Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Rugge

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Rugge
Datering:
1403 - 1572
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus
Naam van het klooster:
Elisabeth
Patroonheilige:
Onze Lieve Vrouw, later Sint Elisabeth
Plaatsnaam:
Rugge
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Rugge
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1403
Opheffing/laatste vermelding:
1572
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
Het Sint Elisabethklooster in het gehucht Rugge bij Brielle lag achter de aan Sint Nicolaas toegewijde parochiekerk, die tot 1572 op de hoek van De Rik en de Kloosterweg stond. Dit klooster van reguliere kanunniken van Sint Augustinus werd in 1403 gesticht door Hugo, heer van Heenvliet, die in 1409 aan het klooster de helft schonk van een gors genaamd “De Stadt” of “De State", dat in het land van Putten op het tegenwoordige eiland Overflakkee lag. Toen Hugo’s zoon Jan een jaar later de andere helft aan het klooster overdeed, kwam het gehele gors in handen van de regulieren van Rugge. Het klooster, dat bij het Kapittel van Windesheim aangesloten was, kwam in de late middeleeuwen tot grote bloei. Hieraan kwam echter in 1572 met de komst van de watergeuzen een eind. Het klooster werd toen geplunderd en de gebouwen verwoest. De turfschuur bleef echter overeind staan. In deze schuur werden toen negentien in Gorinchem gevangen genomen geestelijken, de zogeheten Martelaren van Gorkum, op last van Lumey, maar tegen het bevel van Willem van Oranje in, opgehangen. Het stadsbestuur van Brielle gaf in 1573 aan een ieder, die dat wilde, toestemming om wat er van de kloostergebouwen was overgebleven af te breken en de materialen dan voor eigen gebruik aan te wenden. Het stadsbestuur maakte hiervan voor het repareren van de Zuidpoort en het Leprooshuis zelf ook gebruik. Na 1574 kwamen eveneens de kloostergoederen van het Sint Elisabethconvent aan de stad Brielle. Uit de inkomsten van deze goederen werden uitkeringen verstrekt aan onder meer studenten, predikanten, het weeshuis, het pesthuis en de stadsbeiaardier. De visvijver, die indertijd schuur en klooster van elkaar scheidde, is het enige dat van het kloostercomplex van regulieren van Rugge overgebleven is
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel II, p. 165/166; F. Haans, ‘Van hout naar beton en baksteen: Het bedevaartscomplex in Rugge’ in “Nieuwbried Stichting Bouwhistorie Nederland”, 54 (mei 2013), zie ook: https://www.bouwhistorie.nl/sites/default/files/nieuwsbrieven/SBNNieuwsbrief54mei2013.pdf (07-10-2017), p. 20
Gebruikte websites:
Website Nationaal Archief, http://www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/index/eadid/3.18.22 (07-10-2017); Website Archieven.nl: Streekarchief Voorne-Putte, https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=126&miaet=1&micode=132&minr=2800802&miview=inv2 (07-10-2017); Website Meertens Instituut, http://www.meertens.knaw.nl/bedevaart/bol/plaats/130 (07-10-2017); Website Stad in vroeger tijden, https://www.stadinvroegertijden.nl/site/ (07-10-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-P041-051
VU Kloosterlijst nummer:
R40