Maria, ten driekwart lijve, zittend, met het Kind op haar opgeheven linkerknie. Ze omarmt het Kind, dat geknield is weergegeven, terwijl het de armen om haar heen slaat. De blik van het Kind is gericht op zijn moeder, Maria heeft haar ogen neergeslagen in de richting van het Kind. Rechts achter beiden staat Moeder Anna, gedeeltelijk zichtbaar, de handen gevouwen, de blik gericht op Moeder en Kind. Maria draagt een rood kleed en een blauwe mantel, het Kind een roomkleurig kleedje, dat de benen vrij laat en Anna een blauwgrijze hoofdbedekking