Stichting/eerste vermelding:
Opheffing/laatste vermelding:
Geschiedenis:
Omstreeks 1375 ondernam bisschop Arnold van Horne een poging om nabij Utrecht een kartuizerklooster te stichten. Door tegenwerking van de grondbezitters mislukte dit. In 1391 had een nieuwe poging, nu van Zweder van Abcoude en Gaasbeek, meer succes. In 1392 legde hij met de schenking van goederen te Putten en Strijen de vermogensgrondslag voor het klooster. In hetzelfde jaar werd op het ten noorden van de stad Utrecht gelegen goed Bloemendaal de eerste steen gelegd van de kartuize, dat ‘De kartuize van het Nieuwe licht van St. Salvator in Bloemendaal buiten de stad Utrecht' heette, veelal afgekort tot ‘Nieuwlicht’ of ‘De Kartuizers’. Tydeman Grauwert kreeg als rector de leiding over de nieuwe stichting en werd, na de incorporatie van Nieuwlicht in de kartuizerorde in 1397, als prior aangesteld. Daar de gedoteerde landerijen niet genoeg opbrachten, was de financiële basis van het klooster zwak. Daarom werd omstreeks 1413 een aantal monniken tijdelijk naar andere kartuizerkloosters overgeplaatst. Vanaf 1435 kon Nieuwlicht echter wel volop tot bloei komen. Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog bleek al snel dat het klooster kwetsbaar gelegen was. In 1572 vluchtten daarom nogal wat broeders de stad Utrecht in. Tegelijkertijd gelastte het generaal kapittel uit voorzorg enkele overplaatsingen van Utrechtse kartuizers naar elders. De overige monniken keerden in 1573 terug naar hun klooster. Om te voorkomen dat de Spanjaarden het klooster voor een aanval op de stad als uitvalbasis zouden gebruiken, besloot het Utrechtse stadsbestuur begin 1579 manschappen in het klooster onder te brengen. De monniken vertrokken daarop opnieuw, en nu voorgoed. Ze vestigden zich in de stad. In 1580 werd het klooster voor afbraak door de stad verkocht. Na 1580 leidde een veelheid van overheidsregelingen en bemoeiingen, aanvankelijk vooral van de stad Utrecht en daarna van de Staten van Utrecht, er toe dat het convent opgeheven werd en dat de landerijen aan de Staten van Utrecht vervielen
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel III, p. 123, R.P.G. de Weijert-Gutman, proefschrift “Schenken, begraven, gedenken: Lekenmemoria in het Utrechtse kartuizerklooster Nieuwlicht (1391-1580)” (Universiteit van Utrecht 2015), p. 9/11/15-18;
Gebruikte websites:
Website Cartusiana.orghttp://www.cartusiana.org/node/1007 (08-03-2016); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwlicht_(Utrecht) (08-03-20
Dit bestand is niet beschikbaar voor downloaden.