Zoeken in collecties

In 1471 beschikte paus Sixtus IV goedgunstig op het verzoek van zowel het stadsbestuur als de burgerij van Amersfoort om in die stad een observantenklooster te stichten. In 1472 kwamen de minderbroeders-observanten in Amersfoort aan, waar ze de eerste dagen onderdak vonden in het huis van Anna Hanneken Valken, een vrome weduwe. Van daaruit verhuisden ze naar het Sint Agathaklooster in Amersfoort, waarvan de hier wonende zusters toen nog de derde regel van Sint Franciscus volgden. Na een verblijf hier van enkele weken/maanden namen de observanten hun intrek in een klein gebouw achter het Sint-Pietersgasthuis. In 1479 betrokken ze uiteindelijk een eigen klooster, dat aan de Westsingel stond en dat uit drie gebouwen, een kapel, een kloosterhof, een kloostergang en een moestuin bestond. In 1483 verbleef de Utrechtse bisschop David van Bourgondië enige tijd onvrijwillig in dit klooster. De straat Achter Davidshof in Amersfoort is nog naar hem vernoemd. Brand vernielde de kloostergebouwen in 1495. Herstel volgde spoedig daarna. De beeldenstorm in 1572 richtte aan het kloostercomplex opnieuw schade aan, die echter op kosten van de stad hersteld werd. Bij de Alteratie in 1579 dwong Jan van Nassau de stad de zijde van de Opstand te kiezen. Dit betekende het einde van het Amersfoortse minderbroedersklooster. De nog aanwezige twaalf paters moesten toen de stad verlaten, terwijl het beheer van de kloostergoederen bij het stadsbestuur kwam te berusten. De kapel werd in 1587 afgebroken. De overige kloostergebouwen hebben onder meer in de 17e eeuw als schuttersdoelen en in de 19e eeuw als kazerne dienst gedaan. De bewaard gebleven noord-, west- en oostvleugel van de kloosterhof zijn in 1982 ingrijpend gerestaureerd. Sinds 2005 is het stadcafé “De Observant” er gevestigd