Onder het portretje van pater Van Nuenen de tekst "Ante omnia diligatur Deus" (Vóór alles worde God bemind); onder het portret van zuster Augustina van Reijsen de tekst "Deinde proximus" (vervolgens de naaste). Het zijn de woorden die aan de regel van Augustinus voorafgaan en ze verwijzen naar het evangelische dubbelgebod (Matteüs 22, 37-39).