Zoeken in collecties

Doordat het Juvenaat H. Hart in Bergen op Zoom met ruimtegebrek kampte, besloot de Congregatie van de Priesters van het H. Hart van Jezus in 1928 om aan de weg Helmond-Deurne op een deel van de gronden die behoorden bij de door voornoemde congregatie verworven boerderij Berkendonk een missiehuis te bouwen. De bisschop van ’s-Hertogenbosch stemde hiermee in. Dit onder de voorwaarde dat de in dit missiehuis te vestigen opleiding, die niet al seminarie mocht worden aangeduid, uitsluitend de eerste twee klassen van het gymnasiumonderwijs zou omvatten. Hoewel nog niet geheel gereed, werd in 1930 toch tot opening overgegaan van voormeld missiehuis dat Missiehuis Christus Koning als naam kreeg. Zusters van Barmhartigheid uit Ronse namen er tot 1935 de huishoudelijke taken op zich. In 1933 werd overgegaan tot uitbreiding van het missiehuis met een derde vleugel, waarin onder meer de definitieve kapel werd ondergebracht. Toen het missiehuis in augustus 1944 door de Duitsers gevorderd werd, konden de leerlingen uit het zuiden van het land vanaf eind september 1944, toen Zuid-Nederland was bevrijd, hun opleiding vervolgen aan de door de congregatie in het Brabantse Nijnsel ingerichte noodseminarie. De leerlingen uit de noordelijke helft van het land bleven echter van onderwijs verstoken totdat ook zij in mei 1945, toen de oorlog voor heel Nederland voorbij was, aan Missiehuis Christus Koning hun opleiding konden hervatten die in 1946, in plaats van de laagste twee, de laagste drie klassen van het gymnasiumonderwijs ging omvatten. In 1956 verrees op een steenworp afstand van het missiehuis een gebouwencomplex, waar de Congregatie van de Priesters van het H. Hart van Jezus hun broedernoviciaat Maria Koningin onderbrachten. In 1969 sloot het Helmondse missiehuis zijn deuren. Het gebouwencomplex werd toen door het ROC Ter Aa in gebruik genomen totdat het in 1992 als asielzoekerscentrum dienst ging doen. In 2009/2010 volgde de verbouwing tot appartementen voor jongeren en studenten