Zoeken in collecties

Voorwerpencollectie

Als u op een afbeelding klikt, vind u meer informatie over het voorwerp. U kunt zoeken door: 

 

  • Het intypen van een woord in het zoekveld. U vindt dan resultaten als het woord letterlijk in de catalogus voorkomt.
  • Met behulp van de selectiefilters die onder het zoekveld staan (kloosterorganisatie, trefwoord).

 

 
 

Handig om te weten: als u beschrijvingen wilt zien in plaats van afbeeldingen, klik dan bij 'weergave' op: Tabelweergave. 

 

beacon
88  voorwerpen
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z072-043 Hoesje voor gewetensonderzoekboekje
Toelichting:
Zelfgemaakt hoesje in de vorm van een evelopje met nr. 398 op de flap geschreven. Binnenin een stukje stof met in rode cijfers '398' erop geborduurd.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Franciscanessen van Veghel
Materiaal/techniek:
Imitatieleer met stiksel
Lengte in cm:
6
Breedte in cm:
5
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z072-042 Hoesje voor mis- en gebedenboekje
Toelichting:
Zelfgemaakt hoesje voor het (bijgevoegde) boekje: 'Credo, mis- en gebedenboek voor dagelijks gebruik' van Fr. Jansen (Deurne 1959).
Datering:
na 1959
Deelcollectie:
Franciscanessen van Veghel
Materiaal/techniek:
Imitatieleer met plastic veter
Lengte in cm:
11
Breedte in cm:
9
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z072-079 Hoofdbekleding van de Franciscanessen van Veghel
Toelichting:
Kap (voorhoofdband of bandeau ontbreekt) met sluier en ondermuts. Vanaf 23 december 1952 dragen alle zusters aangepaste kleding. Voor de hoofdbekleding houdt dit in dat de kap en de bef van elkaar los zijn gemaakt en de kap iets kleiner en van achter wat afgeschuind wordt. De rector van Maria Oord te Meerveldhoven, A. Rubens, schreef voor de gelegenheid een rijm, waaraan de volgende regels zijn ontleend: "De zusters hebben een nieuwe dracht, 't is werkelijk 'n echte pracht; de kap is 5 centimeter kleiner, daar is 'n halsband aangenaaid, de hals kan met gemak gedraaid. Nu kunnen ze beter, zeg wie lacht er, kijken van bezij en achter.".
Datering:
1952-1956
Deelcollectie:
Franciscanessen van Veghel
Materiaal/techniek:
Wit gesteven katoenen kap, zwart katoenen sluier en wit katoenen ondermuts
Lengte in cm:
51 (1); 72 (2); 23 (3)
Breedte in cm:
17-20 (1); 97 (2)
Documentatie:
C.G.M. Bak ofm (red.), "Dankbaarheid is het geheugen des harten" (1994), p. 90-93
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z072-065 Houten vormen in doosje
Toelichting:
Gebruikt op de kleuterschool, als zogenaamde 'tweede gave', afkomstig uit het Fröbelonderwijs. Het setje bestaat uit een bal, een cilinder en twee vierkante houten vormen met drie stokjes, twee aan de uiteinden taps toelopende stokjes (7) en één recht stokje (8), voor het opzetten van deze vormen en een met twee grote en drie kleine gaatjes doorboord staafje. Aan de cilinder (4), de bal (5) en één van de vierkanten (2) zijn metalen oogjes bevestigd. In datzelfde vierkant zijn een aantal gaatjes gemaakt. Het doosje is voorzien van een schuifdekseltje en is aan één lange kant twee maal doorboord. Op één van de korte kanten van het doosje staat het cijfer '2'.
Achtergronden:
Fröbel noemde zijn concrete materialen 'Gaben' (gaven). Ze waren bedoeld als een persoonlijk geschenk; een daad, waarmee hij zijn hoogachting voor het kind wilde uiten. Naast de gaven bestaan er 'werkjes' of 'bezigheden'. De speelleermaterialen en werkjes zijn in acht groepen te verdelen, elk weer met een onderverdeling en sequentie. Na de eerste gave (zes gekleurde wollen ballen) kwam de tweede gave aan de orde: de houten bol, de kubus en de cilinder (zie figuur Bl.l). Hiermee werden de bol en de kubus als absolute tegenstellingen gepresenteerd met de cilinder (of rol) als 'bemiddelend' lichaam. Naast het wekken van een eerste notie (Ahnung) van dit hogere doel, konden bij de kinderen ook eerste noties van meetkundige begrippen
gewekt worden, zoals de aard van de verschillende vormen, hun overeenkomsten en verschillen. De onbeweeglijkheid van een staande kubus, de alom-beweeglijkheid van de bol en de lineaire beweeglijkheid van de cilinder benadrukten het dynamische karakter van de meetkundige verkenning. Dit werd ook bevorderd door de kubus om de houten spil te laten draaien volgens drie verschillende symmetrieassen: vlak-vlak, ribbe-ribbe en hoekpunt-hoekpunt. Dergelijke 'bewegingsspelletjes' waren toen iets geheel nieuws.
Datering:
1930-1940
Deelcollectie:
Franciscanessen van Veghel
Materiaal/techniek:
Hout en metaal
Lengte in cm:
21 (1); 4 (2,3); 19 (6); 19 (7); 18 (8)
Breedte in cm:
7,5 (1); 4 (2,3)
Hoogte in cm:
5,5-6 (1); 4 (4); 1 (6)
Diameter in cm:
3,5 (4); 1 (7-8)
Documentatie:
E.W.A. de Moor, "Van vormleer naar realistische meetkunde. Een historisch-didactisch onderzoek van het meetkundeonderwijs aan kinderen van vier tot veertien jaar in Nederland gedurende de negentiende en twintigste eeuw" (Proefschrift Universiteit Utrecht, 1999) via: https://www.fisme.science.uu.nl/publicaties/literatuur/1999_moor_de_0-693.pdf
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden