Zoeken in collecties

Het minderbroederklooster in Zierikzee, waarvan de precieze stichtingsdatum niet bekend is, werd voor het eerst vermeld op een kloosterlijst, die opgemaakt werd tijdens het generale kapittel van Narbonne in 1260. Ook werd het klooster vermeld in het testament uit 1271 van Aleid, dochter van graaf Floris V van Holland en echtgenote van Jan van Avesnes, graaf van Henegouwen. In dit testament werd een groot aantal kloosters en andere geestelijke en liefdadige instellingen met een gift bedacht. In de loop der tijd kreeg het klooster, dat tot de custodie Holland behoorde, met toenemend verval van orde en tucht te kampen. De opvatting doet opgeld, dat dit dusdanige vormen aannam dat de minderbroeders in 1384 door het stadsbestuur uit de stad verdreven werden. Het klooster, waarvan het eigendom bij het stadsbestuur berustte, zou toen gesloten zijn, terwijl de bezittingen onder beheer van de stad werden gesteld. Niet beter zou het gesteld zijn met de minderbroeders, die in 1387 in hun plaats zouden zijn gekomen. Al in 1388, nog voordat ze van stadswege uit het klooster konden worden gezet, zouden ze, na het klooster geplunderd te hebben, de benen genomen hebben