Zoeken in collecties

Pastoor Peters had het plan om in zijn parochie roomse scholen op te richten, eerst voor meisjes en misschien later ook voor jongens. De kerk bezat geen middelen om zulke stichtingen in het leven te roepen. De congregatie die het werk op zich zou nemen, zou ook zelf moeten bouwen. Op verschillende plaatsen klopte pastoor Peters tevergeefs aan. De algemeen overste zuster Theodora Slits van de congregatie van Schijndel had de moed om onder de bescherming van de H. Jozef het nieuwe huis aan te nemen. Er werd meteen met de bouw van veertien schoollokalen begonnen. Zes lokalen zouden niet als onderwijsruimte worden gebruikt, maar als woonruimte voor de zusters die naar Eindhoven zouden komen. De zusters ondervonden veel steun en waardering van de bevolking. Op 10 mei 1916 begonnen de zusters met het onderwijs. Vanwege de groei van het aantal leerlingen moesten de zusters na één jaar verhuizen om de zes lokalen voor onderwijs vrij te maken. In de aangrenzende Nieuwstraat werden vier burgerwoningen gekocht en tot woonhuis voor de zusters ingericht. Later werd ook in de Houtstraat een blok burgerhuizen aangekocht, nog later de hele rij woningen in de Houtstraat. Dit was nodig omdat met de groei van het aantal leerlingen ook het personeel groeide. De schoollokalen werden echter al snel weer te klein, de zusters hadden geen kapel en de behuizing werd krap. Daarom werd op 15 september 1921 de bouw van een groot klooster aanbesteed aan Van den Broek. Op 9 juni 1923 verhuisden de zusters naar het grote klooster. Op 7 juli van dat jaar werden de kapel en het gesticht ingezegend door Mgr. Diepen. In de tijd dat de zusters nog in de burgerwoningen huisden telde het pensionaat twee leerlingen, in 1923 waren het er twintig en drie jaar later ruim veertig. De zusters verlieten het St. Josephgesticht op 17 juni 1980