Severinus Boëtius, zittend aan een ronde tafel in een kerker, een ganzenveer in de hand, omziend naar wereld- en hemelbollen, meet- en kijkinstrumenten, met een spreekbanderol "contra Fatum". Op de tafel een aantal boeken, waarvan één geopend ligt op een tekstblad met "de conso / Latione / Philosofi / æ" en een inktpot met ganzenveer. Aan de muren kettingen met geopende boeien.
In het ovaal medaillon, geflankeerd door respectievelijk een wereldbol, kijker, gesloten boek en patriarchaal kruis (links), een wereldbol, passer en geopend boek (rechts), een bol in houder met balusterpoten, geplaatst op het water, waarboven een banderol met enkele tekens van de dierenriem. Aan de onderzijde een banderol waarop "Regna ista regentes". Aan de bovenzijde wolken waaruit een klauwachtige hand. Op de banderol boven het medaillon "Sidera errantia Ep: S. Iud: v. 13". Op die aan de onderzijde "Mortales cur Astra regant? Sophe dicito causa: / Nempe caput sentis, quod tibi luna regat". Onder de voorstelling "B. Severinus Boëtius in carcere, velut novo adversæ / Fortunæ Peripato, laureatus Philosophus, fortitudinem / Christianam docet, Fatumque Astrologium proscri= / bit è nostri temporis Philosophia, Fast: Mar: 23 Oct.". De gravure behoort tot een serie van zestien gravures van heiligen met nagenoeg identieke composities: boven de centrale voorstelling een cartouche of medaillon met zowel aan boven- als onderzijde een tekstbanderol; aan de onderzijde van de voorstelling een toelichtende tekst. Prenten achter glas in eenvoudige, houten lijstjes