Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
1.293  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Hoorn
Datering:
1479 - 1496
Orde of congregatie:
Zusters van het Gemene Leven
Naam van het klooster:
Zusters aan de Clopport
Plaatsnaam:
Hoorn
Provincie:
Noord-Holland
Parochie:
Hoorn
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1479
Opheffing/laatste vermelding:
1496
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
In een akte uit 1479 lieten drie vrouwen in Hoorn vastleggen dat hun bezit voortaan gemeenschappelijk zou zijn. Hiermee kwam een gemeenschap tot stand die alle kenmerken vertoonde van een zusterhuis des gemenen levens. De vrouwen woonden in individuele woningen, die eigendom waren van het kruisherenklooster Pietersdal te Hoorn. Deze woningen waren gelegen in een steegje, dat de naam Clopport had en dat aan de Gedempte Turfhaven tegenover voornoemd klooster lag. Het is aannemelijk dat, mede gezien het vorenstaande, tussen onderhavige gemeenschap, die geen eigen kapel had, en dit kruisherenklooster een nauwe band bestond. Er zijn geen aanwijzingen dat na het overlijden in 1496 van de laatste van de drie vrouwen deze kleine gemeenschap is blijven voortbestaan
Gebruikte literatuur:
Ch. Schrickx, Proefschrift “Bethlehem in de Bangert: Een historische en archeologische studie naar de ontwikkeling van een vrouwenklooster onder de orde van het Heilig Kruis in het buitengebied van Hoorn 1475-1592” (Universiteit Leiden 2015), p. 53, p. 53, voetnoot 59;
ENK Monasticon nummer:
ME-Z135-011
VU Kloosterlijst nummer:
H96
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: 's-Hertogenbosch
Datering:
1409 - 1629
Orde of congregatie:
Zusters van het Gemene Leven
Naam van het klooster:
Ten Orthen
Patroonheilige:
Sint Andreas
Plaatsnaam:
's-Hertogenbosch
Provincie:
Noord-Brabant
Parochie:
's-Hertogenbosch
Destijds gewest:
Brabant
Bisdom:
Luik
Stichting/eerste vermelding:
1409
Opheffing/laatste vermelding:
1629
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Op door ridder Johan ten Orthen bij testament daartoe bestemde grond werd in 1409 in de Triniteitsstraat in ‘s-Hertogenbosch een huis van zusters des gemenen levens gesticht. In 1423 werd dit huis, dat de naam Ten Orthen kreeg, verplaatst naar de Hinthamerstraat. Jan van Heinsberg, prins-bisschop van Luik, stond in 1434 de zusters een eigen kapel toe. Deze kapel werd toegewijd aan St. Andries en aan St. Agnes, die ook de patroonheilige van het zusterhuis was. De zusters voorzagen met het weven van linnen in hun levensonderhoud. Hiermee traden zij in concurrentie met de linnenwevers in de stad. Dit nam zulke vormen aan dat de Bossche magistraat de zusters het weven verbood. Om dit verbod te omzeilen, betrok in 1435 een groot deel van de zusters een huis in Vught, om daar de linnenweverij voort te zetten. Dit huis bleef met het huis in ’s-Hertogenbosch één gemeenschap vormen. In 1444 vestigden zich ook fraters bij het huis in ’s-Hertogenbosch. Er werd toen gesproken van een dubbelklooster. Dit behoeft evenwel enige nuancering, alleen al vanwege het feit dat, doordat de zusters en ook de fraters geen kloostergeloften aflegden, er van kloosterlingen geen sprake was. Bovendien leefden de zusters en de fraters, die elk hun eigen statuten hadden, in van elkaar gescheiden gebouwen. Alleen van de kapel maakten ze gezamenlijk gebruik. In 1473 wilde de gemeenschap in Vught zich van die in ’s-Hertogenbosch afscheiden. De zusters in Vught werden toen naar ’s-Hertogenbosch teruggeroepen. Hun huis werd nog hetzelfde jaar verkocht aan de kartuizers, die er de kartuize Sint-Sophia vestigden. Toen in 1629 Frederik Hendrik ’s-Hertogenbosch innam, moesten de mannelijke kloosterlingen, waartoe ook de fraters gerekend werden, terstond de stad verlaten. De zusters mochten in hun huis blijven wonen, maar waren, doordat zij geen nieuwe zusters meer mochten aannemen, tot uitsterven gedoemd. De kloostergebouwen raakten in verval en vielen uiteindelijk fasegewijze aan de sloophamer ten offer
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 97; A.G. Weiler, “Volgens de norm van de vroege kerk: De geschiedenis van de huizen van de broeders van het Gemene Leven in Nederland” (Nijmegen 1997), p. 150/151; J.A.M. Hoekx, G. Hopstaken, A.M. van Lith-Drooglever Fortuijn en J.G.M. Sanders, “Kroniek van Molius : Een zestiende-eeuwse Bossche priester over de geschiedenis van zijn stad” ('s-Hertogenbosch 1992), Zie ook: Website Bossche Encyclopedie, http://www.bossche-encyclopedie.nl/overig/kloosters/zusters%20van%20orthen.htm (06-01-2017, pz 137-139; Roelands, ‘Zusters van Orthenpoort’ op website Bossche Encyclopedie, http://www.bossche-encyclopedie.nl/Straten/Orthenpoort,%20Zusters%20van.htm?p1=../verdwenen%20namen%20van%20straten%20en%20stegen/_index.1.htm?title=Verdwenen%20straten%20en%20stegen&t1=Verdwenen%20straten%20en%20stegen&title=Colverspoort (07-01-2017); H. Molhuysen, ‘Een toepdrive in de voormalige kloosterpoort”, website Bossche Encyclopedie , http://www.bossche-encyclopedie.nl/overig/kloosters/zusters%20van%20orthen.htm (06-01-2017); P.L. Leget-Kuijlen & J.N. Leget, ‘De Zusters van Orthen te ’s-Hertogenbosch’ op website Bossche Encyclopedie, http://www.bossche-encyclopedie.nl/overig/kloosters/zusters%20van%20orthen.htm (06-01-2017); Sasse van Ysselt; ‘Het klooster der Zusters van Orthen’ op website Bossche Encyclopedie; http://www.bossche-encyclopedie.nl/overig/kloosters/zusters%20van%20orthen.htm (06-01-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z135-010
VU Kloosterlijst nummer:
H64
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Groningen
Datering:
1468 - 1510
Orde of congregatie:
Zusters van het Gemene Leven
Naam van het klooster:
Vrouwe Ludekenshuys
Plaatsnaam:
Groningen
Provincie:
Groningen
Parochie:
Groningen-Martinus
Destijds gewest:
Oversticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1468
Opheffing/laatste vermelding:
1510
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Met de schenking van al haar goederen is Ludeke, weduwe van Albert Jarich, als stichteres aan te merken van de gemeenschap van zusters des gemenen levens in Groningen, van welke gemeenschap ook zij deel ging uitmaken. Het huis, waar deze gemeenschap onderdak vond -het Vrouwe Ludekenshuys- stond aanvankelijk aan het Martinikerkhof, een groot plein in de binnenstad van Groningen. Later werd het verplaatst naar de Breedegang, tegenwoordig Haddingedwarsstraat geheten. In 1468 kwam de geestelijke leiding van de zusters te berusten bij de in het Mattheüshuis aan het St.-Walburgkerkhof gevestigde broeders des gemenen levens, die ook de zorg op zich genomen hadden van het door voornoemde Ludeke en haar echtgenoot gestichte armenhuis
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 78; A.G. Weiler, “Volgens de norm van de vroege kerk: De geschiedenis van de huizen van de broeders van het Gemene Leven in Nederland” (Nijmegen 1997), p. 121/129/130;
Opmerkingen:
Het klooster werd ook Zusters wonende bij het fraterhuis genoemd
ENK Monasticon nummer:
ME-Z135-009
VU Kloosterlijst nummer:
G44
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Groenlo
Datering:
1442 - 1620
Orde of congregatie:
Zusters van het Gemene Leven
Naam van het klooster:
Oude of Willekensconvent
Plaatsnaam:
Groenlo
Provincie:
Gelderland
Parochie:
Groenlo
Destijds gewest:
Gelre
Bisdom:
Münster
Stichting/eerste vermelding:
1442
Opheffing/laatste vermelding:
1620
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Het in de Kerkstraat gelegen Willekensklooster was het oudste klooster van Groenlo, dat al voor 1442 bestond. Dit klooster van zusters des gemenen levens werd ook wel het Oude Convent genoemd ter onderscheiding van het ook in Groenlo gelegen regularissenklooster Engelhuizen. Het Willekensklooster leidde zo’n armetierig bestaan, dat de apostolische vicaris Philippus Rovenius in 1620 besloot de goederen van dit klooster bij die van Engelhuizen te voegen. De vijf overgebleven zusters van het Willekensklooster, die al in het klooster Engelhuizen woonachtig waren, kregen toen drie maanden bedenktijd of ze wilden blijven, waartoe ze zich dan aan de regel van Sint Augustinus moesten onderwerpen. Besloten ze om te blijven, dan behielden ze nog een jaar de vrijheid om alsnog uit te treden. Ze konden dan slechts aanspraak maken op de goederen die zij persoonlijk ingebracht hadden. Stierf een van de zusters dan moest aan burgerdochters uit Groenlo voorrang gegeven worden de dan opengevallen plaats in te nemen. Vroeger beschikte ten aanzien van het Willekensklooster de Groenlose magistraat in zulke situaties al over de nodige invloed
Gebruikte literatuur:
R. van Schaïk, “Belasting, bevolking en bezit in Gelre en Zutphen (1350-1550)” (Hilversum 1987), zie ook: http://docplayer.nl/23273460-Remi-van-schaik-belasting-bevolking-en-bezit-in-gelre-en-zutphen.html (10-04-2018), p. 295; W. Kohl, “Das Bistum Münster. Die Schwesterhäuser der Augustinerregel” (Berlijn 1968), zie ook: https://rep.adw-goe.de/bitstream/handle/11858/00-001S-0000-0001-CC3D-5/NF%203%20Kohl%20Schwesternh%C3%A4user.pdf?sequence=6 (29-05-2018), p. 289/292; J. van der Puijm, "Groenlo in de Tachtigjarige Oorlog. De Achterhoek als strijdtoneel 1567-1627" (Groenlo 2009), p. 221/243/261
Gebruikte websites:
Website Archieven.nl: Gelders Archief, https://www.archieven.nl/nl/zoeken?miview=inv2&mivast=0&mizig=210&miadt=37&micode=0316&milang=nl#inv3t1 (22-07-2017)
Opmerkingen:
Dat het hier zusters des gemenen levens betrof is waarschijnlijk, maar niet geheel zeker
ENK Monasticon nummer:
ME-Z135-008
VU Kloosterlijst nummer:
G32
Toon op kaart Toon op kaart