Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

Filter: Begijnenx
beacon
76  beschrijvingen
gesorteerd op:
 
 
 
 
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Oisterwijk
Datering:
1539 - 1725
Orde of congregatie:
Begijnen
Naam van het klooster:
Het Maagdenhuis
Plaatsnaam:
Oisterwijk
Provincie:
Noord-Brabant
Stichting/eerste vermelding:
1539
Opheffing/laatste vermelding:
1725
Geschiedenis:
Omstreeks 1500 ontstond de "Oisterwijkse Kring", een beperkte groep van semi-religieuze vrouwen. De centrale figuren waren de mystica Maria van Hout en de anonieme schrijfster van "Die Grote Evangelische Peerle". Hun levenswijze en inspiratiebronnen waren nog middeleeuws gekleurd. Uit de vruchtbare samenwerking met onder andere de Keulse kartuizers ontstond de Oisterwijkse Kring. Die leidde naar een hoogtepunt van de Nederlands-Rijnlandse mystiek aan het begin van de 16de eeuw. Tussen 1539 en 1545 verloor die beweging haar vitaliteit.
De ongeregelde leefwijze van die vrome vrouwen werd "geinstitutionaliseerd". Zij konden voortaan beschikken over een woning in Oisterwijk, het Maagdenhuis, en zouden leven volgens een regel. Vervolgens zwermden de leden van de Oisterwijkse Kring uit naar meer bezielende oorden, zoals Leuven. Op internationaal vlak was de betekenis van de Oisterwijkse Kring in de Contrareformatie uitgespeeld. De nieuwe generatie zusters in het Maagdenhuis haalde niet meer het vroegere spirituele niveau en sloeg de richting in van een vroegmoderne actieve congregatie. De woelige tijden op sociaal-economisch, politiek en godsdienstig gebied hebben het religieuze leven in het Oisterwijkse Maagdenhuis grondig beinvloed. In 1652 trok een aantal zusters naar het Belgische Duffel, waaruit het Convent van Betlehem is gegroeid. Het Oisterwijkse Maagdenhuis leidde een sluimerend bestaan tot 1725.
Gebruikte literatuur:
Timmermans, R., Het Convent van Betlehem : een half millenium vrouwelijke spiritualiteit en bedrijvigheid, Convent van Betlehem 2000, p.21-73 // Lenting, H., Ich anfangen eyn neuwe leven : spirituele omvorming in de brieven van Maria van Hout, doctoraalscriptie Theologische Faculteit Tilburg 1995, p.1-19
ENK Monasticon nummer:
MON-Z010-003
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Breda, Catharinastraat 29
Datering:
1240 - 1945
Orde of congregatie:
Begijnen
Naam van het klooster:
Het Begijnhof
Straat:
Catharinastraat 29
Postcode:
4811 XE
Plaatsnaam:
Breda
Provincie:
Noord-Brabant
Historie adressering:
Catharinastraat 23-81
Stichting/eerste vermelding:
1240
Opheffing/laatste vermelding:
1945
Type:
Hofjes en stiften
Activiteiten:
"Diverse liefdewerken"
Geschiedenis:
Vermoedelijk al omstreeks 1240 hadden zich in Breda begijnen gevestigd. In 1267 kregen ze van Hendrik V van Schoten, Heer van Breda, en zijn echtgenote Sophie Berthout de grond, waarop zij toen reeds woonden in eigendom om er een begijnhof met kerk en begraafplaats te realiseren. De daarvoor van de bisschop van Luik benodigde toestemming werd in 1270 verleend. Zo ontstond dichtbij het Kasteel van Breda het middeleeuwse Bredase begijnhof. In 1291 werd de kapel in gebruik genomen die, evenals het begijnhof zelf, aan Sint Catharina van Alexandrië toegewijd werd. Rond 1500 werd deze kerk afgebroken, die toen op dezelfde plaats door een stenen kerk vervangen werd. Ook beschikte het begijnhof al voor 1343 over een infirmerie, een huis dat als woning ingericht was voor zwakke en zieke begijnen, maar tevens diende als convent voor minvermogende begijnen. In 1496 telde het begijnhof tweeëntwintig woningen. In 1525 besloot graaf Hendrik III van Nassau-Breda, Heer van Breda, het Kasteel van Breda uit te breiden. Het begijnhof moest daarvoor wijken. In 1535 werd het begijnhof verplaatst naar de huidige locatie aan de Catharinastraat. Daar kregen zij de beschikking over de 15e-eeuwse St. Wendelinuskapel. Vanwege de in 1531 toegezegde bescherming van de Nassaus mocht het begijnhof na de Reformatie als vrijwel enige katholieke instelling in Breda blijven voortbestaan. Wel werd in 1590 de kapel voor de gereformeerde eredienst gevorderd, maar geraakte in 1625 weer in hun handen, om in 1648 voorgoed door Waals-hervormde gemeente in gebruik genomen te worden. Tegen de noordzijde van het begijnhof richtten de begijnen toen twee woningen als huiskerk in, die tot 1838 als zodanig in gebruik bleven. De Bredase begijnen legden tot ver in de 20ste eeuw slechts twee geloften af, die van gehoorzaamheid en die van kuisheid. Dit in tegenstelling tot de Amsterdamse Begijnen die de drie geloften aflegden
Gebruikte literatuur:
F.A. Gooskens, Proefschrift “Idealen en macht. Het kerkelijk netwerk van Anselmus Fabri van Breda in de vijftiende eeuw en de stichting van apostelhuizen (Universiteit Tilburg 2016), zie ook https://pure.uvt.nl/portal/files/10987100/Gooskens_Idealen_30_03_2016.pdf (14-03-2018), p. 35/36/197/218/265/266; W.F. Denslagen, ‘Begijnhoven in Noord-Nederlandse steden’, in “Bulletin KNOB”, 77 (1978), zie ook https://journals.library.tudelft.nl/index.php/knob/issue/download/77_5/183 (14-03-2018); p. 211/212; V. Paquay, ‘De stichting van de Wendelinuskapel te Breda” in “ Jaarboek De Oranjeboom”, 36 (1983), nr. 1, p. 12/16; I. Roozen, Doctoraalscriptie “De begijnen van Breda” (Theologische Faculteit Tilburg 2012), p. 13-23
Gebruikte websites:
Website Begijnhof Breda, http://www.begijnhofbreda.nl/historie/ (12-03-2018); Website Instituut Meertens, http://www.meertens.knaw.nl/bedevaart/bol/plaats/1008 (14-03-2017); Website Erfgoed Breda, https://erfgoed.breda.nl/erfgoed/archief/het-begijnhof/ (12-03-2018); Website Wikipedia, https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/9/95/Bredabegijnhof.jpg (12-03-2018)
Opmerkingen:
TS 26-11-2019
ENK Monasticon nummer:
MON-Z010-002
VU Kloosterlijst nummer:
B30
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Amsterdam, Begijnhof 26
Datering:
ca.1300 - na 1970 en voor 1988
Orde of congregatie:
Begijnen
Naam van het klooster:
[Huize Bethanië]
Straat:
Begijnhof 26
Postcode:
1012 WT
Plaatsnaam:
Amsterdam
Provincie:
Noord-Holland
Stichting/eerste vermelding:
ca.1300
Opheffing/laatste vermelding:
na 1970 en voor 1988
Activiteiten:
Bejaardenzorg; verzorging
Geschiedenis:
Het Begijnhof werd gesticht omstreeks 1300. In 1863 werd het begijnleven hersteld in de vorm van een religieuze congregatie waarin de drie beloften werden afgelegd
Gebruikte literatuur:
PA
ENK Monasticon nummer:
MON-Z010-001
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Zutphen
Datering:
1310 - 1582
Orde of congregatie:
Begijnen
Naam van het klooster:
Oude Convent
Plaatsnaam:
Zutphen
Provincie:
Gelderland
Parochie:
Zutphen-Walburg
Destijds gewest:
Gelre
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1310
Opheffing/laatste vermelding:
1582
Type:
Hofjes en stiften, v
Geschiedenis:
Uit 1310 dateert de vroegste vermelding van de begijnen in Zutphen. Ze woonden toen in een huis aan het Oudewand, dat als onderkomen voor de dominicanen had gediend en dat, toen het door de dominicanen verlaten werd, Olde Convent ging heten. Aannemelijk is evenwel dat de begijnen in 1304 en mogelijk zelfs vóór 1300 al samenleefden in dit huis, dat ze waarschijnlijk in eigendom hadden en waarvan ze het onderhoud zelf dienden te bekostigen. De begijnen stonden onder geestelijke leiding van voormelde Zutphense dominicanen, terwijl het toezicht op hun gemeenschap bij het stadsbestuur berustte. Gronden hadden ze nauwelijks in bezit, terwijl het aantal verkregen erfrentes gering was. In 1582 werd het Olde Convent door het stadsbestuur opgeheven. Er was toen nog maar weinig belangstelling om in dit begijnhuis een leven als begijn te leiden, terwijl de politieke en economische crisis, waarin Zutphen op dat moment verkeerde, daaraan beslist ook debet zal zijn geweest. De twee overgebleven begijnen namen hun intrek in het nabij gelegen klooster Rondeel van zusters des gemenen levens. Het gebouw van de begijnen heeft lange tijd als woonruimte dienst gedaan. Een deel ervan werd in 1889 verbouwd tot kerk voor de Gereformeerde Gemeente, maar heeft thans een winkelfunctie
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel II, p. 219; S.P. Wolfs, “Middeleeuwse dominicanenkloosters in Nederland” (Assen 1984), p. 311; R. van Schaïk, “Belasting, bevolking en bezit in Gelre en Zutphen (1350-1550)” (Hilversum 1987), zie ook: http://docplayer.nl/23273460-Remi-van-schaik-belasting-bevolking-en-bezit-in-gelre-en-zutphen.html (10-04-2018), p. 295/296;
Gebruikte websites:
Website Archieven Portaal Europa, https://www.archivesportaleurope.net/ead-display/-/ead/pl/aicode/NL-ZuRAZ/type/fa/id/NL-ZuRAZ-0355 (10-04-2018); Regionaal Archief Zutphen, “Transcripties van het Oude Convent, Archief van het Vrouwenconvent Het Oude Convent te Zutphen (1340-1553). Toegang 355, inventarisnummers 1-12", zie ook: http://docplayer.nl/66525488-Transcripties-van-het-oude-convent-archief-van-het-vrouwenconvent-het-oude-convent-te-zutphen-toegang-355-inventarisnummers-1-12.html (10-04-2018), p. 2
ENK Monasticon nummer:
ME-Z010-072
VU Kloosterlijst nummer:
Z18
Toon op kaart Toon op kaart