Film opent met de tekst: "Midden in het wilde natuurschoon van Zuid-Afrika leeft het trotsche en krijgshaftige volk der Zoeloes, om het krachtige en soepele van hun lichaamsbouw wel eens de "bronzen Apollo's" genoemd. Fier om een verleden van roemrijke overwinningen om vergelding en vrijheid, zijn zij nog heden de krijgshaftigheid hunner vaderen getrouw. Christendom en beschaving vonden in den Toovernaar een gevaarlijken vijand die zich nog steeds met wanhopige pogingen en duistere machten verzet tegen de vorderingen van het Katholieke Geloof. De Paters Oblaten van den Onbevlekten Maagd Maria waren voor honderd jaar reeds hun eerste missionarissen. Eén van hen', pater Stephan, heeft deze film, spijts ongelooflijke moeilijkheden, ter plaatse opgenomen in een volkomen onbeschaafd en heidensch midden. Heel dit drama is dan ook een trouwe weergave van de zeden en gebruiken der Zoeloes volgens een echtgebeurde geschiedenis." Vervolgens verschijnen de namen van de hoofdrolspelers.
Tokozile "De Stralende" is de oudste dochter van de Zoeloe-koning. Na valse beschuldigingen van vergiftiging wordt T. ter dood veroordeeld door de dorpsraad waarvan haar eigen vader de koning is. Tokozile weet te vluchten en het klooster Kinghill te bereiken. Na een aantal jaren, waarin T. verpleegster en zuster is geworden, wordt haar vroegere dorp door de malaria getroffen. Veel mensen overlijden. Haar zus en de tovenaar - de echte beramers van de gifmoord - worden ook getroffen door de ziekte. De hulp van T. wordt ingeroepen. T. wordt dankzij haar goede zorgen voor haar vroegere dorpsgenoten en haar vergevensgezindheid geaccepteerd en gewaardeerd. De koning (T's vader) schudt moeder overste de hand. Uiteindelijk sterft T. zelf temidden van treurende familie, dorpsgenoten en moeder overste