Zoeken in collecties

Op voorstel van het kerkbestuur van de Sint Franciscus van Assisi-parochie aan het Afrikaanderplein in Rotterdam en met instemming van de bisschop van Haarlem namen de kapucijnen een sinds 1917 bestaande noodkerk over die gelegen was aan de Slotboomstraat in de Rotterdamse wijk Charlois. Deze noodkerk kreeg begin 1922 ten behoeve van voornoemde parochie de status van rectorale hulpkerk. In datzelfde jaar vestigde een klein aantal paters en broeders zich in een door hen aan het Karel de Stouteplein in de wijk Charlois aangekocht pand. Eveneens in 1922 werd in voornoemde wijk aan de Dorpsweg een lap grond gekocht voor een nieuwe kerk met klooster. Pas in 1927 werd met de bouw daarvan begonnen. Een jaar later werd het aan Onze Lieve Vrouw van de Goede Herder toegewijde nieuwe klooster in gebruik genomen. Voorts werd de kloostergemeenschap, die tot dan toe in het pand aan het Karel de Stouteplein gehuisvest was, er naar toe overgeplaatst. Tevens trokken de kapucijnen zich toen terug uit de wijk Katendrecht. Hun klooster en kerk daar, die gevestigd waren in een bedrijfspand aan de Rechthuislaan in die wijk werd in 1934 verkocht. In 1928 werd de nieuwe kerk aan de Dorpsweg geconsacreerd. Deze kerk werd aan de aartsengel Michaël toegewijd. Hieraan werd in 1932 Sint Clemens, paus en martelaar, als tweede patroon toegevoegd. Evenals de noodkerk aan de Slotboomstraat, die tot na de Tweede Wereldoorlog voor parochiële activiteiten dienst ging doen, kreeg de kerk aan de Dorpsweg de status van rectorale hulpkerk ten behoeve van de Sint Franciscus van Assisi-parochie aan het Afrikaanderplein. In 1983 besloten de kapucijnen zich in 1984 uit Rotterdam terug te trekken. De kerk werd om niet aan voornoemde parochie overgedragen. Het klooster werd verbouwd. De voorbouw van het klooster werd ingericht als pastorie. In de achterbouw kwamen bejaardenwoningen, die van een groter complex deel gingen uitmaken