Zoeken in collecties

Wegens ruimtegebrek van de in Kasteel Stapelen gevestigde “Apostolische School van het Heilig Bloed” werd in het park van het kasteel overgegaan tot nieuwbouw die in fasen gerealiseerd werd: in 1927 de rechtervleugel, in 1930 de linkervleugel en het middenstuk, en in 1959 de kapel. Met de nieuwbouw werd de naam van de school, die toegewijd werd aan Theresia van Lisieux , gewijzigd in “Apostolische School St. Theresia”, doch werd doorgaans “Missiehuis St. Theresia” genoemd. Meteen al na het gereed komen van de eerste fase konden de studenten de nieuwbouw betrekken, waar een in Esch afgebroken, naast de nieuwbouw weer opgetrokken houten noodkerk toen als kapel dienst deed. In het begin van de Tweede Oorlog werd het missiehuis gedurende korte tijd voor inkwartiering van Duitse soldaten gevorderd. Daarna kon het seminarieleven er weer worden hervat. Dit slechts voor korte duur. In maart 1942 moest het missiehuis ontruimd worden om voor de Duitsers als kazerne dienst te gaan doen. Na de bevrijding van Boxtel in oktober 1944 kon het missiehuis pas in mei 1945 weer als seminarie in gebruik genomen worden. Na in 1960 officieel als gymnasium erkend te zijn, werd de opleiding aan “Missiehuis St. Theresia” ook voor externe, niet seminaristen opengesteld, terwijl in 1963 samenvoeging in het schoolverband van het eveneens in Boxtel gelegen Jacob-Roelandslyceum volgde. In 1966 werd “Missiehuis St. Theresia” omgevormd tot “Internaat Stapelen”, waar jongens, die een functie in de Kerk ambieerden, hetzij als doelstelling van hun leven, hetzij als onderdeel van een andere levenstaak, kost en inwoning genoten. Ze gingen in het dorp naar school. Daar volgden ze dan veelal een opleiding aan het Jacob-Roelandslyceum, waarvan als onderdeel daarvan een aantal klassen van het gymnasium op het internaat ondergebracht was. Met name zware financiële verliezen leidde er toe dat “Internaat Stapelen” in 1976 gesloten werd. Na verkoop in 1978 van het gebouw werd het tot woonappartementen verbouwd

Vanwege de Eerste Wereldoorlog zochten assumptionisten vanuit België in Nederland hun toevlucht. Zij betrokken in 1915 Kasteel Stapelen aan de Prins Hendrikstraat te Boxtel. Tot hen behoorden ook de Nederlandse studenten aan de apostolische school in Zepperen, die gedurende korte tijd in Urmond in een daar leegstaand herenhuis hun studie hadden vervolgd. Kasteel Stapelen werd door de assumptionisten gekocht van mevrouw Mahie-de Cave, die aan de verkoop daarvan de voorwaarde stelde, dat het kasteel in handen zou komen van een mannencongregatie die de traditie zou voortzetten van de verering van het Heilig Bloed, waarvan het daaraan toegeschreven wonder in de kapel van het kasteel zou hebben plaatsgevonden. In het kasteel vestigden de assumptionisten een alumnaat, waar de studenten na afronding van een interne priesteropleiding van zes jaar konden kiezen of ze wereldheer dan wel kloosterling wilden worden. Aan dit alumnaat werd in 1922 de status van apostolische school toegekend met een eigen opleiding voor uitsluitend de assumptionisten in Nederland en die de naam “Apostolische School van het Heilig Bloed” kreeg. Door de grote toeloop van nieuwe studenten ontstond er op het kasteel een gebrek aan les-, recreatie- en slaapruimte. Aan dit probleem werd tegemoet gekomen met het in 1927 in gebruik nemen van het in het park naast het kasteel nieuw gebouwde “Missiehuis St. Theresia”. Na enkele jaren leegstand werd Kasteel Stapelen in 1939 standplaats van de regionale overste en werd het bestuurscentrum van de in 1946 opgerichte Nederlandse provincie. Voorts was het bureau van het Apostolaat der Hereniging er jarenlang gevestigd en had de missieprocurator er zijn missiebureau. Daarnaast nam een groep assumptionisten zijn intrek in het kasteel om van daaruit op het gebied van onderwijs, oecumene, bedevaarten en parochiewerk allerlei activiteiten te ondernemen. De assumptionisten woonden en werkten tot september 2018 op Kasteel Stapelen, dat kort daarna door hen verkocht werd

In 1960 werd de opleiding aan het kleinseminarie van de assumptionisten, dat in het “Missiehuis St. Theresia” te Boxtel gevestigd was, officieel als gymnasium erkend. Tegelijkertijd werd de opleiding toen ook voor externe, niet seminaristen, opengesteld, terwijl in 1963 samenvoeging in het schoolverband van het eveneens in Boxtel gelegen Jacob-Roelandslyceum volgde. In 1966 werd “Missiehuis St. Theresia” omgevormd tot “Internaat Stapelen”, waar jongens, die een functie in de Kerk ambieerden, hetzij als doelstelling van hun leven, hetzij als onderdeel van een andere levenstaak, kost en inwoning genoten. Ze gingen in het dorp naar school. Daar volgden ze dan veelal een opleiding aan het Jacob-Roelandslyceum, waarvan als onderdeel daarvan een aantal klassen van het gymnasium op het internaat ondergebracht was. Met name zware financiële verliezen leidde er toe dat “Internaat Stapelen” in 1976 gesloten werd. De assumptionisten, die toen aan het Jacob Jacob-Roelandslyceum hun taak als leraar voortzetten, vormden een nieuwe kloostergemeenschap, die in een villa aan de Parkweg te Boxtel een onderkomen vond. Toen in 2005 de twee van deze gemeenschap overgebleven paters zich op Kasteel Stapelen te Boxtel bij hun medepaters vestigden, werd de villa aan de Parkweg verkocht

Van het op het terrein van Molenweide gelegen wooncomplex Molenhof te Boxtel zijn een aantal appartementen voor verhuur aan assumptionisten gereserveerd. Dit is ook het geval ten aanzien van de aan de Achterberghstraat te Boxtel gelegen kloosterbejaardenoord Molenweide van de Zusters JMJ, dat in 2017 tot “het Wereldhuis” verbouwd is en waar sindsdien zusters en paters van verschillende congregaties met bejaarden uit voormalige, overzeese gebieden en met ouderen van Turkse en Marokkaanse afkomst samenwonen. De assumptionisten die in dit huis en in voornoemd wooncomplex wonen, vormen sinds 2002 de communiteit Molenweide-Molenhof