Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Voorwerpencollectie

Voorwerpencollectie

Als u op een afbeelding klikt, vind u meer informatie over het voorwerp. U kunt zoeken door: 

 

  • Het intypen van een woord in het zoekveld. U vindt dan resultaten als het woord letterlijk in de catalogus voorkomt.
  • Met behulp van de selectiefilters die onder het zoekveld staan (kloosterorganisatie, trefwoord).

 

 
 

Handig om te weten: als u beschrijvingen wilt zien in plaats van afbeeldingen, klik dan bij 'weergave' op: Tabelweergave. 

 

beacon
105  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z052-029 Habijt van de Franciscanessen van Charitas gedragen tot 1958
Toelichting:
Zwart habijt gedragen door geprofeste zusters van de Congregatie van de Franciscanessen van Charitas. In de mouwen extra binnenmouwen. Bij het habijt hoort een zwart scapulier dat, door middel van een extra strook stof, lang of kort gedragen kon worden. Op de voorzijde van het scapulier is met zwarte draad een passiekruis geborduurd. Om het middel werd een wit koord gedragen met daaraan de grote rozenkrans. Het koord heeft, afgezien van de knoop om het koord vast te maken, drie knopen. Deze staan symbool voor de drie geloften die de zusters bij intrede in de congregatie aflegden. Tevens aanwezig is een identiek zwart koord. Op de borst, over het habijt, droegen de zusters een witte bef. Op het hoofd een witte muts met daarop een witte kap. Aan de kap werd de zwarte sluier vastgespeld. De zwarte onderrok die onder het habijt werd gedragen, is niet aanwezig.
Datering:
vóór 1958
Deelcollectie:
Franciscanessen van Charitas
Materiaal/techniek:
Zwarte stof met grijze stof gevoerd (1); zwarte stof (2,3); wit katoen (4); zwart katoen (5); bruin leren koord met daaraan ronde houten kralen, drie langwerpige houten kralen die tezamen een gelijk-armig kruis vormen en een houten kruis met metalen corpus (6); gesteven wit katoenen bef (7); wit katoenen muts (8); wit katoenen kap met versteviging (9); zwarte stof (10)
Lengte in cm:
130 (1); 125 (2,3); 145-160 (4,5); 60 (6, incl. corpus); 26 (7); 17-23 (8); 48 (9); 72 (10)
Breedte in cm:
40-43 (1); 34 (2,3); 31 (7); 11-13 (9); 110 (10)
Documentatie:
Bakker, C.Th. en G. van Overbeke, "Zusters in de zorg. Een geschiedenis van de Franciscanessen van Charitas" (Zutphen 2014), p. 271-277
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P012-030 Habijt van de Dominicanen
Toelichting:
De set bestaat uit: een crémekleurige habijt (1), scapulier (2) en een zwarte cape (3).
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Dominicanen
Materiaal/techniek:
Textiel [wol] genaaid
Lengte in cm:
160 (1); 135 (2); 135 (3)
Breedte in cm:
50-145 (1); 40 (2); 35-150 (3)
Opmerkingen:
Zie voor de hoofdbekleding en accessoires bij het habijt: VW-P012-033 en VW-P012-034.
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z031-005 Habijt van de Dochters van Maria Hulp
Toelichting:
Werd gedragen met een collaar (kraag).
Datering:
Ca. 1965
Deelcollectie:
Dochters van Maria Hulp/Zusters van Don Bosco
Materiaal/techniek:
Genaaid textiel
Lengte in cm:
108
Breedte in cm:
38-100
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z006-007 Habijt van de Augustinessen van Sint Monica
Toelichting:
Na ca. 1948 kwam er een scheiding in kleding binnen de congregatie. Door postulanten en oblaten werd het korte zwarte habijt gedragen, met daarop een riem en een paarse stopdas met speld. In de kapel kwam hier overheen een korte zwarte pellerine (schoudermanteltje) en een korte paarse sluier. De pellerine werd door de zusters ook wel 'apejasje' genoemd. Buitenshuis droegen de postulanten en oblaten een zwarte jas met hoed (en later een kapje met paars randje). Door de novicen en (tijdelijk) geprofeste zusters werd het lange zwarte habijt gedragen, met daarop een riem en een zwart sluiertje met een groen randje (het aanwezige exemplaar van de habijt is tot ca. 2000 gedragen (4)). Ook droegen ze een soort gekleurde halsdoek met daarover een geminimaliseerde zwarte capuche (korte gesloten schoudermantel met kap), maar dan zonder kap. Deze is later vervangen door een geminimaliseerde zwarte capuche (eveneens zonder kap) met gekleurde rand om de hals. Buitenshuis droegen de novicen en (tijdelijk) geprofeste zusters het korte zwarte habijt, een sluiertje en een zwarte jas. Vanaf ca. 1965/1970 droegen de zusters van 1 mei tot 1 oktober witte habijten, zowel in huis als in de kapel. Buitenshuis droegen ze hierop een lichte mantel en later korte lichte jasjes. Het witte habijt is door de jaren heen verschillende keren aangepast. Het eerste model was een simpel en recht habijt (7). Dit exemplaar is gelabeld "Marie-Jacques". Een van de witte habijten (9-11) heeft een ingenaaid label met de tekst "Zr. A. van Dijk, Monicahof Huize Witven". Een ander wit habijt (12-14) heeft een label "Nic". De losse capuche met paarse 'doek' heeft een ingenaaid label met "Helena"..
Datering:
ca. 1948-2009
Deelcollectie:
Augustinessen van Sint Monica
Materiaal/techniek:
Habijt, capuches, pellerine en riemen van zwarte en paarse wol; habijten, capuches en riemen van synthetische stof; katoenen pellerine en boordjes; metalen drukknoopjes, haakjes en rits; plastic knopen en riemgespen; elastieken band; leren riem
Lengte in cm:
101-118 (korte habijten); 144 (4); 21-32 (capuches); 118-200 (riemen); 67-69 (pellerines)
Breedte in cm:
37-108 (korte habijten); 38-145 (4); 39-42 (capuches); 3-4,5 (riemen); 15-128 (pellerines)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden