Zoeken in collecties

Met goedkeuring van de bisschop van Den Bosch kocht de congregatie van de Paters van de HH. Harten in 1895 als eerste vestiging in Nederland een aan de Hoofschestraat in Grave gelegen voormalige bank van lening die de congregatie inrichtte voor een bescheiden aantal priesterstudenten. Deze studenten volgden hier slechts enkele jaren onderwijs. Daarna zetten ze hun studie voort in België aan de apostolische school in Aarschot, waarvoor de school in Grave aanvankelijk dan ook niet meer dan een voorbereidingsschool was. Nadat in 1898 het voormeld in Grave gekocht gebouw van een nieuwe vleugel was voorzien, groeide de opleiding daar uit tot een apostolische school, die de priesterstudenten een volledige middelbare schoolopleiding kon bieden. De verdere opleiding moesten de studenten dan in België volgen. Aangezien dit echter in de Eerste Wereldoorlog onmogelijk was, kwam er in Grave ook een noviciaat, dat in een gehuurd pand aan de Oliestraat gehuisvest werd. Dit echter slechts voor korte tijd, want in januari 1915 werd het noviciaat ondergebracht in een door de congregatie aangekocht pand dat gelegen was in de Hoofschestraat in Grave waar, zoals hierboven reeds is vermeld, de congregatie in 1895 reeds een voormalig bankgebouw verworven had. In het pand aan de Oliestraat vestigde de congregatie toen een scholastikaat dat echter, evenals het noviciaat, al in augustus 1915 vanuit voornoemde gebouwen in Grave ondergebracht werd in een door de congregatie gehuurd voormalig trappistinnenklooster aan de Eindhovensweg in Berkel-Enschot. Toen een brand in 1920 de apostolische school aan de Hoofschestraat in Grave volledig in as legde, besloten de paters van de HH. Harten Grave voorgoed te verlaten. Ze genoten toen onderdak eerst voor korte tijd nog in Grave in een oud fabriekje van de Missionarissen van de Heilige Familie en daarna in het kloostercomplex van hun congregatie in Simpelveld, totdat in 1923 de nieuwbouw van de apostolische school in Sint-Oedenrode gereed kwam

In 1986 kochten de passionisten in Grave aan de Elisabethstraat op het terrein van het blindeninstituut Theofaan, anno 2022 Visio Onderwijs Grave geheten, een paviljoen van het flatgebouw waar toen De Wingerd, een afdeling van voormeld instituut, gevestigd was. Het werd toen verbouwd tot wooneenheden, die vanaf augustus 1986 huisvesting gingen bieden zowel aan valide oudere passionisten van het Gabriëlcollege te Mook toen hun gebouwen daar in 1986 verkocht werden als aan passionisten die uit de missie terugkeerden. In september 2003 kwam aan onderhavige huisvesting een eind. De passionisten die er toen nog woonden werden in enkele verzorgingshuizen ondergebracht

De norbertijner abdij Mariënweerd te Beesd had vanaf de 14e eeuw, maar waarschijnlijk ook al eerder, in Grave een stadshof, waartoe, ter vervanging van een eerder huis, in 1449 bij de Hampoort in Grave een nieuw huis door de abdij gekocht werd. Naast refugiehuis en tweede huis voor tijdelijk verblijf fungeerde deze stadshof als overslagplaats voor de met name op de in het Land van Cuijk gelegen landerijen van de abdij voorgebrachte landbouwproducten, waarvan rogge veruit het belangrijkste was

Jean Baptiste Berthier, stichter van de congregatie van de missionarissen van de H. Familie, vestigde zich in Grave, waar hij in 1895, via vrienden daar, een drie jaar eerder door de soldaten verlaten kazerne met een militair hospitaal kocht. In een armoedig ingerichte deel van deze gebouwen vestigde hij toen een internationale school annex internaat voor al wat oudere priesterkandidaten vanaf vijftien jaar, die toen als “late roepingen” aangemerkt werden. In 1920 ontstond een afzonderlijke Hollandse afdeling van de congregatie met het Graafse klooster als moederhuis. In 1904 ging de congregatie over tot het uitgeven van het in twee talen verschijnend maandblad Messager de la Ste Famille/Sendbote der H. Familie. Vanaf toen ging het klooster in Grave tevens fungeren als drukkerij en voor de verspreiding van het drukwerk als expeditiebedrijf. Toen het Nieuwkerkse klooster van voornoemde congregatie in 1962 opgeheven werd, verhuisde het daar gevestigde noviciaat naar het klooster in Grave. In 1994 werd het Graafse klooster verkocht. Het werd toen tot appartementencomplex verbouwd