Zoeken in collecties

In een mandaat uit 1415 gaf paus Johannes XXIII opdracht de slotkapel van Jan II van Egmond, dat in Egmond aan den Hoef stond, tot kapittelkerk te verheffen en de parochiekerk van Egmond daarbij te incorporeren. Bedoelde incorporatie van deze parochiekerk is merkwaardig, aangezien in dat mandaat tevens vermeld werd dat het collatierecht van die kerk bij de abt van de abdij van Egmond berustte. Dit nu vormde een bron van geschil tussen Jan II van Egmond en voornoemde abt. In 1449 vroeg hertog Arnold van Gelre voor voornoemde Jan II van Egmond, die zijn vader was, bevestiging van het mandaat van Johannes XXIII uit 1415, waarvan er geen aanwijzingen zijn dat dit mandaat ook daadwerkelijk tot uitvoering werd gebracht. In 1450 verleende paus Nicolaas V zijn goedkeuring aan het verheffen van voornoemde, aan Sint Catharina toegewijde slotkapel tot parochiekerk. Aan deze kerk, waarvan het collatierecht bij de abt van de abdij van Egmond kwam te berusten, werd vervolgens het kapittel verbonden, dat in 1451 door Jan II van Egmond werd gesticht en dat uit een college van zes kanunniken bestond. Incorporatie bij onderhavig kapittel van de parochiekerk van Egmond, zoals in voormeld mandaat voorzien was, vond niet plaats. Al in 1442 was deze kerk door paus Eugenius IV bij voornoemde abdij geïncorporeerd. In 1453 gaf paus Nicolaas V op verzoek van heer Willem van Egmond en het kapittel opdracht het pastoorsbeneficie bij het kapittel te incorporeren. Tegelijkertijd trok hij de bul in, waarin door Eugenius IV het collatierecht van de pastoor aan de abt van de abdij van Egmond was toegewezen. In 1573 leed het slotkapel in Egmond aan de Hoef zware schade toen het tijdens het beleg van Alkmaar in opdracht van geuzenleider Diederik Sonoy onder vuur genomen en in brand gestoken werd. Ook omstreeks die tijd zal de voormelde aan deze kapel verbonden kapittel opgeheven zijn