Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
38  beschrijvingen
gesorteerd op:
 
 
 
 
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Delft, Nassaulaan 2
Datering:
- 2007
Orde of congregatie:
Priesters van het H. Hart van Jezus
Straat:
Nassaulaan 2
Postcode:
2628 GH
Plaatsnaam:
Delft
Provincie:
Zuid-Holland
Bisdom:
Rotterdam
Opheffing/laatste vermelding:
2007
Activiteiten:
Parochiepastoraat, Sint-Franciscus-Liefdewerk, Sint Francisca Sint Francisca Romanawerk
Geschiedenis:
De Indische buurt in Delft, die onder de parochie van de Hippolytuskerk in de binnenstad viel, kreeg in 1934 de beschikking over een aan de Ternatestraat in Delft gebouwde bijkerk die in 1994 tot zelfstandige parochiekerk verheven werd. De bediening van deze kerk nam de Congregatie van de Priesters van het H. Hart van Jezus op zich, waarvan een communiteit, het Sint Jeroen Convent, gehuisvest was in het pand Nassaulaan 2 dat als pastorie deel uitmaakte van het Delftse kerkcomplex Allerheiligst Sacrament. Naast de strikte parochiële zielzorg wijdde voornoemde communiteit zich in Delft al vanaf 1927 aan het Sint-Franciscus-Liefdewerk en later ook aan het Sint Francisca Romanawerk die zich richtten op verwaarloosde jongens respectievelijk meisjes van katholieke huize met als streven hen een godsdienstige opvoeding te geven. Omdat door de groei van de parochie de kerk aan de Ternatestraat met ruimtegebrek kampte, werd in 1966 aan de Arubastraat een aan Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen toegewijde nieuwe kerk gebouwd, die evenwel in 2008 aan de eredienst onttrokken werd. Het Sint-Franciscus-Liefdewerk en ook het Sint Francisca Sint Francisca Romanawerk gingen al vanaf 1978 deel uitmaken van een algemene stichting voor club- en buurthuiswerk. Het pand Nassaulaan 2 werd in 2008 betrokken door een communiteit van de Congregatie van de Dominicanessen van Bethanië
Gebruikte literatuur:
W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel II ('s-Gravenhage 1932), p. 168; Th.A.J. Jansen, Proefschrift “De pater op de pastorie. Het aandeel van de regulieren in de parochiële zielzorg van Nederland, 1853-1966”(Universiteit Nijmegen 1976), p. 77/78, voetnoot 20/160; M. Smulders, “Midden tussen de mensen. Een eeuw Nederlandse provincie van de Priesters van het H. Hart, 1911-2011” (Nijmegen 2016), p. 133/151/152
Gebruikte websites:
Website Raad van Kerken Delft, https://raadvankerkendelft.nl/aangesloten-kerken/dossiers/sluiting-van-kerken/olvoo/ (08-06-2022); Website Raad van Kerken Delft, https://raadvankerkendelft.nl/aangesloten-kerken/katholieke-kerken/sacramentskerk/ (08-06-2022); Website Monumenten.nl, https://www.monumenten.nl/monument/525274 (08-06-2022; Website Confederatie van de Vlaamse en Nederlandse Regio van de Priester van het Heilig Hart van Jezus : “Dehonianen”, https://scj.nl/overledenen/harry-peels/ (08-06-2022); Website Nationaal Archief, https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/3.18.01.02/invnr/%402217-2218 (08-06-2022); Website Dominicanen Nederland, https://dominicanen.nl/2008/09/nieuw-huis-zusters-van-bethanie-in-delft/ (08-06-2022)
ENK Monasticon nummer:
MON-P038-008
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Delft
Datering:
1251 - 1572
Orde of congregatie:
Norbertinessen
Naam van het klooster:
Koningsveld
Plaatsnaam:
Delft
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Delft-Ursula
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1251
Opheffing/laatste vermelding:
1572
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Proosdij Koningsveld is het oudste en meest belangrijke klooster van Delft. Voor de stichting van dit norbertijner klooster gaf graaf Willem II in 1251 aan zijn tante Ricarde toestemming en stelde daarvoor zijn hof bij Delft beschikbaar. Al een jaar later werd het altaar en het kerkhof van het klooster door de wijbisschop van Utrecht gewijd. Het klooster was toen evenwel nog niet voltooid, hetgeen blijkt uit de zestig dagen aflaat, die Hendrik van Vianden, bisschop van Utrecht van 1249 tot 1267, aan eenieder, die een bijdrage voor de voltooiing van het klooster verleende, in het vooruitzicht stelde. De paterniteit van het klooster berustte bij de abt van Mariënweerd. De proost, die voor beheer van de goederen van het klooster alsmede voor zowel het contact met de norbertijner orde als de zorg voor de geestelijke belangen van de zusters verantwoordelijk was, was meestentijds uit deze abdij afkomstig. De naam van de proosdij luidde Campus Regis, oftewel Koningsveld, verwijzend naar de kroning van Willem II tot Rooms-Koning in 1248. In het begin werd het klooster mede bewoond door een aantal uit abdij Mariënweerd afkomstige monniken, die in de beginfase van het klooster waarschijnlijk tot taak hadden om de aspirant-koorzusters, die in de regel uit adellijke families gerekruteerd werden, te begeleiden. Koningsveld werd dan ook pas in 1258 voor het eerst een vrouwenklooster genoemd. Koningsveld was geen groot, maar wel een welvarend klooster. Zo bezat het kort na de opheffing ruim 500 hectare land. Voorts bezat het de kerken van Schiedam en Pijnacker en had het een groot aandeel in het bestuur van de gasthuizen te Delft en te Schiedam. Uit vrees dat de kloostergebouwen bij de belegering van Delft als uitvalsbasis voor de Spaanse legers zouden kunnen worden gebruikt, werden ze in 1572 op last van de Prins van Oranje in brand gestoken en afgebroken
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 43; B. J. P. van Bavel, “Goederenverwerving en goederenbeheer van de abdij Mariënweerd 1129-1592” (Hilversum 1993). p. 45/50/138/262; M. B. Langbroek, BA Scriptie “Aardewerk van een Delfts gasthuis uit de Late Middeleeuwen: Een onderzoek naar laatmiddeleeuws aardewerk van het Oude en Nieuwe Gasthuis te Delft” (Universiteit Leiden 2012), p. 7/25/28/76; H.L. Houtzager, ‘De rol van kerk en staat bij de stichting van het klooster Koningsveld te Delft Historische Vereniging Delfia Batavorum’ in “Delfia Batavorum, Vijftiende Jaarboek 2005” (Delft 2006), p. 94/95; G. Verhoeven, ‘Koningsveld bij Delft Theorie en praktijk van het kloosterleven’ in “Delfia Batavorum, Vijftiende Jaarboek 2005” (Delft 2006), p. 101-106/113/133; K.Kuiken, ‘Richardis van Holland’ op Website Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/RichardisvanHolland (10-04-2016)
Gebruikte websites:
Website Het Genootschap voor het Nationaal Archief, http://www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/index/eadid/3.18.07/node/c01%3A0. (10-04-2016); Website Archeologie Delft, http://www.archeologie-delft.nl/collecties/opgravingsarchief/148-koningsveld (10-04-2016); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Klooster_Koningsveld (10-04-2016)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z097-003
VU Kloosterlijst nummer:
D02
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Delft
Datering:
1470 - 1572
Orde of congregatie:
Kartuizers
Naam van het klooster:
Bartholomeüsdal; Jeruzalem
Patroonheilige:
Sint Barholomeüs
Plaatsnaam:
Delft
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Delft Hyppolytus
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1470
Opheffing/laatste vermelding:
1572
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
Stichter en grote weldoener van het kartuizerklooster Sint-Bartholomeusdal bij Delft was Frank van Borsselen, graaf van Oostervant, oudste zoon van Floris van Borsselen, heer van Sint-Maartensdijk, en laatste echtgenoot van Jacoba van Beieren. In 1470 namen de eerste monniken uit Herne en Gent hun intrek in het klooster, dat opgetrokken werd op een plek buiten de Waterslootpoort, vandaag ongeveer ter hoogte van de Kluizenaarsbocht. In 1471 werd het klooster in de orde geïncorporeerd. Simon van der Schueren, een Leuvens alumnus en Gents profes, was rector (1470) en eerste prior (1470-1480). Grote verliezen leden de kartuizers zowel bij de overstromingen in de jaren 1530 en 1532 als bij een grote stadsbrand in 1536. In de tweede helft van de zestiende eeuw verbeterde de situatie evenwel. Enkele gebouwen konden toen worden vernieuwd. Onder het aanhoudende geweld moesten de monniken in 1571 hun intrek nemen in een refugiehuis binnen de stadsmuren. Om te voorkomen dat de geuzen voor een aanval op de stad van de kloostergebouwen gebruik konden maken, werden deze in 1572 gesloopt. Nadat op 19 juli 1572 Delft was overgegaan naar de zijde van de Prins, gaf de prior de broeders verlof elk voor zich een veilig heenkomen te zoeken. Onder hen was ook Justus van Schoonhoven, die in 1556 zijn intrek in de Delftse kartuize nam, er priester gewijd werd en in het bijzonder belast was met de zorg voor de kerk en al wat daartoe behoorden. Hij wilde naar Utrecht vluchten, maar werd verraden. Vervolgens werd hij naar Brielle gevoerd, waar hij op 31 juli 1572 opgehangen werd. Hij wordt wel als martelaar beschouwd en "Salige Joost" genoemd, hetgeen echter nooit een officieel kerkelijke bevestiging gekregen heeft
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel III, p. 28/29; T. Gaens en J. de Grauwe, “ De kracht van de stilte: geest en geschiedenis van de Kartuizerorde” (Leuven 2002), p. 129/130
Gebruikte websites:
Website De Hollandse Genealogische Databank (HoGenDa), http://www.hogenda.nl/wp-content/plugins/hogenda-search/download_attachment.php?id=414&type=biography (07-03-2016)
ENK Monasticon nummer:
ME-P016-004
VU Kloosterlijst nummer:
D11
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Delft
Orde of congregatie:
Karmelieten
Naam van het klooster:
Termijnhuis Klooster Schoonhoven
Plaatsnaam:
Delft
Provincie:
Zuid-Holland
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Type:
Termijnhuis, m
Geschiedenis:
De karmelieten van Schoonhoven zouden in Delft een termijnhuis hebben gehad. Of dit ook werkelijk zo was, is onduidelijk
Gebruikte literatuur:
A. Jacobs: “Monasticon Carmelitanum Neerlandicum” (Maasmechelen 2011), p. 269;
ENK Monasticon nummer:
ME-P014-201
VU Kloosterlijst nummer:
S11b