Zoeken in collecties

Wetenschappelijk missietijdschrift dat in eerste instantie bestemd is voor de leden van de Priestermissiebond en daarnaast voor een ontwikkelde lezerskring van religieuzen en leken. Het blad heeft aanvankelijk een tweeledig doel. In de eerste plaats wil men de missiekennis verdiepen door middel van commentaren op de pauselijke missie-encyclieken en artikelen over ontwikkelingen in de missiewetenschap en het missionaire karakter van de kerk. Daarnaast wil men de missieactie bevorderen aan de hand van missiekronieken, overzichten van missieactiviteiten, gegevens over vertrekkende missionarissen en lesmateriaal over missie voor scholen. Na de Tweede Wereldoorlog wordt besloten de tweeledige doelstelling van missiekennis en missieactie in afzonderlijke tijdschriften onder te brengen. Het nieuwe blad Missie-actie richt zich op de concrete missieactiviteiten terwijl het Missiewerk zich voortaan helemaal wijdt aan de bestudering van het missiewerk en de missiologie, waarbij nog meer dan voorheen de nadruk op het wetenschappelijke karakter wordt gelegd.

Jaarboek uitgegeven door de Stichting Centraal Missie Bureau, opgericht op 31 oktober 1931 en bestuurd door de kerkvoogden van Nederlands-Indië. Het bureau was gevestigd in Batavia en de apostolisch vicaris van Batavia was ambtshalve voorzitter van het dagelijks bestuur. Aan het hoofd van de afdelingen stonden priesters. Aanvankelijk waren er twee afdelingen: A. Algemene Zaken en B. Onderwijs en Opvoeding. Afdeling A werd in 1931 geleid door pater G.H. Baptist msc, afdeling B door pater Jos. van Baal sj. Rond 1940 bestonden er drie afdelingen: A. (Algemene Zaken) voor eredienst, justitie en volksgezondheid; B (Onderwijs en Opvoeding) voor het missieonderwijs en C (Administratie) voor financiën, belastingen, brandverzekering van kerken, uitgeverij en administratie. Van 1932 tot aan zijn overlijden in 1936 was pater Baptist msc directeur van het Bureau en tevens hoofd van de afdeling Algemene Zaken. Zijn opvolger was pater A.H.G. Bröcker msc. Het CIMB gaf 'Mededeelingen' uit over allerlei praktische zaken en stelde vanaf 1932, mogelijk al eerder, het Jaarboek der Katholieke Missie samen dat werd toegezonden aan alle pastorieën, kloosters en schoolbesturen in Nederlands-Indië.

Jeugdblad van de Nederlandse afdeling van Pauselijk Missiewerk der Kinderen. De doelgroep waren jongens en meisjes tot twaalf jaar en leerkrachten in het basisonderwijs (als didactische handreiking). De pedagogische doelstellingen waren het bevorderen van een vredesmentaliteit, solidariteit en een zelfkritische houding. De inhoud bestond uit verhalen en artikelen, interviews, een brievenrubriek, knutseltips en prijsraadsels, en een pagina voor ouders en leerkrachten.

Sinds 1850 gaf het Genootschap der H. Kindschheid het tijdschrift Annalen van het Genootschap der Heilige Kindschheid tot het doopen en vrijkoopen van de ongeloovige kinderen in Sina en in andere afgodische landen uit. Dit was een van de oudste Nederlandse tijdschriften. Het werd vanaf 1934 voortgezet onder de naam De kleine apostel en kreeg in 1966, uitgegeven door het Pauselijk Missiewerk der Kinderen, de naam KLAP: de kleine apostel. In 2006 hield het op te bestaan. De kleine apostel was een geïllustreerd missietijdschrift voor kinderen, bedoeld om de Nederlandse jeugd met liefde voor de missie te bezielen. De inhoud bestond uit verhalen en brieven over missiewerk, foto's, raadsels en tekeningen, lijsten van giften, lijsten van overleden abonnees en diocesane jaarverslagen van de H. Kindsheid.

In tegenstelling tot het Belgisch-Nederlandse Tijdschrift voor liturgie dat zich meer richt tot priesters en ontwikkelde leken, is het Maandschrift voor liturgie bedoeld als liturgisch volkstijdschrift. Het doel is het vermeerderen van de kennis van en de liefde tot de liturgie, overeenkomstig het doel van de Federatie van Liturgische Vereenigingen. Ofschoon de titel van het tijdschrift met jaargang 10 (1924/1925) verandert, blijft het doel van het tijdschrift ongewijzigd. Het tijdschrift bevat artikelen over de meest uiteenlopende kwesties inzake liturgie en kerkelijk ceremonieel, met o.a. rubrieken voor berichten uit het buitenland (‘Van over de grenzen’), praktische kwesties (‘Vraag en antwoord’), paramentiek (‘Liturgie en kunst’) en het kerkelijk jaar (‘Tijdliturgie’). Daarnaast bevat het mededelingen en jaarverslagen van het federatiebestuur, de vijf aangesloten diocesane liturgische verenigingen en diverse commissies.

Belgisch-Nederlands tijdschrift dat is gewijd aan liturgische vraagstukken. Het tijdschrift was een initiatief van de benedictijner-abdij in Leuven (Keizersberg), maar werd al spoedig overgenomen door de abdij Affligem. Belangrijkste doel was om de liturgische beweging in het Nederlandse taalgebied te begeleiden. Het verscheen eerst onder de titel Liturgisch tijdschrift; na beëindiging van de eerste wereldoorlog werd de titel gewijzigd in Tijdschrift voor Liturgie. Eén van de hoofddoelen was het herstellen van de centrale waarde van de liturgie in het christelijke leven. In tegenstelling tot de in Nederland uitgegeven tijdschriften Maandschrift voor liturgie / Ons liturgisch tijdschrift, en na de Tweede Wereldoorlog Het Offer (1946-1967), die meer bedoeld zijn als liturgische volkstijdschriften, richt het Tijdschrift voor liturgie zich tot priesters en ontwikkelde leken. Gerenommeerde auteurs verleenden hun medewerking aan het tijdschrift, waardoor het uitgroeide tot een gezagvol orgaan. Toen na de Tweede Wereldoorlog de Affligemse monnik dom Ambroos Verheul osb (1916-2005) de leiding van het tijdschrift kreeg, ontwikkelde het zich verder in theologisch-pastoraal perspectief. Het tijdschrift bevat geannoteerde artikelen, een kroniek van de Liturgische beweging, mededelingen, decreten en briefwisselingen over de meest uiteenlopende kwesties inzake liturgie en kerkelijk ceremonieel. Regelmatig verschijnen er themanummers. Het tijdschrift bestrijkt een periode van intense bedrijvigheid waarin de liturgiestudie uitgroeit tot een autonome en erkende wetenschap, en beslaat het gehele liturgische panorama in de decennia na 1950: van de vele vernieuwingsinitiatieven en experimenten tot de officiële kerkelijke richtlijnen. Daarbij wordt ruime aandacht besteed aan de samenhang en wisselwerking tussen de liturgie enerzijds en een mens-, maatschappij- en kerkvisie in volle evolutie anderzijds.

Semi-wetenschappelijk tijdschrift over liturgie, voortgekomen uit de Liturgische Beweging, die ernaar streeft de gelovigen de betekenis van de liturgische ceremoniën te doen begrijpen en hen de liturgie actief te doen beleven. Het tijdschrift wordt uitgegeven in België, maar is uitdrukkelijk bedoeld voor priesters en ontwikkelde leken in de noordelijke én zuidelijke Nederlanden. Het tijdschrift bevat behalve artikelen over de liturgie ook informatie over kerkelijke decreten en een rubriek voor mededelingen en nieuwsberichten.

Orgaan van de Priestermissiebond. Missie-actie publiceerde de officiële mededelingen van de H. Stoel, van het Nederlands episcopaat, van de Priestermissiebond en van de Pauselijke Missiegenootschappen die voor de missieactie van belang waren. Daarnaast gaf het blad voorlichting aan de pauselijke missieactie op landelijk, diocesaan en parochieel niveau. Met ingang van de 17e jaargang komt de nadruk vooral te liggen op bezinning op en begeleiding van de missieactie in Nederland. Vanaf 1964 is de uitgever de Pauselijke Missiewerken. Het blad bevat informatie over de organisatie en opbrengsten van de missieactiviteiten in Nederland, personalia (benoemingen, overlijden), verslagen, overzichten en kronieken. Het tijdschrift heeft naast een documentair karakter ook een pastorale functie met bezinnende bijdragen over de doelstellingen van missie en de ontwikkelingen op dat terrein. Het besteedt eveneens aandacht aan activiteiten van de St. Willibrordvereniging en het Apostolaat der Hereniging. In 1975 werd besloten om naast de Pauselijke Missiewerken, die de enige uitgever was van Missie-aktie, andere missionaire organisaties bij de uitgave te betrekken: het Centraal Missionair Beraad van de Religieuzen, het Centraal Missie Commissariaat, de Week voor de Nederlandse Missionaris, de MIVA (Missie Verkeersmiddelen Actie), het Apostolaat der Hereniging, de Sint Willibrord Vereniging en het Algemeen Secretariaat van de Nederlandse Missieraad. Het tijdschrift houdtde naam Missie aktie (ook aangeduid als MA) aan.

Memisa is het maandblad van het Comité voor Medische Missie-Actie (Memisa). Dit Comité is in 1925 opgericht in Rotterdam door enige RK artsen en onder leiding van kapelaan J. Schiphorst. Het eerste doel van Memisa was de medische scholing van de missionarissen door middel van cursussen, adviezen, een maandblad en een handboek. Directe aanleiding zijn de medische nood en het hoge sterftecijfer onder Nederlandse missionarissen. Aanvankelijk beperkt het Comité zich tot Rotterdam, maar vanaf omstreeks 1948 groeit het uit tot een landelijke organisatie met onderafdelingen. Het blad bevat praktische informatie voor de missionaris op medisch-hygiënisch terrein en nieuws van het Comité. In de loop der jaren krijgt het blad naast een medisch ook een algemeen informatief karakter: men wil het werk van het Comité bekend maken. In 1953 wordt de uitgave gesplitst in een medische en een algemene uitgave (medische editie en propaganda editie). Vanaf 1960 bevat het blad vooral informatie over het wel en wee van het medisch missiewerk, de activiteiten van Memisa en brieven van missionarissen. Daarnaast geeft het een verantwoording van de besteding der binnengekomen giften.

Katholiek strijdschrift