Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
5.672  beschrijvingen
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Veere
Datering:
1484 - ca. 1572
Orde of congregatie:
Seculiere kanunniken
Naam van het klooster:
Kapittel slotkapel Zandenburg
Patroonheilige:
Onze Lieve Vrouw
Plaatsnaam:
Veere
Provincie:
Zeeland
Parochie:
Veere
Destijds gewest:
Zeeland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1484
Opheffing/laatste vermelding:
ca. 1572
Type:
Kapittel, m
Geschiedenis:
Omstreeks 1280 liet Wolfert I van Borssele, heer van Veere, ten zuidwesten van Veere in de heerlijkheid Zandijk een kasteel bouwen, dat de naam Zandenburg kreeg. Naast het kasteel stond de hofkapel. Aan Wolfert VI van Borssele, die gehuwd was met Maria Stuart en die op de plaats van voornoemd kasteel in 1450 een nieuw kasteel had laten bouwen, werd in 1484 door de paus toestemming verleend om aan deze kapel, evenals dat ten aanzien van de Veerse Onze-Lieve-Vrouwekerk al het geval was, een kapittel te verbinden, dat 12 prebenden zou tellen. Van deze 12 prebenden werden 7 prebenden overgeheveld van de toen ten aanzien van het aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk verbonden kapittel vergeven 19 prebenden. De dan resterende 5 prebenden betroffen nieuw gestichte prebenden. Toen in 1572 Veere door de watergeuzen werd ingenomen, werd voornoemde kapel afgebroken en werden de bezittingen van het kapittel in beslag genomen en verkocht. Dit betekende het einde van onderhavig kapittel
Gebruikte literatuur:
J. Kuys, “Repertorium van collegiale kapittels in het middeleeuws bisdom Utrecht” (Hilversum 2014), p. 368/369; L.Sicking, ‘Door oranje overschaduwd. Het hof van Maximiliaan van Bourgondië, heer en markies van Veere’ in “Bourgondië voorbij: De Nederlanden 1250-1650: liber alumnorum Wim Blockmans” onder redactie van M. Damen en L. Sicking (Hilversum 2010), p. 113/114/ p113, voetnoot 80; L.Sicking, ‘Door oranje overschaduwd. Het hof van Maximiliaan van Bourgondië, heer en markies van Veere’ in “Bourgondië voorbij: De Nederlanden 1250-1650: liber alumnorum Wim Blockmans” onder redactie van M. Damen en L. Sicking (Hilversum 2010), p. 113/114;
J. Midavaine, ‘De laatste kasteelvrouwe en een lakei vermoord' in “Stadsheraut”, 2016, nr 3, p. 8; W. Hugenholtz, “De Grote Kerk te Veere”in “Zeeuws Tijdschrift”, 7 (1957)’ nr. 4, zie ook: https://tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/zet/1957-07-01/edition/0/page/1?query=kapittel%20Veere&sort=relevance (10-07-2018), p. 105
Gebruikte websites:
Website Encyclopedie van Zeeland, https://encyclopedievanzeeland.nl/Zandenburg (09-07-2018); Website Encyclopedie van Zeeland, https://encyclopedievanzeeland.nl/Joannes_Brouckhoven (09-07-2018); Website Encyclopedie van Zeeland, https://encyclopedievanzeeland.nl/Kapittelkerk (09-07-2018)
ENK Monasticon nummer:
ME-V019-057
VU Kloosterlijst nummer:
Kap58
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Veere
Datering:
1467-1469 - 1572
Orde of congregatie:
Seculiere kanunniken
Naam van het klooster:
Onze Lieve Vrouw-kapittel
Patroonheilige:
Onze Lieve Vrouw
Plaatsnaam:
Veere
Provincie:
Zeeland
Parochie:
Veere
Destijds gewest:
Zeeland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1467-1469
Opheffing/laatste vermelding:
1572
Type:
Kapittel, m
Geschiedenis:
In 1332 werd begonnen met de bouw van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Veere, die parochiekerk werd van de in 1348 van de Zanddijkse parochie afgesplitste Veerse parochie. Op verzoek van Hendrik II van Borssele, heer van Veere, gaf paus Nicolaas V in 1452 toestemming deze kerk tot kapittelkerk te verheffen. Omdat om bepaalde, niet genoemde redenen het kapittel toen niet tot stand kwam, verleende paus Paulus II in 1466 opnieuw toestemming. Uit het feit, dat bisschop David van Bourgondie vervolgens op verzoek van Hendrik II van Bosselen instemde met het stichten van een getijdencollege, blijkt, dat er ook toen niet onmiddellijk van een volwaardig kapittel sprake was. Het kapittel zou bij de stichting een aantal van 12 prebenden omvatten, welk aantal tot 24 verhoogd zou worden, zodra de heer van Veere de daarvoor benodigde vaste inkomsten zou hebben aangewezen. In 1484 werd door de paus aan Wolfert VI van Borssele, de toenmalige heer van Veere, toestemming verleend om ook aan de kapel van het kasteel Zandenburg te Veere een kapittel te verbinden, dat eveneens 12 prebenden zou tellen. Van deze 12 prebenden werden 7 prebenden overgeheveld van de toen ten aanzien van het aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk verbonden kapittel vergeven 19 prebenden. De dan resterende 5 prebenden betroffen nieuw gestichte prebenden. Voorzien was dat bij het aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk verbonden kapittel de kerken van Biggekerke, Nisse, Zanddijk, Oud-Vlissingen, Oost-Souburg, Hogelande en West-Souburg geïncorporeerd zouden worden. Hiertegen protesteerde echter de abt van het Middelburgse norbertijner abdij bij wie van deze kerken, op de twee eerst genoemden na, het collatierecht berustte. In 1455 werd toen door paus Calixtus III bedoelde incorporatie van deze kerken herroepen. Nadat Veere in 1572 in handen van de Staatsen was gevallen, werd de toen aan de protestanten ter beschikking gestelde Onze-Lieve-Vrouwekerk aan de katholieke eredienst onttrokken. Dit nu betekende het einde van het Veerse kapittel
Gebruikte literatuur:
J. Kuys, “Repertorium van collegiale kapittels in het middeleeuws bisdom Utrecht” (Hilversum 2014), p. 341-343; H.W. Fortgens, ‘De Latijnse scholen te Veere en te Arnemuiden’ in “Archief, vroegere en latere mededeelingen voornamelijk in betrekking tot Zeeland”, 1955-1945, zie ook: https://tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/arc/1944-01-01/edition/0/page/3?query=kapittel%20Veere&sort=relevance (10-07-2018), p. 52; F. Fagel, ‘Onze Lieve Vrouw Ter Seeuw: De grote kerk te Veere” in “Zeeuws Tijdschrift”, 25 (1975), nr. 5, zie ook: https://tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/zet/1975-09-01/edition/0/page/1?query=kapittel%20Veere&sort=relevance (10-07-2018), p. 139/140; W. Hugenholtz, “De Grote Kerk te Veere”in “Zeeuws Tijdschrift”, 7 (1957)’ nr. 4, zie ook: https://tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/zet/1957-07-01/edition/0/page/1?query=kapittel%20Veere&sort=relevance (10-07-2018), p. 105; Artikel ‘De dom van Veere. II’ in “Zeeuws Dagblad”, 4 (1948), nr 912, zie ook: https://krantenbankzeeland.nl/issue/zda/1948-04-03/edition/0/page/5?query=kapittel%20Veere%20Hendrik&sort=relevance (09-07-2018)
Gebruikte websites:
Website Medieval Memoria Online (MEMO), https://memodatabase.hum.uu.nl/memo-is/detail/index?detailId=852&detailType=Chapter (09-07-2018); Website Stichting Monumenten Bezit, http://monumentenbezit.nl/grote-kerk-veere/ (09-07-2018); Website Encyclopedie van Zeeland, https://encyclopedievanzeeland.nl/Joannes_Brouckhoven (09-07-2018); Website Encyclopedie van Zeeland, https://encyclopedievanzeeland.nl/Kapittelkerk (09-07-2018); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Grote_Kerk_(Veere) (10-07-2018)
ENK Monasticon nummer:
ME-V019-056
VU Kloosterlijst nummer:
Kap57
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Utrecht
Datering:
1076-1094 - 1811
Orde of congregatie:
Seculiere kanunniken
Naam van het klooster:
Kapittel van St.Marie
Patroonheilige:
Onze Lieve Vrouw
Plaatsnaam:
Utrecht
Provincie:
Utrecht
Parochie:
Utrecht
Destijds gewest:
Nedersticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1076-1094
Opheffing/laatste vermelding:
1811
Type:
Kapittel, m
Geschiedenis:
Ten westen van de burcht Trecht, waaruit later Utrecht ontstaan is, stichtte Koenraad, die van 1076 tot 1100 bisschop van Utrecht was, de Utrechtse Mariakerk, waarvan in 1081 met de bouw begonnen werd. De wijding van deze kerk, waarvan de juiste datum niet bekend is, moet tijdens het episcopaat van bisschop Koenraad, doch vóór 1094, hebben plaatsgevonden. Koning Hendrik IV wordt in de bronnen als weldoener van voornoemde kerk genoemd vanwege zijn aandeel in de kerkwijding en zijn bevestiging van de door bisschop Koenraad verstrekte dotatie, waarin hij vermoedelijk een belangrijk aandeel heeft gehad. Aan onderhavige kerk was een aan Sint Marie toegewijd kapittel verbonden, dat van meet af aan over een eigen vermogen beschikte dat afgestemd was op een vast aantal van dertig prebenden en dat onder zelfstandig beheer van een proost stond. Een van voornoemde prebenden was gereserveerd voor de deken. Daarenboven kende het kapittel van Sint Marie nog een prebende voor de bisschop. Het kapittel was voorzien van een ruime immuniteit, waarvan aan te nemen is, dat binnen deze immuniteit, waar de wereldlijke overheid niets in te brengen had, al vanaf het begin claustrale huizen werden gebouwd voor de afzonderlijk wonende kanunniken. Overigens was er daarnaast in de 11e en 12e eeuw ook een groep kanunniken, die aangewezen was op de gemeenschappelijke woonvoorzieningen. Aan de Sint Mariakerk was geen parochiefunctie verbonden. De zielzorg van deze kerk beperkte zich dan ook tot de bewoners van het claustrum, in casu de kanunniken en hun personeel. In 1580 werd door de stedelijke magistraat de openbare uitoefening van de katholieke godsdienst verboden. De Sint Pieterskerk werd toen, evenals de andere Utrechtse kapittelkerken, gesloten. Het kapittel bleef echter in geseculariseerde vorm voortbestaan tot het in 1811 bij decreet van keizer Napoleon werd opgeheven. Dit leidde tot de in 1816 voltooide sloop van de kerk, waarmee op last van keizer Napoleon in 1813 een begin gemaakt werd
Gebruikte literatuur:
J. Kuys, “Repertorium van collegiale kapittels in het middeleeuws bisdom Utrecht” (Hilversum 2014), p. 325/326; K. van Vliet, Proefschrift “In kringen van kanunniken. Munsters en kapittels in het bisdom Utrecht 695-1227 (Universiteit Utrecht 2002), zie ook: https://pure.uva.nl/ws/files/3408097/24975_Thesis.pdf (07-07-2018), p. 280-282/284/320/337/338/400; Ch. Broer en M. de Bruijn, ‘Geschiedvervalsing door het Utrechts domkapittel’, op website broerendebruijn, http://www.broerendebruijn.nl/Geschiedvervalsing.html (07-07-2018)
Gebruikte websites:
Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Mariakerk_(Utrecht) (09-07-2018); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Proosdij_van_Sint-Marie (09-07-2018)
ENK Monasticon nummer:
ME-V019-055
VU Kloosterlijst nummer:
Kap56
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Utrecht
Datering:
ca. 1050 - 1811
Orde of congregatie:
Seculiere kanunniken
Naam van het klooster:
St.Jan-kapittel
Patroonheilige:
Sint Johannes
Plaatsnaam:
Utrecht
Provincie:
Utrecht
Parochie:
Utrecht
Destijds gewest:
Nedersticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
ca. 1050
Opheffing/laatste vermelding:
1811
Type:
Kapittel, m
Geschiedenis:
Bisschop Bernold stichtte ten noorden van de burcht Trecht, waaruit later Utrecht ontstaan is, de Sint Janskerk. De juiste datum, wanneer deze kerk gesticht werd, is niet bekend, maar moet omstreeks het midden van de 11e eeuw gelegen hebben. De oorspronkelijke patroonheilige van deze kerk was Johannes de Doper, maar vanaf de 13e eeuw worden Johannes de Doper en Johannes Evangelist gelijktijdig als patroonheiligen vermeld. Aan onderhavige kerk was een kapittel verbonden, die uit een college van twintig kanunniken bestond en waarvan de stichtingsdotatie uit het bisschoppelijk vermogen afkomstig was. Aan het hoofd van het kapittel stond aanvankelijk een proost. Met het proostambt was het ambt van aartsdiaken verbonden. De proost had daardoor veel macht. Tussen 1150 en 1250 ontstond er echter een nieuwe situatie. De proost verloor toen zitting en stemrecht in het kapittel, dat onder leiding van een deken kwam te staan. Het kapittel was voorzien van een ruime, ommuurde immuniteit rondom de Sint Janskerk, waarvan het grootste deel was gereserveerd voor de verblijven van de deken en de kanunniken en het resterende deel voor de proost. Met de overige vier kapittels in Utrecht en de benedictijner Sint Paulusabdij vormde onderhavig kapittel de zogeheten ‘Utrechtse kerk’, een collectief, dat extra taken en verantwoordelijkheden met zich meebracht, hetgeen onder meer bij de bisschopskeuze, bij de wijze van begraven, de zorg voor de doden en de verantwoordelijkheid voor elkaar tot uiting kwam. Aan de Sint Janskerk was geen parochiefunctie verbonden. De zielzorg van deze kerk beperkte zich dan ook tot de bewoners van het claustrum, in casu de kanunniken en hun personeel. In 1580 werd door de stedelijke magistraat de openbare uitoefening van de katholieke godsdienst verboden. De Sint Janskerk werd toen, evenals de andere Utrechtse kapittelkerken, gesloten. Het kapittel bleef echter in geseculariseerde vorm voortbestaan tot het in 1811 bij decreet van keizer Napoleon opgeheven werd
Gebruikte literatuur:
J. Kuys, “Repertorium van collegiale kapittels in het middeleeuws bisdom Utrecht” (Hilversum 2014), p. 308/309; K. van Vliet, Proefschrift “In kringen van kanunniken. Munsters en kapittels in het bisdom Utrecht 695-1227 (Universiteit Utrecht 2002), zie ook: https://pure.uva.nl/ws/files/3408097/24975_Thesis.pdf (07-07-2018), p. 279/279, voetnoot 1143/280/282/284/320/337/338; E.N. Palmboom, “Het kapittel van St. Jan te Utrecht. Een onderzoek naar verwerving, beheer en administratie van het oudste goederenbezit (elfde-veertiende eeuw)” (Hilversum 1995), p. 11/50/184/326/327/484; Ch. Broer en M. de Bruijn, ‘Geschiedvervalsing door het Utrechts domkapittel’ op website broerendebruijn, http://www.broerendebruijn.nl/Geschiedvervalsing.html (07-07-2018); M. de Bruijn, ‘Een claustraal huis van Sint-Jan in Utrecht (op het achterterrein tussen Janskerkhof 16 en 17)’ op eebsite broerendebruijn, http://www.broerendebruijn.nl/Claustraalhuis.html (07-07-2018)
Gebruikte websites:
Website Huizen aan het Janskerkhof, https://www.huizenaanhetjanskerkhof.nl/huizen/janskerk-e-o/janskerk-utrecht/ (07-07-2018); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Janskerk_(Utrecht) (07-07-2018); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Proosdij_van_Sint-Jan (09-07-2018)
ENK Monasticon nummer:
ME-V019-054
VU Kloosterlijst nummer:
Kap55
Toon op kaart Toon op kaart