Stichting/eerste vermelding:
Opheffing/laatste vermelding:
Geschiedenis:
In 1481 vestigden de kruisheren zich in Nieuwerve ten oosten van Vlissingen nabij het huidige dorp Ritthem in een klooster, dat eerder bewoond werd door dominicanen, maar die dit klooster “vanwege de slechte weersomstandigheden, de overstromingen van de zee en de geringe inkomsten” verlieten. In 1487 werd het klooster tot priorij verheven, terwijl twee jaar later Anna van Bourgondië land in Westsouburg aan het klooster schonk. In 1523 werd het klooster door brand getroffen, waarbij het grote schade opliep. Omstreeks 1539 was de kloostertucht erg verslapt. Verhalen dat de kruisheren vertrokken waren, het klooster leegstond, meubels en kerkornamenten verkocht waren en de kloosterlingen een kwistig leventje leidden, deden de ronde. Daarop werd de prior van het kruisherenconvent van Goes door de orde voor nader onderzoek naar Nieuwe Erve gezonden. Of hij een oplossing heeft weten te bewerkstelligen is echter niet bekend, evenmin hoe het verder met dit klooster vergaan is
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum deel II, p. 137; R. Janssen, “Oord van helder licht: 800 jaar Orde van het Heilig Kruis 1210-2010” (St. Agatha 2010), p. 124/125; S.P. Wolfs, “Middeleeuwse Dominicanenkloosters in Nederland” (Assen 1984), p. 185
Dit bestand is niet beschikbaar voor downloaden.