De H. Drievuldigheid, gezeten tegen een lichtblauwe achtergrond in een medaillon met een goudkleurige, blauwe en witte rand. Links God de Vader in een wit gewaad en bruingele mantel met rijksappel met bol en kruis, het hoofd geneigd naar Christus, die zijn arm om hem heenslaat. Deze heeft een kruis in de linkerhand en draagt een rode mantel, die het lichaam grotendeels onbedekt laat. Boven hun hoofden de Geestesduif met gespreide vleugels. Aan de bovenzijde van het medaillon vijf witte bloemen met rode harten aan blauwgroene takken. Aan de onderzijde "S. 3:Faltigkeit". Zwart gelakte, geprofileerde lijst