Orde of congregatie:
Alexianen (Cellebroeders)
Parochie:
Deventer-Onze Lieve Vrouw
Stichting/eerste vermelding:
Opheffing/laatste vermelding:
Geschiedenis:
In 1495 schonk Willem van Zweten zijn huis en erf in de Noordenbergstraat in Deventer aan de cellebroeders. Dit onder de voorwaarde dat zij ook in deze stad het verplegen van besmettelijke zieken - met name pestlijders- en het begraven bij overlijden van deze zieken op zich zouden nemen. De aldus ontstane gemeenschap van cellebroeders werd nog in 1495 onder de naam Nazareth door de bisschop van Utrecht, David van Bourgondië, tot klooster van Augustijnen verheven. In tijden dat er geen epidemieën waren, namen de broeders ook het verplegen van krankzinnigen op zich. Deels met aalmoezen, die zij aan de deuren inzamelden, voorzagen zij in hun de kosten van onderhoud. Bij een in 1587 genomen raadsbesluit, werd besloten dat de begijnen van een drietal conventen in Deventer enige maanden achtereen wekelijks een daalder aan de cellebroeder moesten betalen, om te voorkomen dat de broeders uit armoede de stad zouden moeten verlaten. In 1598 werd het beheer over de goederen van de cellebroerders onder de in 1591 door Schepenen en Raad van Deventer benoemde rentmeester van de geestelijke goederen gebracht. In 1609 ging dit beheer over aan het toen ingestelde rentambt van het kapittel van St. Lebuinus. De overste van de cellebroeders was in 1622 nog in Deventer werkzaam
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 47; Artikel “Herinneringen aan “Het Noorden” van Deventer” in “Deventer Dagblad”, 1934-09-15, p. 8
Dit bestand is niet beschikbaar voor downloaden.