Gregorius (ca. 707 - ca. 775) was van adellijke merovingische afkomst en werd opgevoed aan het hof van Karel Martel. In 721 sloot hij zich aan bij Bonifatius op diens missiereizen. Hij kreeg rond 750 de leiding over de St. Maartensabdij te Utrecht, die enkele jaren daarvoor door Sint Willibrord was gesticht. Na de dood van Bonifatius in 754 nam Gregorius het bestuur van het bisdom Utrecht op zich en leidde de missionering van de Friezen.