Zoeken in collecties

In 1927 stichtten de augustijnen in Nijmegen een parochie, die vernoemd werd naar de als heilige vereerde Thomas van Villanova, een Spaanse augustijn, theoloog, filosoof en aartsbisschop die leefde van 1488 tot 1555. Deze parochie bestond uit twee, door een spoorlijn gescheiden gedeelten. Het ene gedeelte omvatte voor het leeuwendeel het Willemskwartier en het andere gedeelte bestond uit een smalle strook tussen de spoorlijn en de Graafseweg. In 1930 werd overgegaan tot de aankoop van een terrein aan de Graafseweg, hoek Looimolenweg met de daarop staande huizen. Op de open ruimte tussen de huizen verrees toen de kerk van de Thomas van Villanovaparochie. De pastorie van deze parochie bestond uit twee huizen, die onderling verbonden werden en waarvan de benedenverdieping van één van deze twee huizen afgebroken werd om als doorgang naar de kerk dienst te doen. In 1955 werd in plaats van deze pastorie, die als klooster diende voor de augustijnen die met de pastorale zorg van Thomas van Villanovaparochie belast waren, een nieuwe pastorie gebouwd, die als adres ook Graafseweg 178 kreeg. In 1972 verlieten de augustijnen, die toen naar Amsterdam-Noord verhuisden, de pastorie. Om uit de benarde financiële situatie te geraken, waarin de parochie kwam te verkeren door het al vanaf 1967 gestaag teruglopen van het kerkbezoek en daarmee van de inkomsten, werd in 1975 voormelde kerk met grond, pastorie en huizen aan de gemeente Nijmegen verkocht. Het kerkgebouw, waarvan al in 1973 tot sluiting was besloten, werd afgebroken. De vieringen werden vanaf toen gehouden eerst in de hal van de aan de Floraweg gelegen Bonifatiusschool en daarna in het wijkcentrum, dat gebouwd werd op de fundamenten van het afgebroken kerkgebouw. Opheffing van de Thomas van Villanovaparochie volgde in 1989. De kerkelijke activiteiten werden toen voortgezet in de Boskapel, Graafseweg 276 te Nijmegen

De augustijnen, die belast waren met de pastorale zorg in de Nieuwendamse parochie Sint Augustinus, namen in 1889 hun intrek in de pastorie die gevestigd was in het pand Nieuwendammerdijk 225 in Nieuwendam, dat toen nog een zelfstandig dorp was, maar dat in 1921 met de buurgemeenten Buiksloot en Ransdorp opging in de gemeente Amsterdam. Voornoemde pastorie stond aan de westzijde van de ook aan de Nieuwendammerdijk gelegen Sint Augustinuskerk, waarvan de bouw, evenals die van de pastorie, in 1889 gereed kwam. Deze kerk was de laatste van de vijf kerken, waarvan onderhavige parochie in de loop der jaren gebruik maakte. De eerste kerk stamde uit 1669 en was een schuurkerk, die de status had van een door augustijnen bediende statie, die in 1857 tot parochie verheven werd. In plaats van deze schuurkerk werd in 1685 een nieuwe kerk gebouwd, die echter niet meer was dan een loods. Deze kerk werd op haar beurt vervangen door een kerk met pastorie, waarvan de bouw in 1785 gereed kwam. In 1827werd er als opvolger van deze kerk een nieuwe kerk gebouwd, die zwaar beschadigd werd zowel tijdens de watersnoodramp van 1838 als door de ontploffing van een in de buurt gelegen buskruitfabriek. In plaats van deze kerk werd in 1889 tenslotte de hierboven reeds vermelde aan de Nieuwendammerdijk gelegen Sint Augustinuskerk in gebruik genomen. Vanuit de Nieuwendamse parochie werden er twee bijkerken in Amsterdam-Noord gevestigd en wel in 1906 en 1925 in respectievelijk de latere zelfstandige parochies Sint Rita en Allerheiligst Sacrament. In 1989 kwam er een eind aan de betrokkenheid van de augustijnen bij de Nieuwendamse parochie. In 2002 fuseerde deze parochie met voornoemde Sint Rita-parochie. In 2014 werd de Nieuwendamse Sint Augustinuskerk aan de eredient onttrokken

In 1958 werd er in Maastricht in de toen nieuwbouwwijk Malpertuis een aan Onze Lieve Vrouw van Goede Raad toegewijd rectoraat opgericht. Op verzoek van de bisschop van Roermond namen augustijnen de pastorale zorg van dit rectoraat op zich. In 1960 betrokken zij het klooster aan het Malpertuisplein. De augustijnen bestemde het klooster tot regionaal convent. Onder meer daardoor raakten zij in conflict met het kerkbestuur. Van 1958 tot 1965 diende een zogenaamde Zweedse barak als noodkerk voor het rectoraat. Deze moest in 1965 plaatsmaken voor de nieuw gebouwde kerk, die in 1965 in gebruik genomen werd. In 1978 werd het rectoraat tot parochie verheven. Een jaar later, in 1979, gaven de augustijnen de parochie aan het bisdom terug. Ze verlieten toen het klooster, dat tot 1990 verhuurd werd aan de stichting ‘Jan Baptist’, een organisatie voor gezinsvervangende dagopvang voor uit huis geplaatste kinderen. Daarna stond het enkele jaren leeg om vervolgens opnieuw verhuurd te worden, nu als privé-kliniek. Tegenwoordig zijn er de kantoren van Opera Zuid gevestigd. De omstreeks 2000 aan de eredienst onttrokken kerk werd in 2002 aan de Gemeente Maastricht verkocht. In 2003 nam Opera Zuid er haar intrek

Ten behoeve van het in Kornwerderzand voor de werklieden aan de Zuiderzeewerken ingerichte werkkamp, werd in 1928 een rectoraat opgericht, waarvoor een noodkerkje met pastorie werd gebouwd. Deze pastorie, die uit een verplaatsbare houten woning bestond, werd betrokken door de enkele augustijnen, die onderhavige, in 1933 al weer opgeheven rectoraat bedienden