Zoeken in collecties

Vanuit hun klooster in het Belgische Ere vestigden in april 1853 passionisten zich op het nabij het Noord-Limburgse dorp Helden gelegen landgoed Koningslust. De pastoor van Geisteren, Leonard de Koning, die dit landgoed van zijn vader geërfd had en het in 1853 aan het R.K. Vicariaat van Limburg schonk, had aan de passionisten een huis op dit landgoed ter beschikking gesteld om tot woning en kapel te dienen. Al meteen werden er plannen gemaakt om in plaats van dit kleine, bekrompen huis een nieuw gebouw op te richten, te beginnen met een kerkje. Vanwege de slechte leefomstandigheden in het moerassige Peelgebied zette het generaal bestuur echter een streep door deze plannen. De passionisten verlieten toen voormeld aan hen op het landgoed Koningslust ter beschikking gesteld huis en vestigden zich vanaf november 1853 op het landgoed De Oude Borg in het dorp Merum, dat onder de toen nog zelfstandige gemeente Herten viel