Zoeken in collecties

De Congregatie van de Broeders van Liefde kreeg begin 1942 het verzoek van het RK Liefdewerk der Kinderbescherming om jongens met een rechtelijke machtiging op te nemen in het Pensionaat Jonkerbosch. Dit aan de Oude Mollenhutseweg in Nijmegen gelegen gebouwencomplex vond de congregatie echter daarvoor niet geschikt. Om toch aan het verzoek te kunnen voldoen, werd door het Ministerie van Justitie in Hatert, dat toen nog een tot Nijmegen behorend dorp was, van de heer P. Dobbelmann, zeepfabrikant te Nijmegen, de villa "Winckelsteegh" gehuurd. Na opgekapt te zijn, werd de villa in september 1942 betrokken door zowel broeders van voormelde congregatie als door de eerste jongens, die afkomstig waren uit het doorgangshuis Huize Welkom in Arnhem. De jongste jongens kregen onderwijs, terwijl de oudere jongens tegen betaling in natura bij boeren in Hatert werkten. In januari 1945 werd Winckelsteegh door Engelse en Nederlandse soldaten gevorderd. De broeders en jongens werden naar Oisterwijk geëvacueerd, maar keerden na de bevrijding weer terug naar Nijmegen. Aangezien de congregatie het werk van broeders op Winckelsteegh niet passend achtte binnen de oorspronkelijke doelstelling van de congregatie, besloot de congregatie dit werk te beëindigen. In 1946 verlieten de broeders Villa Winckelsteegh. Ze werden verspreid over de andere huizen van de congregatie. De jongens werden deels in het Rijksopvoedingsgesticht De Kruisberg te Doetinchem en deels in andere katholieke opvoedingsinrichtingen ondergebracht