Zoeken in collecties

Het klooster Mariëndaal werd als huis van zusters des gemenen levens in 1422 gesticht in de, in de Belgische provincie Vlaams-Brabant gelegen stad Diest. In 1797 werden de zusters, die in tweede helft van de vijftiende eeuw de Regel van St. Augustinus aannamen, door de Franse Republikeinen uit hun klooster gezet. Ze namen toen de wijk naar Nederland, waar ze in Eersel een gehuurd, aan de Markt gelegen groot herenhuis betrokken. Aangezien in 1801 een schoonzoon van de toen inmiddels overleden eigenaar van dit herenhuis dit huis zelf wilde gaan bewonen, moesten de zusters naar een andere behuizing omzien. Dat vonden ze in St. Oedenrode. Hier huurden ze het kasteel Henkeshage, dat drie jaar later hun eigendom werd. Voor het houden van een pensionaat bleek Henkenshage, mede door de aanwas van de gemeenschap met nieuwe leden, na verloop van tijd te klein. In 1818 werd besloten om Henkeshage te verkopen en te verhuizen naar het ook in St. Oedenrode gelegen kasteel Dommelrode, dat de zusters huurden van een zekere Jonkheer de Kuijper, notaris en burgemeester van Veghel. Hier verbleven ze tot 1954 toen hun gemeenschap verenigd werd met die van de regularissen van kloosters Soeterbeeck in Deursen, in welk klooster zij toen hun intrek namen. De gemeente St. Oedenrode kocht in 1954 het kasteel Dommelrode aan om als gemeentehuis dienst te gaan doen

Met toestemming van de bisschop van ’s-Hertogenbosch liet de Congregatie van de Paters van de HH. Harten op in 1921 van de gemeente gekochte grond aan de Schijndelseweg in Sint-Oedenrode een klooster bouwen. In 1923 vestigde de congregatie haar kleinseminarie in dit klooster, dat Missiehuis Pater Damiaan heette maar doorgaans het Damiaancollege genoemd werd. Naar voormeld seminarie verhuisden in voornoemd jaar vanuit het klooster in Simpelveld de seminaristen die daar met hun docenten waren ondergebracht nadat in 1920 door brand hun klooster in Grave geheel was verwoest. In september 1943 werd het Damiaancollege door de Duitsers gevorderd. Tijdelijk onderkomen werd toen gevonden in het klooster in Simpelveld, in de sigarenfabriek van Mignot en De Block aan de Nijnselseweg in Sint Oedenrode, in het parochiehuis Sint Cornelius in Zeeland (NB) en in twee barakken van de Heidemij in Helenaveen. Na herstel van de opgelopen oorlogsschade kon in oktober 1947 het klooster in Sint Oedenrode weer in gebruik worden genomen, waar van 1949 tot 1967 tevens het juvenaat voor aspirant-broeders gevestigd was. In 1964 werd de opleiding aan het Damiaancollege samengevoegd met de opleiding aan het aan de Abdij van Berne verbonden Norbertuscollege in Heeswijk. Hieruit ontstond Gymnasium Bernrode in Heeswijk, waar de leerlingen uit Sint-Oedenrode vanaf toen hun opleiding volgden. Dit nu verleende aan het Damiaancollege in Sint-Oedenrode het karakter van slechts een convict, waar overigens toen ook jongens toegelaten werden die geen lid van de congregatie wilden worden. In 1971 sloot het Damiaancollege zijn deuren en ging sindsdien als verslavingszorginstelling dienst doen. De toen nog maar kleine communiteit van de paters van de Heilige Harten werd van 1972 tot 2002 gehuisvest in een aan de Nijnselseweg in Sint-Oedenrode gelegen bungalow

In 1875 werd huis De Kolk gehuurd voor het onderbrengen van de Duitse zusters. De zusters vestigden zich in 1876 in Sint-Oedenrode. Rond 1880 werd een klooster aan de Markt betrokken. Nadat plannen voor nieuwbouw in goede bedoelingen bleven steken, trok de congregatie zich in 1888 uit Sint-Oedenrode terug. De werkzaamheden werden overgenomen door de Zusters van Liefde te Schijndel

In 1875 werd huis De Kolk gehuurd voor het onderbrengen van de Duitse zusters. De zusters vestigden zich in 1876 in Sint-Oedenrode. Rond 1880 werd een klooster aan de Markt betrokken. Nadat plannen voor nieuwbouw in goede bedoelingen bleven steken, trok de congregatie zich in 1888 uit Sint-Oedenrode terug. De werkzaamheden werden overgenomen door de Zusters van Liefde te Schijndel