Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Zwolle

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Zwolle
Datering:
1394 - 1592
Orde of congregatie:
Broeders van het Gemene Leven
Naam van het klooster:
Gregoriushuis
Patroonheilige:
Sint Gregorius
Plaatsnaam:
Zwolle
Provincie:
Overijssel
Parochie:
Zwolle
Destijds gewest:
Oversticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1394
Opheffing/laatste vermelding:
1592
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
In 1384 lieten vijf vrome leken in Zwolle op een erf in de tegenwoordige Praubstraat een huis bouwen. Deze leken gingen als broeders des gemenen levens al spoedig volgens de kloosterregels leven. De magistraat van Zwolle verzette zich hiertegen. De broeders realiseerden toen op de Nemelerberg een nieuw onderkomen, waar ze bovendien in afzondering een contemplatief leven konden leiden. Dit onderkomen werd in 1398 omgevormd tot het klooster Sint Agnietenberg. In 1394 werden er opnieuw initiatieven ontplooid om in Zwolle een gemeenschap van devote broeders op te richten. Dit keer door Meynold van Windesheim, een hoge functionaris aan het hof van de bisschop van Utrecht. Voor de bouw van het nieuwe broederhuis verwierf hij met hulp van de Zwolse stadspastoor en het kapittel van Deventer een stuk kerkelijke grond vlakbij de Sint-Michaëlskerk. Aan de gemeenschap van broeders des gemenen levens, die zich vestigden in het hier in 1396 gereed gekomen huis, dat aan de H. Gregorius toegewijd werd en daarom Gregoriushuis genoemd werd, verleende de bisschop in 1402 zijn goedkeuring en werden hun bezittingen als kerkelijk goed erkend. De broeders wijdden zich met name aan de opvang van scholieren, die de stadsschool bezochten. In 1421 werd een huis, in de Begijnenstraat naast het huis van de broeders, als convict voor arme scholieren ingericht. Omstreeks 1430 werd dit huis echter bestemd voor rijke scholieren, die volledig voor hun verblijf en onderhoud betaalden. De niet-betalende, arme scholieren werden toen elders in de stad ondergebracht. Ook ten dele betalende, middelmatig gegoede scholieren werden door de broeders opgevangen in een in de stad gehuurd huis. Tijdens het Utrechts Schisma moesten de broeders de stad verlaten. Van 1426 tot 1432 verbleven zij eerst in Hulsbergen en daarna in Doesburg, waar zij een nieuw huis stichtten. In 1592 werd het Gregoriushuis opgeheven. De gebouwen werden bestemd voor scholen en woningen van de onderwijzers, predikanten en stadsdienaren
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel II, p. 225; A.G. Weiler, “Volgens de norm van de vroege kerk: De geschiedenis van de huizen van de broeders van het Gemene Leven in Nederland” (Nijmegen 1997), p. 26-30/32/35/39/40-43; L. van Beek, “Leken trekken tot Gods woord: Dirc van Herxen (1381-1457) en zijn "Eerste Collatieboek” (Hilversum 2009), p. 45/46; L. van Beek, Lezing ‘Verborgen schatten uit de Moderne Devotie: Dirc van Herxen (1381-1457) en zijn opvattingen over huwelijk en kuisheid in het Eerste Collatieboek 1‘ op Website Stichting Thomas a Kempis 1988, http://thomasakempiszwolle.nl/cms/images/Documenten/archief/20101102%20Lezing%20Thomas%20a%20Kempis%20Stichting%20(Lydeke%20van%20beek).doc. (13-01-2017), R. van Dijk, “Twaalf kapittels over ontstaan, bloei en doorwerking van de Moderne Devotie” (Hilversum 2012), p. 144
Gebruikte websites:
Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Broeders_van_het_Gemene_Leven (13-01-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-P004-018
VU Kloosterlijst nummer:
Z28