Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
2  beschrijvingen
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Grubbenvorst
Datering:
1690 - 1859
Orde of congregatie:
Zusters van de Associatie van Geestelijke Dochters van de Bisweide
Naam van het klooster:
Zusters van de Bisweide
Plaatsnaam:
Grubbenvorst
Provincie:
Limburg
Parochie:
Grubbenvorst
Destijds gewest:
Gelre
Bisdom:
Roermond
Stichting/eerste vermelding:
1690
Opheffing/laatste vermelding:
1859
Type:
Klooster, v
Geschiedenis:
Enkele celibataire vrouwen gingen in 1690 in Grubbenvorst samenwonen om een aan God toegewijd leven te leiden. In 1708 werden ze in die plaats eigenaressen van een huis, Bisweide genaamd. Met spinnen, hekelen en bleken van linnengoed voorzagen ze in hun onderhoud. Naast het verplegen van krankzinnigen legden zij zich ook toe op het geven van onderwijs aan meisjes, waarvoor zij een pensionaat stichtten. De aldus samenlevende vrouwen werden in de volksmond Marollen genoemd. Waren ze werkelijk Maricollen, waarvan Marollen een verbastering was, dan zouden ze als reguliere tertiarissen van de Derde Orde van de Karmel de regel van de H. Theresia van Avila volgen. Hiervan was geen sprake. Hun gemeenschap, die ook wel als “Associatie der Geestelijke Dochters van Bisweide" werd aangeduid, kende haar eigen regel, verankerd in de in 1719 goedgekeurde constituties. Deze constituties spraken niet van het afleggen van de gebruikelijke geloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid maar slechts van een vast voornemen om overeenkomstig deze geloften te leven. Voorts stond het geheel vrij het lidmaatschap van de Associatie op te zeggen en uit te treden bijvoorbeeld om te trouwen. Door de toename van het aantal zusters, maar vooral door de enorme stijging van het aantal leerlingen, waren er door de jaren heen meerdere uitbreidingen van de gebouwen nodig. Onder meer doordat de zusters niet als religieuzen aan te merken waren, aangezien zij geen geloften aflegden, en zij zich met hun werk voor de maatschappij nuttig betoonden, liet het in 1812 door Napoleon uitvaardigde supprimatiedecreet, hen ongemoeid. Op grond van de Krankzinnigenwet van 1841 werd Bisweide in 1843 als "bewaarplaats voor krankzinnigen" erkend. Na 1850 liep het aantal patiënten echter terug. Mede hierdoor, maar ook door de afname van het aantal intredingen, waardoor de communiteit dreigde uit te sterven, werd besloten Bisweide te verenigen met het ursulinenklooster Jerusalem te Venray. Dit vond in 1859 zijn beslag
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel III, p. 51; Th. J.F.A . van der Vijver, “De Bisweide: Klooster, Ursulinenpensionaat en Mavo in Grubbenvorst” (Grubbenvorst 1989), p. 9/10/11/12/13/14/15/16/17/18/21/22/24/27/28/29/32/33/34/35/38/39/40/41 ; A.J. Flament, ‘De Maricollen in België en hun klooster te Grubbenvorst’ in “De Maasgouw; Orgaan voor Limburgsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde”, jrg 14, 1892 (9),nr. 9, 01-05-1892, p. 34/35; A.J. Flament, vervolg en slot De Maricollen in België en hun klooster te Grubbenvorst’ in ”De Maasgouw; Orgaan voor Limburgsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde”, jrg 14, 1892 (9), nr. 10, 15-05-1892, p. 38; J. Timmermans, "De heilige pastoor van Thildonck en zijn stichting in Nederland". Naar de Franse uitgave van P. Saintrain. (Venlo 1920), p. 144-148; A. van Heijst, M. Derks en M. Monteiro, “Ex caritate: kloosterleven, apostolaat en haar geestelijk leidsman, de Nederlandse nieuwe spirit van actieve vrouwelijke religieuzen in Nederland inde 19e en 20 e eeuw” (Hilversum 2010), p. 618; J. Eijt, “Religieuze vrouwen: bruid, moeder, zuster. Geschiedenis van twee Nederlandse zustercongregaties 1820-1940” (Hilversum 1995), p. 90/91
Gebruikte websites:
Website Reliwiki Nederlandse database over religieuze gebouwen, https://reliwiki.nl/index.php/Grubbenvorst,_Schoolstraat_10_-_Kapel_Ursulinenklooster_De_Bisweide (22-01-2019); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Ursulinenklooster_de_Bisweide (22-01-2019); Website Stichting Gewoën Grubbevors, https://gewoengrubbevors.nl/historie/Huizen/bisweide.htm (23-01-2019); Website Stichting Gewoën Grubbevors, https://www.gewoengrubbevors.nl/index.php/algemeen/25-algemeen/algemeen/50-historie (22-01-2019); Website Kerk & Orgel.nl, Https://www.kerk-en-orgel.nl/record.php?action=display_ordered&province=lb&page_num=21&sort=city&direction=asc&item=406&id=19904 (23-01-2019)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z124-900
VU Kloosterlijst nummer:
GN01
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Zusters van de Associatie van Geestelijke Dochters van de Bisweide
Gebruikte websites:
Website Reliwiki Nederlandse database over religieuze gebouwen, https://reliwiki.nl/index.php/Grubbenvorst,_Schoolstraat_10_-_Kapel_Ursulinenklooster_De_Bisweide (12-04-2023); Website Stichting Gewoën Grubbevors, https://gewoengrubbevors.nl/historie/Huizen/bisweide.htm (23-01-2019); Website Stichting Gewoën Grubbevors, https://www.gewoengrubbevors.nl/index.php/algemeen/25-algemeen/algemeen/50-historie (22-01-2019); Website Nu Horst aan de Maas, https://www.nuhorstaandemaas.nl/nieuws/straatnaam-in-beeld-maricollenweg-grubbenvorst (11-04-2023); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Ursulinenklooster_de_Bisweide (22-01-2019)
Orde of congregatie:
Zusters van de Associatie van Geestelijke Dochters van de Bisweide
Alternatieve namen:
Associatie van Geestelijke Dochters van de Bisweide
Stichtingsjaar:
1708 - 1859
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Grubbenvorst
Doelstelling:
Contemplatie; krankzinnigenzorg; geven van onderwijs
Geschiedenis:
De Associatie van Geestelijke Dochters van de Bisweide vond haar oorsprong toen in 1690 in Grubbenvorst enkele ongehuwde vrouwen vooral uit de naaste omgeving van Grubbenvorst het initiatief tot een aan God toegewijd leven namen. In 1708 werden ze in Grubbenvorst eigenaressen van een huis, dat Bisweide heette. Behalve met spinnen, hekelen en bleken van linnengoed voorzagen ze in hun onderhoud door het verplegen van krankzinnigen en het geven van onderwijs aan meisjes, waarvoor zij een pensionaat stichtten. De aldus samenlevende vrouwen werden gewoonlijk Marollen genoemd, hetgeen een verbastering is van Maricollen. Ze waren echter geen leden van de congregatie van de Maricollen. Waren ze dit wel, dan zouden ze als reguliere tertiarissen van de Derde Orde van de Karmel de regel van de H. Theresia van Avila hebben gevolgd. Dit was beslist niet het geval. De Associatie van Geestelijke Dochters van de Bisweide kende formeel geen gebondenheid aan een orde of congregatie, maar had haar eigen op contemplatie toegespitste kloosterregel, die in de in 1719 goedgekeurde constituties verankerd was. Zo legden haar leden geen verbindende geloften af. Wel maakten zij het vaste voornemen zich te onderwerpen aan de vrijwillige armoede, kuisheid en zuiverheid der zeden en gehoorzaamheid aan de overste en het geestelijk gezag . Voorts stond het hen geheel vrij om naar welgevallen en te allen tijde van het lidmaatschap van de Associatie af te zien. Aangezien zij, gelet op het vorenstaande, niet als religieuzen waren aan te merken en doordat zij zich met hun werk voor de maatschappij nuttig betoonden, liet het supprimatiedecreet, dat Napoleon in 1812 uitvaardigde, hen ongemoeid. Na 1850 nam het verplegen van krankzinnigen, de voornaamste activiteit, steeds verder af. Tevens liep het aantal intredingen terug. Besloten werd toen de Associatie op te heffen. Haar leden werden in de gelegenheid gesteld in te treden in het ursulinenklooster Jerusalem te Venray, hetgeen in 1859 zijn beslag vond
Gebruikte bronnen:
Monasticon Batavum, deel III, p. 51; A.J. Flament, ‘De Maricollen in België en hun klooster te Grubbenvorst’ in “De Maasgouw; Orgaan voor Limburgsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde”, jrg 14, 1892 (9),nr. 9, 01-05-1892, p.34/35; A.J. Flament, vervolg en slot 'De Maricollen in België en hun klooster te Grubbenvorst’ in ”De Maasgouw; Orgaan voor Limburgsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde”, jrg 14, 1892 (9), nr. 10, 15-05-1892, p. 38; J. Timmermans, "De heilige pastoor van Thildonck en zijn stichting in Nederland". Naar de Franse uitgave van P. Saintrain. (Venlo 1920), p.144-148; Th. J.F.A . van der Vijver, “De Bisweide: Klooster, Ursulinenpensionaat en Mavo in Grubbenvorst” (Grubbenvorst 1989), p.9/10/11/12/13/14/15/16/17/18/21/22/24/27/28/29/32/33/34/35/38/39/40/41; A. van Heijst, M. Derks en M. Monteiro, “Ex caritate: kloosterleven, apostolaat en haar geestelijk leidsman, de Nederlandse nieuwe spirit van actieve vrouwelijke religieuzen in Nederland inde 19e en 20 e eeuw” (Hilversum 2010), p.618; J. Eijt, “Religieuze vrouwen: bruid, moeder, zuster. Geschiedenis van twee Nederlandse zustercongregaties 1820-1940” (Hilversum 1995), p.90/91; J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (tweede bewerkte uitgave, Nijmegen 2003), p. 105
ENK Monasticon nummer:
Z124
Toon op kaart Toon op kaart