Zoeken in collecties

Het Roermondse klooster van de cellezusters werd met toestemming van zowel de magistraat van Roermond als de bisschop van Luik in 1462 gesticht. Dit klooster, dat de naam "Godsboomgaard" kreeg, stond in de tegenwoordige Schoolstraat. De zusters, wier aantal niet meer dan zeven mocht bedragen, leefden volgens de regel van Augustinus en wijdden zich aan de verpleging van zieken, die ze thuis bezochten of in hun klooster opnamen. Later waren ze ook in het onderwijs werkzaam. Toen in 1609 het honderd jaar eerder in Weert gestichte cellezustersklooster opgeheven werd, doordat het niet levensvatbaar bleek, bood het Roermondse convent aan om op voorwaarde van een jaarlijkse uitkering van acht gulden in tijden van epidemieën enkele zusters naar Weert te sturen om daar dan de verpleging van zieken op zich te nemen. Het Weerter stadsbestuur moest bovendien in de huisvesting en het levensonderhoud van de zusters voorzien. Bij keizerlijk besluit van Joseph II in 1783 werd het Roermondse klooster, waar ook de zusters van het opgeheven Weerter convent onderdak gevonden hadden, opgeheven. In 1786 werden de gebouwen vervolgens verkocht