Zoeken in collecties

Blad voor katholieke jeugd. Een belangrijk doel van het blad is het beschermen van de zielenheil van zijn lezertjes. Vanaf 1896 wil men de lezers niet alleen stichten maar ook vermaken. Bevat Puk en Muk

Preektijdschrift voor priesters, in de eerste en tweede reeks geordend volgens het kerkelijk jaar: van de eerste zondag van de Advent tot en met de laatste zondag na Pinksteren; de nieuwe reeks is thematisch geordend.

Katholiek opvoedkunding tijdschrift voor jeugdleiders en -leidsters die zich bezighouden met de vorming der 'rijpende' jeugd (vanaf circa veertien jaar). Het blad is opgericht vanuit de behoefte aan een podium voor bezinning en studie, waar jeugdleiders van gedachten kunnen wisselen over alles wat van belang is voor de opvoeding van betreffende groep. Uitgangspunt is het streven naar eenheid in het katholieke jeugdwerk in Nederland. Aanvankelijk een blad voor en door priesters, maar vanaf 1933 verdwijnt het exclusief klerikale karakter en vanaf 1947 wordt het jeugdvraagstuk niet meer benaderd vanuit de kerkelijke leer. Het centrale doel van Dux in deze periode is de ontwikkeling van de jeugd tot geestelijk gezonde katholieke volwassenen die leven en geloven vanuit zedelijke vrijheid en verantwoordelijkheid. Na 1960 maakt de katholieke identiteit plaats voor een oecumenische oriëntatie.

Tijdschrift ter ondersteuning van de katholieke missie in Noorwegen, met onder meer informatie over vertrek van priesters en zusters, gebedsacties, propaganda-avonden, financiële acties, bedevaarten enz. Als missieblad stak het gunstig af tegen andere bladen door zijn formaat, vormgeving, rijke illustraties en het gebruik van stevig glanzend papier. Het vervulde tevens de functie van contactorgaan tussen de Nederlandse priesters en zusters in Noorwegen en het thuisfront. Poels, p. 320-321, typeert het blad als volgt: “De redactie beperkte zich tot het opnemen van korte, goed leesbare bijdragen, onderhoudend of meer diepgravend, over de Nederlandse activiteiten voor de Noorse missie of over de Nederlandse priesters en zusters in Noorwegen, over de geschiedenis van de katholieke kerk in Noorwegen en over haar vooruitgang. Het blad ruimde daarnaast plaats in voor apologetische verhandelingen, bijvoorbeeld over het protestantse eenheidsstreven van Söderblom. Ook gaf het tijdschrift brede informatie over de cultuur, geografie en geschiedenis van Noorwegen: Scandinavische heiligen, Ibsen, maar ook wolven in Lapland passeerden de revue. Tevens besteedde het blad regelmatig aandacht aan de kerkelijke ontwikkelingen in de andere Noord-Europese landen.” Na 1946 werd het blad onder de redactie van A.J.M. Rottier niet langer als een missieblad gepresenteerd, maar als een blad over religie en cultuur in Noorwegen met veel aandacht voor de Noorse lutherse kerk. Mede daarom sloot het blad zich in 1967 niet aan bij het nieuwe tijdschrift Bijeen. Afnemende belangstelling en financiële tekorten leidden tot een “devaluatie” van het tijdschrift, totdat het uiteindelijk op aandringen van de Noorse bisschop J. Gran werd opgeheven.

Officieel orgaan van de aan de Jezuïeten verwante Mariacongregaties in Nederland. Het blad is uitsluitend verkrijgbaar voor priesters en theologanten en wil hen behulpzaam zijn bij hun taak de “Mariacongregaties tot nog hoogeren bloei op te voeren” (1(1917), nr. 1, p. 1). Het geeft informatie over het wezen, de geschiedenis, verbreiding, bestuur, afdelingen, doelstellingen, leefregel, activiteiten en geschriften van de Mariacongregatie (MC) in binnen- en buitenland. Daarnaast haakt het in op de actualiteit, bijv. politieke stromingen in de wereld, geestelijke en zedelijke (jeugd)vorming. Het tijdschrift besteedt veel aandacht aan pauselijke richtlijnen, correspondenties en toespraken, artikelen over o.a. Mariaverering, het priesterschap, kerkvaders, patroonheiligen, lekenapostolaat en missiewerk en geeft uitgewerkte suggesties voor conferenties, preken en toespraken. Veel aandacht gaat ook naar de samenwerking van de Mariacongregatie met andere godsdienstige en apostolische verenigen, zoals het Apostolaat des Gebeds, de Katholieke Actie (KA), Sobriëtas en de Katholieke Film Actie (KFA). Geloofsvernieuwing wordt nagestreefd volgens de richtlijnen van de in sept. 1948 door paus Pius XII uitgevaardigde Apostolische Constitutie Bis Saeculari, een terugkeer naar de oorspronkelijke geest en het vurige apostolische elan van de Mariacongregatie, maar wel aansluitend bij de eisen en behoeften van de moderne tijd.

Publiciteitsorgaan van het aartsbisdom Utrecht, in hoofdzaak bedoeld voor de clerus. Het blad bevat een officieel gedeelte met alle besluiten, brieven e.d. van de hiërarchische overheid (Utrecht, Rome) en een niet-officieel gedeelte met artikelen en andere bijdragen van geestelijken. Daarnaast is er in het blad ruimte voor mededelingen van praktisch belang.

Congo was een Belgisch wetenschappelijk tijdschrift gewijd aan Afrikaanse studies. Het richtte zich in het bijzonder op het Belgische koloniale rijk (het huidige D.R. Congo, Rwanda en Burundi). Het tijdschrift bevatte zowel Franstalige als Nederlandstalige artikelen. De redactie was in handen van Édouard De Jonghe. Het tijdschrift kende zes secties, waaronder informatieve artikelen (vaak etnografie), 'studies van bredere fenomenen', studies over handel, en een gedetailleerde bibliografie. Vanaf 1926 verscheen Congo samen met het Bulletin de la Société Belge D'Études Coloniales (Bulletin van de Belgische Vereniging voor Koloniale Studies). De publicatie stopte tijdens de Duitse bezetting van België, het werd in 1947 nieuw leven ingeblazen onder de titel 'Zaïre: Congolees tijdschrift'. De publicatie stopte in 1960, kort na de onafhankelijkheid van Belgisch Congo. / Brussel

Vooraanstaand theologisch tijdschrift met edities in verschillende talen. In het eerste nummer schreven K. Rahner en E. Schillebeeckx over het doel: “In dit tijdschrift willen echte wetenschapsmensen van de theologie zich richten tot de mannen van het praktische werk in de kerk, van wier beslissing en daad veel in de kerk afhangt en die, ook op grond van de ervaringen van het concilie [Tweede Vaticaanse Concilie], weten dat de beslissingen van de praktijk en de verkondiging van het evangelie in deze tijd ook iets moeten leren van de echte theologische wetenschap (zoals natuurlijk ook omgekeerd). […] Het nieuwe tijdschrift wil aan zulke mannen van de Kerk (leken met kerkelijke verantwoordelijkheid niet uitgezonderd) via een internationale kring van medewerkers telkens opnieuw informatie verstrekken over nieuwe vragen en nieuwe antwoorden in alle theologische vakken overal op aarde, en wel zakelijk, evenwichtig, in zorgvuldig overwogen selectie en zodanig dat juist datgene wat voor zo’n lezerskring werkelijk belangrijk is, naar voren wordt geschoven”. Tot en met 1972 is elke aflevering gewijd aan een traditioneel theologisch vakgebied: dogmatiek, liturgie, oecumene, moraaltheologie, kerkelijk recht, spiritualiteit, exegese. Daarna zijn thema’s leiden, aan de hand van concreet gestelde problemen in wereld en kerk. In een terugblik in het laatste nummer van de Nederlandse editie schrijft Jan Peters dat het blad “de vernieuwende impulsen van het Tweede Vaticaans concilie [heeft] opgenomen. Vanaf de jaren 1970 werd Concilium een belangrijk internationaal klankbord voor bevrijdingstheologie en feministische theologie, later voor contextuele theologieën. Steeds meer zijn de kennis van andere religies, de interreligieuze dialoog en de problemen op het terrein van de mondialisering voor het voetlicht komen staan. Door Romeinse instanties is Concilium wel met wantrouwende ogen bekeken, en inderdaad heeft Concilium vaak als spreekbuis gediend voor constructieve kritiek.”

Tijdschrift over religieus leven, (en later) kerkelijk recht en moraaltheologie, opgericht door Arthur Vermeersch sj aan de Universiteit van Leuven. Vanaf 1919 was Vermeersch als docent werkzaam aan de Pontificia Università Gregoriana, een theologisch seminarie in Rome. Het Tijdschrift verhuisde met hem mee en bestaat vandaag de dag nog steeds onder de titel 'Periodica de re canonica, Journal of the Faculty of Canon Law of the Pontifical Gregorian University'. / Brugge

Wetenschappelijk tijdschrift van katholieken huize dat werd opgericht vanuit de Katholieke Leergangen te Tilburg. In het eerste nummer schreef de redactie in ‘Een woord van vertrouwen’ dat er voor de katholieke historicus in Nederland nog “een onafzienbaar veld van werkzaamheid” open lag: “Katholiek Nederland is niet in het bezit van een goed gedocumenteerde, wetenschappelijk gezaghebbende geschiedenis van zijn vaderlandsche Kerk”. Het Historisch tijdschrift kan weliswaar het tekort niet aanvullen, maar “wel kan het er toe bijdragen de beschikbare krachten te concentreeren naar het bereiken van de ontzaglijke synthese, welke wij voor ons zien”.