt bekroond door een ganzenbloem als zinnebeeld der gehoorzaamheid.