Schilderij van Maria in aanbidding
resultaat: 
VW-P017Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ag0118bSchilderij van Maria in aanbidding
Bestandnaam:
kb_VW-P017-Ag0118b_afb001.jpg
Toelichting:
Maria in aanbidding, ten halve en driekwart naar links weergegeven. De handen tegen elkaar voor de borst in gebedshouding, de blik neerwaarts. Ze draagt een rood kleed, een sluier en een van het hoofd afhangende, blauwgroene, grijsgevoerde mantel. Omslagen van de mouwen goudkleurig, evenals de stralenkrans
Datering:
1700-1800
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Ongesigneerd
Plaats vervaardiging:
Zuidelijke Nederlanden
Materiaal/techniek:
Olieverf op koper
Lengte in cm:
21
Breedte in cm:
15,5
Hoogte in cm:
Lijst 26,2 x 20,9 cm
Opmerkingen:
De oorsprong van het gebruik van koper als drager van olieverfschilderijen moet hoogstwaarschijnlijk in Italië worden gezocht. De bloeiperiode ligt vanaf het midden van de tweede helft van de zestiende tot aan het midden van de zeventiende eeuw. Daarna begon de populariteit van het schilderen op koper af te nemen, maar de methode kwam nog voor tot ver in de zeventiende en zelfs in de achttiende eeuw. Het werd vooral gepraktiseerd door Nederlanders en Duitsers, in geringer mate ook door Italianen. Voor de Nederlanden gold Antwerpen als belangrijkste centrum. Daar ontstond in de eerste helft van de zeventiende eeuw een levendige internationale kunsthandel; koperen schilderijtjes maakten een wezenlijk onderdeel hiervan uit. Naast werken door grote meesters vervaardigd en gesigneerd, zijn er ook vele anonieme 'kopertjes' voor devotionele doeleinden gemaakt. Ze werden vaak in serie vervaardigd en geëxporteerd om te functioneren als huisdevotieobject. De artistieke kwaliteit ervan is meestal niet erg groot. Merendeels betreft het kopieën van schilderijen van Italiaanse en Noord-Europese schilders, die via de prentkunst werden verspreid en daardoor algemene bekendheid kregen.
Indien de schilderijen, vermeld in de catalogus van de in 1961 te Amersfoort gehouden tentoonstelling slaan op de hier beschreven voorstellingen, zijn beide 'kopertjes' eind augustus 1956 door magister-generaal W. van Hees overgebracht naar het destijds te Amersfoort gevestigde generalaat; op 5 november 1984 zijn ze teruggegaan naar St. Agatha.
De hier beschreven 'kopertjes' zijn nagenoeg identiek aan de reeds vermelde voorstellingen, beschreven onder inv.nrs.Ag/0103; Ag/0104
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 118b; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858), p. 203, nr. 20; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961), cat. nrs. 22 en 23 (gedateerd: eind XV); L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nrs. 28 en 30 (gedateerd: eind XV); G. Hugen-Franssen, 'Coperen plaetkens'. Een onderzoek naar achttiende-eeuwse olieverfschilderingen op koper in Noord- en Zuidnederlandse collecties, (niet uitgegeven doctoraalscriptie) KUN 1992
Duurzaam webadres
Download
Dit bestand is niet beschikbaar voor downloaden.