Zoeken in collecties

De cisterciënzers van de abdij van Baudelo hadden een uithof in de toenmalige nederzetting Orthene, thans een buurtschap die deel uitmaakt van de bebouwde kom van de stad Terneuzen. Van het grondbezit van Zeger van Gent, burggraaf van Gent, wisten voornoemde cisterciënzers zijn buitendijks land in de parochie Othene te verwerven. Voorts werd in 1242 aan hen door de cisterciënzerinnen van de abdij van Doornzele, wegens geldgebrek, een deel van de gronden overgedragen, die zij in 1238 uit eveneens het bezit van voornoemde Zeger van Gent hadden verworven en die zij vanuit hun, ook bij Orthene gelegen uithof exploiteerden. Othene was een nederzetting, die na in 1214 door de zee te zijn verzwolgen, een kilometer oostwaarts herbouwd werd op de grens van de Nieuw-Othenepolder en de Oud-Othenepolder, de huidige Margarethapolder

De cisterciënzerinnen van de abdij van Doornzele hadden een uithof in de toenmalige nederzetting Othene, thans een buurtschap die deel uitmaakt van de bebouwde kom van de stad Terneuzen. Door geldgebrek droegen ze in 1242 een deel van het grondbezit hier over aan de cisterciënzers van de abdij van Boudelo, die hier ook een uithof exploiteerden. Othene was een nederzetting die, na in 1214 door de zee te zijn verzwolgen, een kilometer oostwaarts herbouwd werd op de grens van de Nieuw Othenepolder en de Oud-Othenepolder, de huidige Margarethapolder