Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
5.727  beschrijvingen
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: 's-Hertogenbosch
Orde of congregatie:
Cellezusters
Naam van het klooster:
Op de Triniteit
Plaatsnaam:
's-Hertogenbosch
Provincie:
Noord-Brabant
Parochie:
's-Hertogenbosch
Destijds gewest:
Brabant
Bisdom:
Luik
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Enkele jaren nadat cellezusters, die verwijzend naar hun Rijnlandse afkomst zwesteren genoemd werden, zich vestigden in een huis op de Papenhulst vlakbij het Groot Begijnhof, bleek er in ‘s-Hertogenbosch nog een zelfstandige communiteit van zwesteren te bestaan. Hun huis stond bij het Groot Begijnhof op de Triniteit, vlakbij bij het huis van voornoemde andere zwesteren. Na 1361 wordt van de zwesteren op de Triniteit echter niets meer vernomen. Vermoedelijk was hun communiteit opgegaan in het convent op de Papenhulst. De zusters van dit convent, dat de naam Nazareth had, kregen in 1459 bij bul van paus Pius II toestemming geloften af te leggen en een kloosterregel aan te nemen. Ter uitvoering van deze bul verhief de bisschop van Luik hun gemeenschap in 1464 tot klooster, voorzag hen van statuten en plaatste hen onder de regel van Augustinus, waardoor de zusters vanaf toen als regularissen aan te merken waren
Gebruikte websites:
Website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), http://www.bhic.nl/onderzoeken/archievenoverzicht?mivast=235&mizig=210&miadt=235&micode=1891&miview=inv2&milang=nl#inv3t1 (23-11-2016)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z003-008
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Goes
Datering:
1445 - 1596
Orde of congregatie:
Cellezusters
Naam van het klooster:
Zwarte zusters
Patroonheilige:
Sint Agnes
Plaatsnaam:
Goes
Provincie:
Zeeland
Parochie:
Goes
Destijds gewest:
Zeeland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1445
Opheffing/laatste vermelding:
1596
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het cellezustersklooster in Goes werd op initiatief van de stad gesticht op grond van de stad, waarvoor de zusters wel aan de stad cijns verschuldigd waren. Waarschijnlijk vestigden de eerste zusters zich hier in een bestaand huisje, dat vervolgens van de kloosterkerk en de voornaamste vleugel werd voorzien. Dat moet hebben plaatsgevonden vóór 1445, het jaar waarin Pieter Adriaansz. aan de zusters vier gemeten land te Sinoutskerke schonk. In 1528 werd overeengekomen dat het Middelburgse klooster Bachtensteene aan het Goese klooster zou worden overgedragen. Deze overdracht is echter nimmer geëffectueerd. Het Middelburgse klooster bleef dan ook voortbestaan zonder dat de goederen van dit klooster naar het Goese klooster overgingen. Ook na de invoering van de hervorming in 1578 bleven de Goese zusters in bezit en gebruik van hun goederen, waarvan land in West-Zuid-Beveland, dat volgens de rekening over 1587/1588 175 gemeten groot was, deel uitmaakte. De Gecommitteerde Raden van Zeeland hadden toen echter wel als voorwaarde gesteld, dat de zusters hun habijt zouden afleggen. In 1581 was dit evenwel nog niet het geval en in 1592 werd er zelfs nog een nieuwe zuster in het convent opgenomen. Tenslotte kwam in 1596 het einde. De onroerende goederen werden verkocht. Het gebouw werd ten dienste van stad gesteld. De kloostergoederen werden voor armen bestemd en kwamen in 1627 aan het toen opgerichte weeshuis, dat in het kloostergebouw gehuisvest werd. De kloosterkerk deed al vanaf 1613 dienst als school en werd later aan de Waalse hervormde gemeente in gebruik gegeven
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 69; D. Dekker, “Een schamele landstede. Geschiedenis van Goes tot aan de Satisfactie in 1577” (Goes 2002), p. 517/522; R. Stenvert, S. van Ginkel-Meester, E. Stades-Vischer, C. Kolman en P. van Cruyningen, “Monumenten in Nederland. Zeeland” (Zwolle 2003), p. 106; M.van Dam en K.vanSchaik, Vormgevingsonderzoek-Goes, zie ook: http://www.platformexhibitions.org/wp-content/uploads/2013/06/52-VORMGEVINGSONDERZOEK-Marleen-van-Dam-+-Karien-van-Schaik-Goes.pdf (21-11-2016), p. 5, Artikel 'Nonnenkloosters te Goes (uit de oude doos)' in 1e bijvoegsel  van de "Goese Krant" van 25 november 1927
Gebruikte websites:
Website Gemeente Goes, http://www.goes.nl/gemeentearchief/straatnamen_42607/item/cloosterstraat_127231.html (21-11-2016); Website Gemeente Goes, http://www.goes.nl/gemeentearchief/straatnamen_42607/item/zusterstraat_146044.html (21-11-2016)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z003-007
VU Kloosterlijst nummer:
G08
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Dordrecht
Datering:
1387 - 1626
Orde of congregatie:
Cellezusters
Naam van het klooster:
Bethlehem
Plaatsnaam:
Dordrecht
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Dordrecht-??
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1387
Opheffing/laatste vermelding:
1626
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
In 1387 is er al sprake van dat Dordtse “brootsusters” door bisschop Floris van Wevelinckhoven bevestigd werden. Aangezien in Dordrecht de benamingen broodzuster en cellezuster toen door elkaar gebruikt werden, kan worden aangenomen dat met “brootsusters” hetzelfde bedoeld werd als cellezusters. Hiermee kende Dordrecht dan de vroegste vestiging van de cellezusters in Holland. Overigens werden de cellezusters in Dordrecht naast broodzusters ook grauwzusters genoemd. De zusters legden zich toe op het verplegen van met name pestlijders en het rouwen bij en begraven van overleden pestslachtoffers, waarbij het dan uitsluitend vrouwen betrof. In hun kosten van onderhoud voorzagen de zuster deels met aalmoezen, die zij aan de deuren inzamelden, en met het bedelen om brood. Aan dit laatste hadden ze de naam broodzusters te danken. Het klooster van de zusters, dat Bethlehem genoemd werd, lag in de Raamstraat. Van daaruit konden ze via een brug over de gracht hun kapel in de Lange Breestraat bereiken. Ook na de Reformatie bleven de zusters in hun klooster wonen. Dit in elk geval tot 1598. Er waren geen cellezusters meer in 1626. Hun goederen kwamen toen aan het "Oude Man- en Vrouwhuijs". Twee jaar later, in 1628, werd het klooster afgebroken. De kapel werd verhuurd en was tot 1680 als turfhuis in gebruik en daarna tot 1874 als stal voor de stadsmissie-karren en de paarden, die deze karren trokken
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 60; S.M.C . Leupen, ‘De kloosters van de cellebroeders en -zusters in het graafschap Holland en Zeeland tot aan de Reformatie’ in “Historisch Tijdschrift Holland”, 30 (1998), p. 68/70/82;
Gebruikte websites:
Website Regionaal Archief Dordrecht, http://www.regionaalarchiefdordrecht.nl/archief/zoeken/?mivast=46&mizig=210&miadt=46&miaet=1&micode=101&minr=752740&miview=inv2&milang=nl (19-11-2016); Website Uw Stamboom Online, http://www.uwstamboomonline.nl/passie/sites/index.php?mid=221960&kid=2147&pagina=tekstpagina (20-11-2016)
Opmerkingen:
Ook had dit klooster Zwartzusters, Grauwzusters en Broodzusters als naam
ENK Monasticon nummer:
ME-Z003-006
VU Kloosterlijst nummer:
D44
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Brielle
Datering:
1504 - 1578
Orde of congregatie:
Cellezusters
Naam van het klooster:
Bethanië
Patroonheilige:
Sint Anna
Plaatsnaam:
Brielle
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Brielle-Cathariona
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1504
Opheffing/laatste vermelding:
1578
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het klooster van de cellezuster in Brielle, dat Bethanië en ook wel Brootsusterhuys werd genoemd en aan Sint Anna toegewijd was, lag tussen de Brigittenweg en de Commandeurstraat in het toen grotendeels nog onbebouwde stadsgebied ten westen van de kerkhoven van de Catharijnekerk en de in 1817 afgebroken Sint Pieterskerk. Hier waren toen ook de vier andere middeleeuwse Brielse kloosters gelegen. De zusters legden zich toe op het verplegen van besmettelijke zieken, met name pestlijder. Ook het afleggen van de overleden zieken behoorde tot hun taak. Tevens hielden zij zich bezig met handwerken, zoals het borduren van kazuifels. In 1578 besloot het stadsbestuur het klooster van de cellezusters af te breken. Een gedeelte bleef echter staan. Toen Brielle in 1585 aan de Engelse Kroon werd verpand en met Engelse troepen bezet was, werd dit gedeelte als paardenstallen ten dienste van de Engelse gouveneur ingericht. Op diens verzoek werd in 1589 echter ook dit gedeelte afgebroken. Het stadsbestuur verleende in 1619 toestemming hier woningen te bouwen. De bezittingen van de cellezusters kwamen in 1594 in handen van de stad Brielle en daarmee ook de inkomsten daarvan. Hierop rustte echter de verplichting, dat deze uitsluitend mochten worden aangewend ten behoeve van het bezoeken en het verzorgen van zieken. Met het oog hierop werden uit deze middelen het vroegere klooster van de cellebroeders, de toenmalige “cruytmolen” aan de Brigittenweg, aangekocht dat als pesthuis ingericht werd. Ook strekten voornoemde middelen tot betaling van de onderhoudskosten van het pesthuis alsmede van zowel de salariskosten van de pestmeester en overig personeel als de kosten van de benodigdheden voor de zieken en het afleggen en begraven van de doden
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 38; H. de Jager, ‘Bijdrage tot de geschiedenis van het klooster van St. Andries te Rugge en van de kloosters der Cellebroeders en Cellezusters te Brielle’ in “BVGO 3e reeks X”, p. 128-136; P. Don, “Voorne-Putten “ (Zwolle 1992), zie ook: file:///C:/Users/Be4All/Downloads/don_003voor01_01.pdf (16-11-2016), p. 126
Gebruikte websites:
Website Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, http://www.streekarchiefvpr.nl/pages/posts/brielle-1300---157221.php (16-11-2016); Website het genootschap voor het Nationaal Archief, http://www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/index/sortering/periode/volgorde/oplopend/eadid/3.18.16/anchor/descgrp-context-bioghist (16-11-2016)
Opmerkingen:
Ook had dit klooster zowel Zwartzusters als Brootsusterhuys als naam
ENK Monasticon nummer:
ME-Z003-005
VU Kloosterlijst nummer:
B39
Toon op kaart Toon op kaart