Zoeken in collecties

Mede vanwege het sterk antiklerikale beleid van minister Combes, dat ertoe leidde dat in Frankrijk de onderwijsinstellingen, die door religieuzen geleid werden, gesloten moesten worden, verlieten de maristen begin twintigste eeuw Frankrijk. In Nederland kregen ze in 1909 van de bisschop van Breda toestemming een juvenaat in Hulst te vestigen. Daar wisten ze aan de Lijkstraat, zoals de tegenwoordige Carmelweg toen nog heette, een terrein van 1½ hectare te verwerven. In 1910 werd daar begonnen met de bouw van het juvenaat dat aan Sint Jozef toegewijd werd. De officiële opening volgde een jaar later. De eerste studenten aan onderhavige juvenaat waren studenten, die afkomstig waren uit het met ruimtegebrek kampende juvenaat van de maristen in het Wallonische Differt. Overigens was, behalve het juvenaat, ook het noviciaat tot de verhuizing naar het Sint Olavklooster in Glane in 1911 in Hulst gevestigd. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak vonden 300 Belgische vluchtelingen in het juvenaat onderdak. In 1942 werd het juvenaat door de Duitse Wehrmacht gevorderd. De lessen konden echter gewoon doorgang vinden in het daartoe door de deken van Hulst beschikbaar gestelde patronaatsgebouw. Toen ook dit gebouw geconfisqueerd werd, kon naar een voormalige schoenfabriek worden uitgeweken. In 1953 werd het juvenaat officieel als gymnasium erkend. Tegen het einde van de jaren zestig van de vorige eeuw verloor het juvenaat zijn functie als opleidingsinstituut voor priesterkandidaten. In 1972 werd een gedeelte van het gebouwencomplex verhuurd aan Stichting Bosdorp voor opvang van alleenstaande personen die in maatschappelijk isolement waren geraakt. In 1996 kwam aan deze opvang een einde. Het gebouwencomplex, dat toen als klooster voor de overgebleven paters veel te groot was, werd verkocht aan de tot Reynaertcollege gefuseerde scholen voor voortgezet onderwijs in Hulst. De paters verhuisden naar de voor hun huisvesting aangepaste voormalige mavoschool aan de Zandstraat in Hulst