Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Deventer

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Deventer
Datering:
1311 - 1569
Orde of congregatie:
Franciscanen
Naam van het klooster:
Franciscanen I
Plaatsnaam:
Deventer
Provincie:
Overijssel
Parochie:
Deventer-Onze Lieve Vrouw
Destijds gewest:
Oversticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1311
Opheffing/laatste vermelding:
1569
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
In 1306 kreeg Reinoud I, graaf van Gelre, pauselijke toestemming voor het in zijn gebied vestigen van drie bedelordenkloosters. Eén van deze drie kloosters was het minderbroederklooster in Deventer. Deze stad, die weliswaar niet binnen vorenbedoeld gebied viel, was als pand in bezit van voornoemde graaf. Van het klooster, waarvan de vroegste vermelding uit 1311 dateert, is de precieze stichtingsdatum niet bekend. Aanvankelijk ressorteerden de Deventer minderbroeders onder de custodie Holland, maar kwamen later te vallen onder de daarvan afgescheiden custodie Frisia, die ook wel custodie Deventer werd genoemd, aangezien hun klooster in 1335 het hoofdklooster van deze custodie werd. De kloosterkerk, gewoonlijk de Broederenkerk genoemd, werd in de eerste helft van de 14e eeuw gebouwd en ingericht op kosten van Eleonora, de Engelse koningsdochter, die gehuwd was met Reinoud II, toen nog graaf, later hertog van Gelre. Ze overleed in 1355 en werd begraven in de Broederenkerk. Tegen het einde van de 15e eeuw werden bij de Heilige Stoel door keizer Maximiliaan, door schepenen, raad en burgers van Deventer klachten ingediend over de Deventer minderbroeders. Paus Alexander VI gaf in 1496 opdracht een onderzoek in te stellen. Dit leidde ertoe, dat de klachten als gegrond werden aangemerkt. De paus gelastte vervolgens de bisschop van Utrecht, David van Bourgondië, het Deventer convent te hervormen. Daarop werd toen van ordewege voor de bestaande kloostergemeenschap een martiniaanse hervorming doorgevoerd volgens de regelverklaringen van paus Martinus V. Daar er geen aanwijzingen zijn, dat er na deze hervorming van stadswege in de leefwijze van de broeders ingegrepen werd, moet deze hervorming door het stadsbestuur afdoende bevonden zijn. Voor koning Philips II was dit echter niet het geval. In 1569 gaf hij de broeders het door de paus goedgekeurde bevel hun klooster te verlaten om plaats te maken voor onder de vicaris provinciaal van de Keulse provincie vallende observanten
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel I, p.54/55/55/56; Monasticon Batavum, Supplement, p. 41; J.A. de Kok, “Acht eeuwen minderbroeders in Nederland. Een orientatie” (Hilversum 2007), p. 44/66/112/590; T. Coomans, ‘De middeleeuwse bedelordenarchitectuur in Nederland’ in “Bulletin KNOB” 101 (2002), nr.6, p. 176; M. Schaap, ‘Over “qwaclappers” en ander schadelijk volk: de laatmiddeleeuwse hervorming van Noord-Nederlandse minderbroederkloosters bezien vanuit de interne machtsstrijd binnen de orde’ in “Monastiek observantisme en Moderne Devotie in de Noordelijke Nederlanden” onder redactie van H. Engen en G. Verhoeven (Hilversum 2008), p. 26; (Amsterdam 1977), p.17/p.17 voetnoot 27; Wolfgang Schmitz, “Het aandeel der Minderbroeders in onze middeleeuwse literatuur. Inleiding tot een bibliografie der Nederlandse Franciscanen” (Nijmegen/Utrecht 1936), zie ook: http://www.dbnl.org/tekst/schm036aand01_01/schm036aand01_01_0020.php (12-01-2018), p. 161
Gebruikte websites:
Website Meertens Instituut, http://www.meertens.knaw.nl/bedevaart/bol/plaats/163 (22-12-2017); Website Reliwiki, de Nederlandse database over religieuze gebouwen, http://www.reliwiki.nl/index.php/Deventer,_Broederenstraat_18_-_Broederenkerk (22-12-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-P022-012
VU Kloosterlijst nummer:
D17