Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
8  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Tertiarissen
Gebruikte websites:
Het Utrechts Archief, https://hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven?mivast=39&mizig=210&miadt=39&miaet=1&micode=522&minr=1083161&miview=inv2&milang=nl (10-03-2023); Website MeMo Database, https://memo.sites.uu.nl/wp-content/uploads/sites/483/2019/01/Chapter6-NL.pdf (10-03-2023); Website Ensie
https://www.ensie.nl/christelijke-encyclopedie/tertianen-tertianerinnen (10-03-2023)
Orde of congregatie:
Tertiarissen
Alternatieve namen:
Derde Orde van Sint Franciscus; Tertianen en Tertiarissen
Stichtingsjaar:
13e eeuw
Land van oorsprong:
Italiƫ
Vestiging Nederland:
Midden 14e eeuw
Vertrek uit Nederland:
Eind 18e eeuw
Doelstelling:
Het geven van invulling aan een religieus en spiritueel leven zonder het beroeps- en familiair bestaan te verlaten
Geschiedenis:
Naast een eerste orde van minderbroeders en een tweede orde van clarissen ontstond er in de 13e eeuw een nieuwe, derde orde van tertianen en tertiarissen. Deze derde orde van Sint Franciscus, die in 1289 door paus Nicolaas IV met de bul Supra montem werd goedgekeurd, bood mannelijke en vrouwelijke penitenten de mogelijkheid zoveel mogelijk volgens de regels van Franciscus en Clara een devoot leven te leiden, maar niet in strikte of canonieke zin zoals dat het geval was in het kloosterleven van de eerste en tweede orde. Zij waren leken, die invulling gaven aan hun religieus en spiritueel leven zonder hun beroeps- en familiair bestaan te verlaten. Het waren met name vrouwen die voor deze leefwijze kozen. De derde-orde-beweging was dan ook vooral een vrouwenbeweging. Een groot deel van de Utrechtse conventen van tertianen en tertiarissen sloten zich aaneen in het Kapittel van Utrecht. In navolging daarvan vormden de tertianen en tertiarissen van het aartsbisdom Keulen het KeuIs Kapittel en die van het bisdom Luik en omgeving het Kapittel van Zepperen. Evenals de huizen van de broeders en zusters des gemenen levens en de augustijner mannen- en vrouwenkloosters, aangesloten bij het Kapittel van Windesheim en dat van Sion, waren de conventen van tertianen en tertiarissen integraal onderdeel van de Moderne Devotie. Vanaf het prille begin zijn de bij het Kapittel van Utrecht aangesloten conventen van tertianen en tertiarissen de weg opgegaan naar een kloosterleven zoals de eerste en tweede orde die kenden. Een belofte van kuisheid werd al vanaf het begin gevraagd van hen, die zich bij en gemeenschap van tertianen en tertiarissen wilden aansluiten. Later, in 1487, werden de kloosterbeloften kuisheid, armoede en gehoorzaamheid officieel verplicht gesteld. Allengs ging het merendeel van de tertiarissenconventen over tot clausuur en leidden de zusters binnen de muren van hun convent een contemplatief leven van gebed, meditatie, geestelijke oefeningen, collaties en handenarbeid
Gebruikte bronnen:
Monasicon Trajectense, https://www2.fgw.vu.nl/oz/monasticon/inleiding.php (10-03-2023); K. Goudriaan, 'De derde orde van Sint Franciscus in het bisdom Utrecht. Een voorstudieā€™ in ā€œJaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis , 1, 1998ā€ (Hilversum 1998). p.205/207/208; T. Decosemaker, Masterscriptie ā€œOch Lassy! Och Arme!ā€: Biechtvaderschap in semireligieuze gemeenschappenā€, Universiteit Gent, 2019/2020. p. 27/28; B.R. de Melker, ā€œMetamorfose van stad en devotie. Ontstaan en conjunctuur van kerkelijke, religieuze en charitatieve instellingen in Amsterdam in het licht van de stedelijke ontwikkeling, 1385 ā€“ 1435ā€ (Universiteit van Amsterdam 2002), zie ook: https://pure.uva.nl/ws/files/3413925/21633_UBA002000746_07.pdf (10-03-2023), p.40, voetnoot 18; W. van Egmont, ā€˜Het leven van Sint Maartenā€™ in ā€œMadocā€, jaargang 1998
ENK Monasticon nummer:
Z207
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Cisterciƫnzerinnen
Gebruikte websites:
Website Lucepedia: Digitale theologische encyclopedie, https://lucepedia.nl/dossieritem/cistercienzer-orde/cistercienzer-orde (18-03-2023); Website Lucepedia: Digitale theologische encyclopedie, https://lucepedia.nl/dossieritem/cistercienzer-orde/cistercienzer-orde (18-03-2023); Website Het Graafschap Loon, https://www.graafschaploon.be/religieus-erfgoed/2-cistercieenzerinnen (17-03-2023); Website Encyclopedie van Zeeland, https://encyclopedievanzeeland.nl/Cisterci%C3%ABnzerinnen (17-03-2023); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Cisterci%C3%ABnzers (18-03-2023)
Orde of congregatie:
Cisterciƫnzerinnen
Alternatieve namen:
Orde der Cisterciƫnzer; Cisterciƫnzers, Bernadijnen, Cisterciƫnzerinnen; Bernadinnen
Latijnse naam:
Sacer Ordo Cisterciensium
Afkorting:
SOC; SOCist; Ocist
Stichter, stichteres:
Robert van Molesme
Stichtingsjaar:
1098
Land van oorsprong:
Frankrijk
Plaats van oorsprong:
Saint-Nicolas-lĆØs-Citeauxx
Vestiging Nederland:
Sinds de Middeleeuwen; herintroductie in 190
Doelstelling:
Contemplatie; pastoraat
Geschiedenis:
Verburgerlijking en verslapping van de discipline ontvluchtend, die vooral toesloeg in de bij de orde van Cluny aangesloten kloosters, verliet in 1098 abt Robertus met een twintigtal monniken de abdij van Molesme om zich in een onherbergzame plaats bij Dijon te vestigen. In deze plaats, die CƮteaux of in het Latijn Cistercium heette en waarvan de naam cisterciƫnzers afgeleid is, beoogde Robertus in eenzaamheid, armoede, ascese en door met eigen arbeid in het levensonderhoud te voorzien in alle gestrengheid de regel van Benedictus te volgen. Al in 1099 werd hij opgevolgd door Albericus, die een kilometer verder naar het noorden tot definitieve vestiging van de kloostergemeenschap besloot. Vanuit deze gemeenschap ontstond een orde met een eigen regel en bestuur, die in 1170 met de Carta Caritatis haar eerste statuten kreeg. In 1125 werd in Tart, 10 km. ten noorden van CƮteaux, het eerste klooster van cisterciƫnzerinnen gesticht. Aangezien dit inbreuk zou maken op het grondbeginsel van de orde, dat van alle zielzorg buiten het eigen klooster moest worden afgezien, stonden de cisterciƫnzers aanvankelijk afwijzend tegen het in hun orde opnemen van vrouwenkloosters. Uiteindelijk kon dit toch niet worden tegengehouden. In de eerste jaren van de 13e eeuw stonden de cisterciƫnzerinnen onder het gezag van het Generaal Kapittel en waren ze gehouden aan het volgen van de statuten en aan een strenge clausuur. Hun geestelijke verzorging namen de cisterciƫnzers op zich, die veelal ook materiƫle hulp verleenden. Binnen de kloostermuren leidden de cisterciƫnzerinnen een eenvoudig, stil en bescheiden leven, dat in het teken stond van een grote armoedebeleving en een bijzondere overgave aan hun geestelijk ideaal. De viering van de liturgie, de geestelijke lezing, het persoonlijk gebed en de handenarbeid vormden het hoofdbestanddeel van hun spiritualiteit. Op het huidig Nederlands grondgebied bevonden zich in de Middeleeuwen 21 vrouwenkloosters die tot de cisterciƫnzerorde behoorden
Gebruikte bronnen:
W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I ('s-Gravenhage 1930), p.134-138; M. van der Plas en R. Lutz, ā€œAbdijen in de Lage Landen en de mensen die er wonenā€ (Tielt, Baarn 1989), p.4; J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p.132; Zr. Lisbet Abdij Nazareth, met medewerking van Zr. Judit De Grijs en Zr. Jozefa Van Doren, ā€˜Negen eeuwen cisterciĆ«nzersā€™ in ā€œHet Tekenā€, 69e jaargang, nr. 10, Mei 1997, zie ook website Thomas Godsdienstonderwijs, https://www.kuleuven.be/thomas/page/tijdschriften/viewarticle/100828/ (18-03-2023); G. Vermeer, ā€œKloosters van baksteen. De architectuur van de hervormingsorden in Nederland tot omstreeks 1300ā€ (Almere 1999), zie ook https://pure.uva.nl/ws/files/2829761/34539_UBA003000253_007.pdf (18-03-2023); R. Wols, ā€˜CisterciĆ«nzers OCISTā€™ op website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/cistercienzers-ocist (18-03-2023); J. Leclecq osb, De spiritualiteit van de cisterciĆ«nzers op website Thomas Merton; http://thomasmerton.nl/cistercienzerstrappisten/spiritualiteit/de-spiritualiteit-van-de-cistercienzers/ (18-03-2023); H. de Jong, ā€˜CisterciĆ«nzers beĆÆnvloedden zelfs Den Haagā€™ in ā€œKatholiek Nieuwsbladā€ van 13-01-2017, p.20
ENK Monasticon nummer:
Z202
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Zusters van Liefde van Jezus en Maria
Orde of congregatie:
Zusters van Liefde van Jezus en Maria
Alternatieve namen:
Zusters van Liefde van Jezus en Maria; Zusters van Liefde J.M.
Latijnse naam:
Sorores Charitatis Jesu et Mariae
Afkorting:
scjm (zjlm)
Stichter, stichteres:
Petrus Josef Triest
Stichtingsjaar:
1803
Land van oorsprong:
Belgiƫ
Plaats van oorsprong:
Lovendegem
Vestiging Nederland:
1908
Patroonheiligen:
Bernardus; Vincentius
Doelstelling:
Combineren van een beschouwend leven met een actief leven in de ziekenzorg en het onderwijs
Geschiedenis:
De Congregatie van de Zusters van Liefde van Jezus en Maria was ƩƩn van de congregaties die werden opgericht na het concordaat tussen paus Pius VII en Napoleon dat de godsdienstvrede herstelde. De in 1803 tot pastoor van Lovendegem benoemde Petrus Jozef Triest richtte de congregatie op 4 november 1803 op. Met behulp van dit geestelijke genootschap, bestaande uit enkele alleenstaande vrouwen, wilde hij in Lovendegem de armoede en het gebrek aan onderwijs en zorg tegengaan. De eerste overste was Maria Theresia van der Gauwen, moeder Placida. In 1805 vertrokken Triest en zes zusters voor de zorg van ongeneeslijk zieke mensen naar Gent op verzoek van de stad zelf. In 1816 werd de door Triest opgestelde regel voor de snel groeiende congregatie goedgekeurd door de paus, waardoor het mogelijk werd de congregatie buiten de Belgische grenzen uit te breiden. Pas in 1888 werd van deze mogelijkheid gebruik gemaakt met de oprichting van een school voor arme katholieke kinderen in Noord-Engeland. In 1891 vertrokken tien zusters naar Kongo om onderwijs en zorg voor de lokale bewonders te verzorgen. Ook in Galle te Ceylon (tegenwoordig Sri Lanka) werd door de zusters in 1896 een weeshuis en school opgericht. In Lahore (tegenwoordig Pakistan) begonnen de zusters in 1897, ten tijde van de grote hongersnood in Centraal-Indiƫ (1897-1899), een weeshuis. Onder het bestuur van de in 1903 benoemde overste, Eugeen van Rechem, werden er vijftig nieuwe bijhuizen begonnen. Ondanks het grote aantal zusters, moest er meer en meer een beroep op leken worden gedaan in de zorg en het onderwijs dat de zusters verzorgden. Ondanks deze ontwikkeling reageerde Van Rechem in 1906 positief op de roep vanuit Nederland om Zusters van Liefde van Jezus en Maria voor de verzorging van psychiatrische patiƫnten. De zusters vestigden zich te Venray waar ze de St. Anna inrichting oprichtten. In 1968 werd Nederland een zelfstandige provincie en vond een decentralisatie plaats, in 1990 werd er weer gecentraliseerd.
Juridische structuur:
Van pauselijk recht
Rechtspersonen:
Psychiatrie Vereeniging der Zusters van Liefde te Venray (1908); De Vereeniging (1928); Nederlandse Provincie (1968); Stichting St. Annaklooster (1976)
Missielanden:
India; Pakistan; Sri Lanka; R.D. Congo; Mali; Israƫl; Papua New-Guinea
Gebruikte bronnen:
KS; Kloosterarchivaris juli 2008
ENK Monasticon nummer:
Z151
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus (Windesheim)
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus (Windesheim)
Alternatieve namen:
Reguliere Kanunnikessen van Windesheim; Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus; Augustinessen van Windesheim
Latijnse naam:
Canonicae Regulares Windeshemenses
Afkorting:
CRW
Stichtingsjaar:
1448
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Nederwetten
Doelstelling:
Contemplatie
Gebruikte bronnen:
KS, 72; PA 2004
ENK Monasticon nummer:
Z104
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart