Zoeken in collecties

Mede doordat voorzien werd dat haar studiehuis in Leuven binnen afzienbare tijd met ruimtegebrek te maken zou krijgen, besloot de congregatie van de Missionarissen van Scheut al in 1921 om ook in Nijmegen een studiehuis op te richten. Na lang aarzelen gaf de bisschop van ‘s-Hertogenbosch hiervoor zijn toestemming, maar verbond daaraan wel enkele voorwaarden. Zo mocht onder meer het op te richten studiehuis alleen voor hogere studies worden gebruikt, mocht de kapel niet openbaar zijn, moesten de paters in hun onderhoud voorzien zonder ter plaatse giften in te zamelen en mochten zij zich niet met parochiezaken bemoeien. Onderhavig studiehuis verrees in 1923 aan de Verlengde Groenestraat. Het werd het Bisschop Hamerhuis genoemd naar de in Nijmegen geboren missionaris Ferdinand Hamer, die in Mongolië tot bisschop werd gewijd en tijdens de Bokseropstand onder de meest afschuwelijke omstandigheden ter dood gebracht werd. Als verwijzing naar de missionering van de missionarissen van Scheut in China werd het nieuwgebouwde studiehuis voorzien van een uit het dak oprijzend twee verdiepingen tellende pagode-toren. In 1924 betrok een eerste groep filosofiestudenten het studiehuis, dat vanaf ook 1934 als noviciaat voor Nederlandse postulanten en vanaf 1939 als theologicum voor de Nederlandse studenten dienst ging doen. Op bevel van de Duitse bezetter werd het Bisschop Hamerhuis in mei 1942 ontruimd. De filosofiestudenten verhuisden naar het missiehuis Oud Sparrendaal in Vught. De novicen vonden onderdak in het Gelderse Afferden en de theologiestudenten in Dreumel. Na enige omzwervingen keerden in april 1946 zowel de novicen als de theologiestudenten terug naar het Bisschop Hamershuis waarvan inmiddels de in de oorlog opgelopen schade hersteld was. In augustus 1946 volgden de filosofiestudenten. In 1970 verkocht de congregatie van de Missionarissen van Scheut het studiehuis aan de Nijmeegse universiteit. Thans is het in gebruik bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN)