Zoeken in collecties

Om aan de studenten van het juvenaat van de maristen in Hulst na hun afstuderen de voor hun priesterschap benodigde vervolgopleidingen te kunnen bieden, waren de maristen na de Eerste Wereldoorlog op zoek naar de mogelijkheid om te komen tot een eigen noviciaat en een eigen scholasticaat. In een identieke situatie verkeerden de Duitse maristen die alleen in Meppen over ook slechts een juvenaat beschikten. Met het oog daarop besloten de Nederlandse en Duitse maristen om gezamenlijk een noviciaat alsmede en een scholasticaat op te richten voor studenten uit zowel de Nederlandse als de Duitse regio. De keuze viel daarbij op het Sint Olavsklooster te Glane, een aan de Duitse grens gelegen dorp in de Twentse gemeente Losser. Dit klooster namen ze over van de Noorse zusters van de congregatie van de Heilige Josef van Chambery, die dit klooster in 1911 hadden laten bouwen. Omstreeks 1930 openden de Duitse maristen in Fürstenzell een scholasticaat. Het Sint Olavsklooster bleef toen uitsluitend als noviciaat fungeren voor zowel de Nederlandse als de Duitse studenten, die voor de verdere studies verhuisden naar het scholasticaat in Fürstenzell. De Nederlandse studenten volgden daar twee jaar filosofie om daarna aan het scholasticaat in het Wallonische Differt hun studie met vier jaar theologie te vervolgen. Het gebrek aan nieuwe intredingen dwong de maristen het Sint Olavsklooster in 1970 te sluiten. Het gebouw kwam, na als huisvesting voor gastarbeiders dienst gedaan te hebben, in handen van de Syrisch-Orthodoxe gemeenschap, die er het Sint Efremklooster vestigde