Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
13  beschrijvingen
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Brielle
Datering:
1504 - 1578
Orde of congregatie:
Cellezusters
Naam van het klooster:
Bethanië
Patroonheilige:
Sint Anna
Plaatsnaam:
Brielle
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Brielle-Cathariona
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1504
Opheffing/laatste vermelding:
1578
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het klooster van de cellezuster in Brielle, dat Bethanië en ook wel Brootsusterhuys werd genoemd en aan Sint Anna toegewijd was, lag tussen de Brigittenweg en de Commandeurstraat in het toen grotendeels nog onbebouwde stadsgebied ten westen van de kerkhoven van de Catharijnekerk en de in 1817 afgebroken Sint Pieterskerk. Hier waren toen ook de vier andere middeleeuwse Brielse kloosters gelegen. De zusters legden zich toe op het verplegen van besmettelijke zieken, met name pestlijder. Ook het afleggen van de overleden zieken behoorde tot hun taak. Tevens hielden zij zich bezig met handwerken, zoals het borduren van kazuifels. In 1578 besloot het stadsbestuur het klooster van de cellezusters af te breken. Een gedeelte bleef echter staan. Toen Brielle in 1585 aan de Engelse Kroon werd verpand en met Engelse troepen bezet was, werd dit gedeelte als paardenstallen ten dienste van de Engelse gouveneur ingericht. Op diens verzoek werd in 1589 echter ook dit gedeelte afgebroken. Het stadsbestuur verleende in 1619 toestemming hier woningen te bouwen. De bezittingen van de cellezusters kwamen in 1594 in handen van de stad Brielle en daarmee ook de inkomsten daarvan. Hierop rustte echter de verplichting, dat deze uitsluitend mochten worden aangewend ten behoeve van het bezoeken en het verzorgen van zieken. Met het oog hierop werden uit deze middelen het vroegere klooster van de cellebroeders, de toenmalige “cruytmolen” aan de Brigittenweg, aangekocht dat als pesthuis ingericht werd. Ook strekten voornoemde middelen tot betaling van de onderhoudskosten van het pesthuis alsmede van zowel de salariskosten van de pestmeester en overig personeel als de kosten van de benodigdheden voor de zieken en het afleggen en begraven van de doden
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 38; H. de Jager, ‘Bijdrage tot de geschiedenis van het klooster van St. Andries te Rugge en van de kloosters der Cellebroeders en Cellezusters te Brielle’ in “BVGO 3e reeks X”, p. 128-136; P. Don, “Voorne-Putten “ (Zwolle 1992), zie ook: file:///C:/Users/Be4All/Downloads/don_003voor01_01.pdf (16-11-2016), p. 126
Gebruikte websites:
Website Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, http://www.streekarchiefvpr.nl/pages/posts/brielle-1300---157221.php (16-11-2016); Website het genootschap voor het Nationaal Archief, http://www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/index/sortering/periode/volgorde/oplopend/eadid/3.18.16/anchor/descgrp-context-bioghist (16-11-2016)
Opmerkingen:
Ook had dit klooster zowel Zwartzusters als Brootsusterhuys als naam
ENK Monasticon nummer:
ME-Z003-005
VU Kloosterlijst nummer:
B39
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Brielle
Datering:
1484 - 1531
Orde of congregatie:
Birgittinessen
Naam van het klooster:
Mariënouwe
Patroonheilige:
Onze Lieve Vrouw
Plaatsnaam:
Brielle
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Brielle-Catharina
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1484
Opheffing/laatste vermelding:
1531
Type:
Klooster, m/v
Geschiedenis:
Het initiatief voor het stichten van een birgittenkloosten in Brielle ging in eerste instantie niet uit van Brielse burgers, maar was veeleer de verdienste van hertogin Margaretha van York, de weduwe van Karel de Stoute. Vanwege de door haar hiervoor gedane ruimhartige schenkingen van goederen buiten de stad Brielle is zij als de eigenlijke stichter van dit klooster aan te merken. De bouw van de kapel en de woonruimten voor de nonnen en monniken van de Birgittenorde, waarvoor zowel paus Innocentius VIII als de Utrechtse bisschop David van Bourgondië reeds toestemming verleend hadden, kwam mede met hulp van burgers van Brielle tot stand. In 1484 namen de zusters hun intrek in deze ruimten. Van een mannenconvent is in Brielle nauwelijks sprake geweest. Brand in 1494 dwong de kloosterlingen het klooster hier te verlaten. Ze betrokken toen binnen de stadsmuren van Brielle een nieuw klooster. Dit complex bestond behalve uit "het Brigittehof”, een ommuurde ruimte met huizen, uit een kerk, twee boomgaarden, een brouwerij en een groot herenhuis. Het armlastige, nooit tot bloei gekomen klooster, werd meegetrokken in de neergang van de stad Brielle. In 1530 zette een catastrofale stormvloed, de zogenaamde Felixvloed, Brielle en omgeving onder water. Zo ook het kloostercomplex van de Birgitten, dat langzamerhand tot bouwval verworden was. Er bleef geen andere keuze over dan te vertrekken. In 1531 verleende Karel V de kloosterlingen toestemming om naar het Brigittenklooster Mariënwater te Rosmalen te verhuizen. De zeer rijke en invloedrijke Andries van Bronkhorst kocht toen, op het herenhuis na, alle eigendommen van het klooster, waarvan zijn erfgenamen de gebouwen in 1558 aan de stad verkochten, die tot sloop daarvan overging. Alleen de poort en de muren bleven staan. De kloostermuren werden in 1950 gesloopt. De laatgotische poort werd het jaar nadien gerestaureerd en bleef zo behouden als tastbare herinnering aan de orde van de heilige Birgitta in Brielle.
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 38; U. Sander-Olsen, T. Nyberg, P. Sloth Carlsen, “Birgitta Atlas: Saint Birgitta's Monasteries/Die Klöster der Heiligen Birgitta” (Leiderdorp 2013), p. 238 t/m 242; C.N.W.M. Glaudemans, 'Vuur en Water .... Opkomst en ondergang van het Brigittenklooster Marien Voorn in Den Briel (ca. 1485-1530) in "Brielse Mare", 1 (1991), nr 1, p. 48 t/m 59
Gebruikte websites:
Website Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, http://www.streekarchiefvpr.nl/pages/posts/brielle-1300---157221.php (16-09-2016)
Opmerkingen:
Dit klooster werd ook Mariënvoorde genoemd
ENK Monasticon nummer:
ME-Z015-001
VU Kloosterlijst nummer:
B37
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Brielle
Datering:
1485 - 1531
Orde of congregatie:
Birgittijnen
Naam van het klooster:
Mariënouwe
Patroonheilige:
Onze Lieve Vrouw
Plaatsnaam:
Brielle
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Brielle-Catharina
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1485
Opheffing/laatste vermelding:
1531
Type:
Klooster, m/v
Geschiedenis:
Zie onder vrouwenkloosters: ME-Z015-001
Gebruikte literatuur:
Zie onder vrouwenkloosters: ME-Z015-001; Zie onder vrouwenkloosters: ME-Z015-001
Gebruikte websites:
Zie onder vrouwenkloosters: ME-Z015-001
Opmerkingen:
Hoewel dit klooster, dat ook wel Mariënvoorde werd genoemd, toch wel een dubbelklooster betrof, is er van een mannenconvent in Brielle nauwelijks sprake geweest.
ENK Monasticon nummer:
ME-P052-001
VU Kloosterlijst nummer:
B37
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Brielle
Datering:
1413 - 1572
Orde of congregatie:
Begijnen
Naam van het klooster:
Begijnhof
Plaatsnaam:
Brielle
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Brielle-Maerlant
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1413
Opheffing/laatste vermelding:
1572
Type:
Hofjes en stiften, v
Geschiedenis:
Over het begijnhof in Brielle, dat aan de Coppelstockstraat lag, is slechts weinig met zekerheid te zeggen. Aannemelijk is, dat dit begijnhof, dat voor het eerst in de stadsrekening over 1413-1414 vermeld werd, reeds geruime tijd voor 1400 gesticht werd. Ook niet zeker is wanneer het begijnhof de beschikking kreeg over een eigen kapel, die vermoedelijk aan Johannes de Doper toegewijd was. Het huidige gebouw zal in elk geval omstreeks 1465 opgetrokken zijn. Aan de kapel was geen begraafrecht verbonden. De begijnen werden dan ook op het kerkhof van de nabij gelegen Sint-Pieterskerk begraven. In 1541 werd besloten in de huisjes op het begijnhof, waarvan er toen steeds meer leeg kwamen te staan, de bejaarde bewoonsters van het Vrouwenhuis te huisvesten, die tot dan toe in een aan het Maarland gelegen huis ondergebracht waren. In 1571 waren er nog maar twee begijnen over en toen de stad een jaar later door de Watergeuzen ingenomen werd, betekende dit het definitieve einde van het Brielse begijnhof. De laatste oorspronkelijke huisjes werden in 1908 afgebroken. De kapel heeft onder meer als turfpakhuis en als maalderij dienst gedaan, terwijl het gebouw, na in 2008 gerestaureerd en verbouwd te zijn, de bestemming kreeg van ontmoetingsplek en steunpunt voor de bewoners van de naastgelegen zorgappartementen
Gebruikte literatuur:
P. Don, “Voorne-Putten” (Zwolle 1992), zie ook http://www.dbnl.org/tekst/don_003voor01_01/don_003voor01_01_0008.php (14-03-2018), p. 248/249; Chantal Kradolfer, ‘Brielle: Tot aan de 15e eeuw; de stad ontstaat’, zie ook website Voorne in Alle Staten, http://www.voornewiki.nl/archives/tag/brielle (14-03-2018)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z010-010
VU Kloosterlijst nummer:
B34
Toon op kaart Toon op kaart