Zoeken in collecties

De congregatie van de Missionarissen van Mill Hill kocht in 1919 het 45 ha. grote, aan de Koningsweg in Schaarsbergen gelegen landgoed Vrijland dat eigendom was van mevrouw Van Welderen Baronesse Rengers-Hoevenaar. Het landhuis daar werd bestemd tot rustoord voor bejaarde Mill Hillers, terwijl het erbij gelegen koetshuis, bekend als de remise, voorlopig als opleidingscentrum voor broedermissionarissen van Mill Hill dienst ging doen. In 1920 arriveerden de eerste kandidaten voor voormelde, vijf en een half jaar durende opleiding. In 1928 verrees op Vrijland de monumentale “Boerderij St. Joseph” en drie jaar later kwam een fraaie kapel gereed. De bouwwerkzaamheden hiervoor werden geheel in eigen beheer uitgevoerd. Het landhuis werd in 1934 uitgebreid met een vleugel, waardoor het twee keer zo groot werd. Voorts waren er op het landgoed voor de broederopleiding,behalve de boerderij, een timmerwinkel, smederij, schilderswerkplaats, schoenmakerij, kleermakerij, bakkerij en een washuis. Op oudjaarsdag 1940 werd door de Duitse bezetter het landgoed opgeëist. De Mill Hill-gemeenschap vond toen gedurende ruim drie en een half jaar onderdak in de villa op het aan de Amsterdamseweg in Arnhem gelegen landgoed Lichtenbeek. Na vervolgens voor korte tijd gehuisvest te zijn geweest in de karmel Nazareth van de ongeschoeide karmelietessen in Arnhem en daarna in Huize Don Rua van de Salesianen van Don Bosco in Ugchelen keerden de Mill-Hillers in mei 1945 terug op het landgoed Vrijland dat inmiddels onteigend was, maar waarvan ze het zuidelijk gedeelte, dat toen Oud-Vrijland ging heten, eerst konden huren en daarna konden kopen. Door het oorlogsgeweld waren de gebouwen daar echter grotendeels verwoest. In 1956 verhuisde voornoemde Mill Hill-gemeenschap naar Oosterbeek, waar ze de op het daar in 1943 door de congregatie verworven landgoed Johannahoeve opgetrokken gebouwen betrokken. Oud Vrijland werd toen verkocht aan de Staat der Nederlanden, die het aanwendde voor defensiedoeleinden