Zoeken in collecties

In Venlo stond vanaf tenminste de late veertiende eeuw op of vlakbij de westelijke hoek van de Begijnengang en de Klaasstraat, achter het koor van de Sint Nicolaaskapel van het kruisherenklooster, een begijnenhuis. In 1448 kochten de begijnen, die gewoonlijk “de begijnen achter Sinterklaas” genoemd werden, een belendend perceel. In het begin van de zestiende eeuw was hun onderkomen hier zo bouwvallig geworden, dat naar nieuwe huisvesting omgekeken moest worden. Vervangende nieuwbouw was te duur. Met toestemming van Isabella van Spanje, dochter van koning Filips II, kochten de begijnen toen naast de op de hoek van Vleesstraat en de Klaasstraat gelegen kapel van de Heilige Geest twee huizen. Deze huizen werden afgebroken om voor nieuwbouw plaats te maken. Of de begijnengemeenschap hier toen voortgezet werd als tertiarissenconvent is niet duidelijk. Het voormalig begijnhuis aan de Begijnengang werd door de stad gekocht voor de bouw van een nieuwe school op het complex van het kruisherenklooster