Stichting/eerste vermelding:
Opheffing/laatste vermelding:
Geschiedenis:
In 1361 doteerde Machteld van Oudheusden, weduwe van ridder Herbern van Riede, baljuw van Zuid-Holland, goederen om te Heesbeen, even ten westen van Heusden, een nonnenklooster te stichten. Al in 1359 gaf hertog Albrecht van Beieren, graaf van Holland, aan deze plannen zijn goedkeuring. Onderhavig klooster, dat in de cisterciënzer orde werd opgenomen, was een dochterstichting van de adellijke zusterabdij Mariëndaal te Zuilen bij Utrecht en verklaart de naamgeving van het klooster in Heesbeen, dat Nieuw-Mariëndaal heette. Vanuit eerdergenoemde abdij Mariëndaal werd Nieuw-Mariëndaal voorzien van zusters en een abdis, maar van een bloeiende kloostergemeenschap is echter nimmer sprake geweest. Na Machtelds dood ontstond er onder haar erfgenamen onenigheid over de schenkingen die Machteld aan het klooster gedaan had. Willem van Cronenburch, slotvoogd van Heusden, wist de erfgenamen evenwel tot billijkheid te stemmen. De gedane schenking van Mechteld werd aangewend om in 1382 het mannenklooster Mariënkroon binnen de stad Heusden te stichten. De nonnen van Nieuw-Mariëndaal keerden daarop naar abdij Mariëndaal te Zuilen terug
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel III, p. 62 en 67; H. Engen en G. Verhoeven: "Monastiek observantisme en Moderne Devotie in de Noordelijke Nederlanden" (Hilversum 2008), p. 107-109; Handschrift over de geschiedenis van het dorpje Heesbeen vermoedelijk opgesteld door Mr. J.H. v. Heurn, gepubliceerd in het “Nieuwsblad Het Land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard”, 21 juni 1948, p. 4; L.H.C. Schutjes: “Geschiedenis van het bisdom s’ Hertogenbosch” (Sint Michielsgestel 1873), p. 74
Dit bestand is niet beschikbaar voor downloaden.