Zwarte bonnetten of baretten met drie opstaande ribben en een pluim bovenop. De basis is vierkant en verstevigd. Eén bonnet (1) heeft paarse randen en een rode voering, de andere (2) heeft zwarte randen en een zwarte voering. De bonnet met paarse randen heeft toebehoord aan een prelaat. Aan de binnenzijde van de binnenrand van de compleet zwarte bonnet staat geschreven: M.J. Witte cssp. Een dergelijke bonnet werd bij de tijdelijke professie uitgereikt. De tijdelijke professie vond na één jaar noviciaat plaats (voor broeders gold twee jaar) en de eeuwige professie na drie jaar. De bonnet werd gedragen tijdens het koorgebed. Hij maakte echter geen deel uit van de officiële liturgische kleding.