Zoeken in collecties

In 1486 werd in Nieuwstadt door Jan van Abroek, stichter en prior van de H. Grafpriorij te Sint-Odiliënberg, het klooster gesticht van de sepulcrinessen, die tot de Orde van het Heilig Graf van Jeruzalem behoorden. Dit klooster, dat Bethlehem heette, werd bevolkt door zusters uit het sepulcrinessenklooster Onze Lieve Vrouw van Jeruzalem te Kinrooi. Onder priorin Jeanne Scats werd in 1496 het Nieuwstadtse convent, dat toen 14 zuster telde, overgebracht naar het van de cellieten gekochte klooster Sainte-Elisabeth des Bons Enfants in Luik. Eveneens in 1496 verhuisde naar dit klooster ook het sepulcrinessenconvent Gartzen Sint-Antonii te Entzen bij Euskirchen in Duitsland. Dit echter met een onderbreking in 1507, toen dit convent gedurende enkele maanden in het klooster van de sepulcrinessen in Henegouw onder Hasselt onderdak vond. Een voorwaarde was, dat in het klooster in Luik slechts een convent mocht worden gehuisvest, dat nimmer niet meer dan 25 leden telde