Zoeken in collecties

Voorwerpencollectie

Als u op een afbeelding klikt, vind u meer informatie over het voorwerp. U kunt zoeken door: 

 

  • Het intypen van een woord in het zoekveld. U vindt dan resultaten als het woord letterlijk in de catalogus voorkomt.
  • Met behulp van de selectiefilters die onder het zoekveld staan (kloosterorganisatie, trefwoord).

 

 
 

Handig om te weten: als u beschrijvingen wilt zien in plaats van afbeeldingen, klik dan bij 'weergave' op: Tabelweergave. 

 

beacon
342  voorwerpen
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z167-008 Gymjurk
Toelichting:
Zwarte geplooide jurk met halflange mouwen en een tailleband, die in het midden aan een zijkant van de jurk vastzit en met een knoop kan worden dichtgemaakt. De jurk is aan de achterzijde dicht te maken met twee knoopjes. Aan de binnenzijde onder de hals is een etiketje genaaid met daarop in rood borduursel "E 32", ter identificatie van degene die de jurk in gebruik had.
Datering:
1946-1965
Deelcollectie:
Zusters van De Voorzienigheid
Materiaal/techniek:
Stof met plastic knoopjes
Lengte in cm:
100
Breedte in cm:
35-106
Trefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z100-012 Haarspelden
Toelichting:
Schuifspelden aan een zwart koordje. Gebruikt voor het vastzetten van de sluier op het hoofd.
Datering:
[na 1965]
Deelcollectie:
Zusters Penitenten van de Eenheid
Materiaal/techniek:
Metaal met zwart plastic overtrokken
Lengte in cm:
6
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z140-015 Habijt
Toelichting:
In 1956 werd het eerste habijt van de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid te Tegelen vervangen door een nieuw habijt. Op het habijt ter hoogte van de taille bevestigde men een gordel. In de binnenzijde van de gordel zijn twee haken genaaid om de rozenkrans aan op te hangen. Aan de voorzijde van het habijt is achter een plooi een opening weggewerkt. De opening diende om bij de zak te kunnen komen die onder het habijt gedragen werd en waarin de zuster allerlei voorwerpen diende op te bergen. Op het habijt werd de vanaf 1956 nog een grote pelerine met gummikraag gedragen. Deze werd na twee jaar vervangen door een kortere pelerine met ingenaaid wit kraagje van katoen. De pelerine sleet minder snel met een katoenen kraagje. Enkele jaren daarna werd de pelerine vervangen door een ingenaaid wit kraagje op het habijt zelf. Het kraagje werd in beide gevallen met grove steken vastgezet waardoor het gemakkelijk verwijderd kon worden om te wassen. Zusters in de verpleging en in de keuken droegen een wit exemplaar van het habijt. In de winter werd het witte habijt in de keuken vervangen door een zwarte.
Datering:
1956-1967
Deelcollectie:
Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid (Steyl)
Materiaal/techniek:
Wit katoen en zwarte wol voorzien van metalen knoopjes en haakjes; wit plastic voorzien van metalen onderdelen
Lengte in cm:
123 (1); 32 (2); 17 (3); 93 (5); 145 (6)
Breedte in cm:
37-44 (1); 3,5 (5); 40-45 (6)
Diameter in cm:
13-18 (4)
Opmerkingen:
Het aanwezige exemplaar betreft niet een origineel habijt, maar een naar het origineel vervaardigd exemplaar. De gummiekraag is niet aanwezig. Voor meer informatie over de kleding van 1842 tot 1956 zie archief van de zusters onder inventarisnummer 8026.
Documentatie:
Kopieën van verschillende lijstjes met kledingstukken en andere benodigdheden die door de kandidaat-zusters meegenomen moesten worden naar het klooster en aanwijzingen voor het wasgebruik. Aanwezig in documentatiemap
Trefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z140-006 Habijt
Toelichting:
Lang habijt met geplooide rok (8 plooien aan de voorzijde en 9 aan de achterzijde) en borstpand met 12 plooien. Op de schouders knopen voor de bevestiging van werkmouwen. De los in te zetten binnenmouwen zijn van katoen. In het lijfje van het habijt zat een voering van katoen (ontbreekt) dat net als de mouwen eruit gehaald kon worden om te wassen. Het habijt zelf werd niet zo vaak gewassen. Om het habijt tegen vocht, huidvet en wrijving te beschermen gebruikte men een halsdoekje: een kraagje met daaraan een strook stof die onder de hals van het habijt geplaatst werd. Op het habijt ter hoogte van de taille bevestigde men een gordel met aan de voorzijde twee neerhangende brede stroken. In de binnenzijde van de gordel zijn twee haken genaaid om de rozenkrans aan op te hangen. Aan de voorzijde van het habijt is achter een plooi een opening weggewerkt. De opening diende om bij de zak te kunnen komen die onder het habijt gedragen werd en waarin de zuster allerlei voorwerpen kon opbergen. Het witte habijt werd gebruikt in de wijkverpleging en de keuken. Zusters dienden onder het witte habijt een eigen onderjurk te dragen die ze van thuis uit mee hadden genomen. Bij de inkleding als novice kreeg een zuster een eigen set kleding: een habijt voor de zondag en twee habijten voor de weekdagen. Het habijt werd zoveel mogelijk uit rechte stukken stof gemaakt, zoals voor de rok van het habijt, het voorstuk, de mouwen en de sluier. Als er slijtage ontstond op bijvoorbeeld het uiteinde van de mouwen werden de mouwen uitgenomen, omgedraaid en weer ingezet. Een habijt kon zo 10 tot 15 jaar mee. De statuten van de congregatie uit 1925 zeggen over het habijt: "Het religieuze kleed is een teken van geestelijke stand, een kleed van nederigheid en boete. Het is van zwarte kleur zo mogelijk uit cheviot vervaardigd. De rok mag niet te kort zijn, maar ook de grond niet raken." En over de gordel: "De gordel vermaant tot versterving en is een teken van maagdelijke reinheid.".
Achtergronden:
Na het postulaat, dat één jaar duurt, worden de tijdelijke geloften afgelegd en wordt men voor twee jaar novice. Als postulant krijgen de kandidaat-zusters een postulantenjurk, novicen dragen het habijt van de congregatie met daarop een witte sluier in plaats van een zwarte, zoals de geprofeste zusters dragen. Na aanmelding bij de congregatie krijgt de kandidaat-zuster een nummer toegekend dat in al haar kleding moet komen te staan. Novicen kregen een tijdelijk nummer met daarvoor een 'N'.
Datering:
1876-1956
Deelcollectie:
Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid (Steyl)
Materiaal/techniek:
Wol, ijzeren en plastic (druk)knoopjes en bevestigingshaakjes
Lengte in cm:
136 (1); 43 (2); 93 (3); 119 (4)
Breedte in cm:
45-55 (1); 12 (2); 44-55 (4)
Opmerkingen:
Voor meer informatie over de kleding van 1842 tot 1956 zie archief van de zusters onder inventarisnummer 8026.
Documentatie:
Kopieën van verschillende lijstjes met kledingstukken en andere benodigdheden die door de kandidaat-zusters meegenomen moesten worden naar het klooster en aanwijzingen voor het wasgebruik. Aanwezig in documentatiemap
Trefwoorden:
Bestanden Bestanden